Skip to main content

De Hoge Raad heeft op 24 juni 2016 arrest gewezen over de bewijslastverdeling bij vernietiging van een schenking op grond van misbruik van omstandigheden.

In de zaak waar de Hoge Raad over oordeelde had moeder tijdens leven schenkingen gedaan aan haar zoon. Moeder overleed en zoon en dochter waren de erfgenamen van moeder. De dochter riep op grond van misbruik van omstandigheden de vernietiging van deze schenkingen in.

“Wie stelt, bewijst” zo luidt de hoofdregel van het burgerlijk procesrecht. Volgens deze regel zou de dochter moeten bewijzen dat sprake was van misbruik van omstandigheden. Voor schenkingen is in art. 7:176 BW echter een bijzondere regel van bewijslastverdeling opgenomen. Wanneer de schenker feiten stelt, waaruit volgt dat de schenking door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen, rust bij een beroep op vernietigbaarheid de bewijslast van het tegendeel op de begiftigde, tenzij van de schenking een notariële akte is opgemaakt of deze verdeling van de bewijslast in de gegeven omstandigheden in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid zou zijn.

De Hoge Raad oordeelde dat de dochter als rechtsopvolger onder algemene titel van moeder – en daarmee dus als ‘schenker’ – een beroep kon doen op de vernietigbaarheid van de schenkingen van moeder aan haar broer. De dochter had diverse feiten en omstandigheden gesteld ter onderbouwing van het betoog dat sprake was van misbruik van omstandigheden, in het bijzonder over de geestestoestand van moeder (dementie). Daarmee had de dochter aan haar stelplicht voldaan. Omdat geen notariële akten van de schenkingen waren opgemaakt, rust de bewijslast dat er géén sprake was van misbruik van omstandigheden op de broer.

De broer wacht dientengevolge een lastige opgave in het vervolg van de procedure. Dit had voorkomen kunnen worden door notariële akten op te maken van de schenkingen. In dat geval mag voorshands worden aangenomen dat de schenker niet overhaast en zonder beïnvloeding heeft gehandeld. Vanzelfsprekend rust op de notaris die de schenkingsakten opstelt een onderzoeksplicht naar de geestestoestand van de schenker en bijzondere omstandigheden aan zijn zijde. Het Protocol Wilsbekwaamheid van de KNB kan daarbij een hulpmiddel zijn, alsmede inschakeling van een VIA arts om de geestestoestand van de schenker te onderzoeken.