Nieuw beleid belastingdienst versoepelt de terugbetaling en sanering
De coronacrisis heeft grote gevolgen voor ondernemers. Ondanks de steunmaatregelen zullen de gevolgen nog geruime tijd merkbaar blijven. Eén van de steunmaatregelen is dat anders wordt omgegaan met belastingverplichtingen. Er werd voor een groot aantal belastingen uitstel van betaling toegestaan. Dit bood ondernemers liquiditeitsruimte, maar tegelijkertijd heeft dit ook geleid tot een enorm stuwmeer aan achterstallige belastingen. Per 29 september 2021 stond er EUR 19,7 miljard open bij 274.000 ondernemers.
Hoe gaat de belastingdienst om met deze achterstand? Op 11 oktober 2021 informeerde de Staatssecretaris de Tweede Kamer over de manier waarop het kabinet omgaat met bedrijven die een belastingschuld hebben opgebouwd vanwege de coronacrisis.
Rente, start aflossing en duur aflossingstermijn
Uiteraard moet over de achterstand rente worden betaald. De belastingrente is in de coronacrisis verlaagd naar 0,01%, maar wordt geleidelijk verhoogd naar het oorspronkelijke niveau. Per 1 januari 2022 geldt een tarief van 1% dat elk half jaar met 1% wordt verhoogd. Per 1 januari 2024 zal dus weer het “oude” tarief van 4% gelden.
Per 1 oktober 2022 moeten ondernemers starten met het aflossen van hun belastingschuld. Dat betekent dat ondernemers een eerste adempauze hebben van 1 jaar voordat de aflossing moet starten. Vervolgens moet de achterstallige belasting – naast de betaling van de lopende verplichtingen – worden terugbetaald in vijf jaar. In vergelijking met het beleid van de belastingdienst voor de coronacrisis, maximaal één jaar uitstel tegen verstrekking van zekerheid, is dit een aanzienlijke verruiming en versoepeling.
Termijn van vijf jaar
Het kabinet acht een termijn van 5 jaar voor het overgrote deel van de ondernemers voldoende. Naar verwachting zal ongeveer EUR 1,5 miljard niet terugbetaald worden. Het kabinet aanvaardt dat er faillissementen zullen volgen van ondernemers die het niet redden om de belastingschuld tijdig terug te betalen. Volgens de Staatssecretaris is het voorkomen van faillissementen geen doel op zich en zullen belastingschulden ook niet generiek worden kwijtgescholden. Op dit moment is de belastingdienst uitermate terughoudend met het aanvragen van faillissement, maar gezien de opmerkingen in de brief van de Staatssecretaris verwacht ik dat na ommekomst van de 5 jaarstermijn dat wel weer sneller zal doen.
Op het moment dat een ondernemer voorziet dat hij/zij niet in staat is de belastingschuld binnen de termijn van 5 jaar terug te betalen, is het zinvol om te onderzoeken of een sanering van de schulden kan plaatsvinden. Hoewel het kabinet geen generieke kwijtschelding van belastingschulden wenst te geven, is de belastingdienst uiteraard ook gebonden aan de wettelijke regels. Hierbij is in het bijzonder de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) van belang omdat met toepassing van die wet een onderhandse sanering gerealiseerd kan worden buiten een faillissementssituatie.
WHOA
Over de WHOA heeft Boels Zanders Advocaten reeds verschillende blogs geschreven. Ik verwijs daarvoor naar de WHOA-pagina van Boels Zanders.
Interessant is dat de beleidsregels van de belastingdienst eisen dat de belastingdienst niet instemt met een WHOA-akkoord indien er geen sprake is van een aanzienlijke betaling (over het algemeen meer dan 10%). Daarnaast verlangt de belastingdienst het dubbele percentage van het percentage dat wordt aangeboden aan de concurrente schuldeisers. Dit laatste heeft te maken met het feit dat de belastingdienst een preferente schuldeiser is en zij daarom vindt dat ze meer moet ontvangen dan een concurrente schuldeiser.
Uit de brief van de Staatssecretaris blijkt echter dat de belastingdienst de ruimte krijgt om genoegen te nemen met een lagere opbrengst. In de periode van 1 augustus 2022 tot en met 30 september 2023 mag de belastingdienst ook akkoord gaan met een voorstel waarbij de belastingdienst hetzelfde percentage wordt betaald als de concurrente crediteuren. Per saldo betekent dit dat de vordering van de belastingdienst tegen 50% van de “kosten” kan worden gesaneerd.
Let op
Dit versoepelde beleid gaat vooralsnog alleen gelden in voornoemde periode van 1 augustus 2022 tot en met 30 september 2023. Deze periode valt dus midden in de terugbetalingstermijn van 5 jaar. Het is daarom verstandig om tijdig een goede inschatting te maken of de onderneming in staat is de belastingschuld terug te betalen of dat sanering onder het versoepelde beleid verstandiger is. Anderzijds kan het verstandig zijn een sanering enige tijd uit te stellen tot 1 augustus 2022 omdat de kosten van de sanering dan fors lager kunnen uitvallen.
Meer informatie
Wilt u meer informatie over het beleid van de belastingdienst of de WHOA, neem dan contact op met Jeroen Tulfer of een van de andere insolventie- en herstructureringsadvocaten van Boels Zanders.
december 2021