In een recent weblog hadden wij het over een trend in de lagere rechtspraak waarbij alimentatieplichtigen te hulp worden geschoten als zij bewijs moeten leveren van hun stelling dat de alimentatiegerechtigde is gaan samenleven met een nieuwe partner als waren zij gehuwd in de zin van artikel 1:160 BW.
Een recente uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 14 september 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:2752) sluit daarbij aan.
In deze zaak beriep de alimentatieplichtige man zich erop dat zijn ex-echtgenote met een andere partner samenwoonde als waren zij gehuwd op grond waarvan hij van mening was dat zijn alimentatieplicht was komen te vervallen.
Hij had een recherchebureau opdracht gegeven om over een langere periode de handel en wandel van zijn ex te observeren en daarover te rapporteren. De betreffende onderzoeksrapportages werden door de man in de procedure ingebracht. Ook had de man een dvd overgelegd met een geluidsopname van een gesprek met één van de kinderen. Op grond van die stukken en het bewijsaanbod van de man werd de man door het Hof in de gelegenheid gesteld om nader bewijs te leveren door middel van het horen van getuigen. Het Hof stelde de man op zijn verzoek daarbij ook in de gelegenheid om de dvd met de opname van het gesprek tussen hem en de dochter in haar bijzijn tijdens het getuigenverhoor te doen beluisteren. Het Hof voegde daaraan overigens toe dat de man “geacht werd voor de benodigde afspeelmogelijkheden zorg te dragen” (de digitale zittingszaal is nog geen gemeengoed). En de man diende aan te tonen wannéér de dvd met het gesprek was opgenomen.
De bewijslast dat de alimentatiegerechtigde met een ander samenwoont in de zin van artikel 1:160 BW rust in beginsel bij de alimentatieplichtige. Die bewijslast is zwaar. De meest voor de hand liggende bewijsmiddelen zijn observatierapporten van een recherchebureau en de verklaringen van getuigen die onder ede worden gehoord. Soms worden ook kinderen als getuige opgeroepen. Daarmee dient in het algemeen terughoudend/prudent te worden omgegaan. Kinderen, zeker minderjarigen, kunnen immers in een loyaliteitsconflict terecht komen of klem raken tussen de ouders, als zij bij dit soort discussies worden betrokken.
Kinderen kunnen zich in dit soort zaken overigens niet beroepen op een familiaal verschoningsrecht, dus zij zijn verplicht te verschijnen en een verklaring af te leggen. Het Hof stond in dit geval toch toe dat de dochter zou worden gehoord en direct zou worden geconfronteerd met een geluidsopname van een eerder gesprek met haar. Het doel heiligde hier kennelijk de middelen.
Als u vragen heeft over stelplicht en bewijslast rondom beëindiging van de alimentatieplicht wegens samenwonen van de alimentatiegerechtigde, adviseren wij u daar graag nader over.