Op 31 januari 2020 is het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie getreden. Lange tijd was onduidelijk in hoeverre de Brexit gevolgen had voor de regels omtrent de bepaling van het toepasselijke recht op overeenkomsten en andere buitencontractuele relaties tussen Nederlandse en Britse partijen. Inmiddels is gebleken dat deze verandering minder groot is dan voorheen werd gedacht. Het Verenigd Koninkrijk heeft namelijk aangegeven dat het de regels uit de Europese verordeningen ter bepaling van het toepasselijke recht zal blijven toepassen. In dit blog lichten wij toe hoe de van oorsprong Europese regels alsnog uitwerking krijgen in de Britse rechtsorde.
Rome I en Rome II
In het Europese recht kent men twee verordeningen die voor de meeste gevallen bepalen welk recht op een gebeurtenis van toepassing is. Zo bepaalt de Rome I-Verordening welk recht van toepassing is op overeenkomsten indien de partijen bij de overeenkomst geen afzonderlijke rechtskeuze hebben gemaakt. Uitgangspunt hierbij is dat het recht van het land waar de kenmerkende prestatie wordt verricht, van toepassing is. Bij verkoop is dit veelal het recht van het land waar de verkoper zijn zetel heeft; bij dienstverlening wordt de overeenkomst beheerst door het recht van het land van waar de dienstverlener is gevestigd.
In buitencontractuele relaties, bijvoorbeeld indien schadevergoeding wordt gevorderd wegens een door de wederpartij gepleegde onrechtmatige daad, is de Rome II-Verordening van toepassing. Indien de wederpartij door een onrechtmatige handeling schade heeft veroorzaakt, dan is de hoofdregel dat het recht van toepassing is van het land waar de schade zich heeft voorgedaan. Dit zal veelal de plaats zijn waar de onrechtmatige handeling heeft plaatsgevonden.
De Europese verordeningen na de Brexit
Strikt genomen zijn de Europese Rome I- en Rome II-Verordening na de Brexit niet meer van toepassing in het Verenigd Koninkrijk. Dit betekent dat een Britse rechter niet langer de Europese verordeningen toepast bij het bepalen van het toepasselijke recht in geschillen tussen Nederlandse en Engelse partijen, maar het nationale Engelse recht. Het nationale Engelse recht kan afwijken van de regels die vóór de Brexit werden toegepast ter bepaling van het toepasselijke recht.
Met het oog op de Brexit heeft de Britse wetgever ervoor gezorgd dat de Europese Rome I- en Rome II-Verordening één-op-één zijn omgezet in de nationale wetgeving van het Verenigd Koninkrijk. Op deze manier kunnen Engelse rechters na de Brexit weliswaar het nationale recht toepassen, maar komt dit nationale recht in grote mate overeen met de “oude” Europese verordeningen.
Het is goed om te realiseren dat na verloop van tijd verschillen kunnen ontstaan tussen de uitleg van de Europese verordeningen in de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Dit heeft ermee te maken dat de rechters van de lidstaten van de Europese Unie gehouden zijn om toepassing te geven aan de algemene regels die door het Hof van Justitie worden gesteld bij de uitleg van de Europese verordeningen. De Engelse rechters zijn na de Brexit niet meer aan deze algemene regels van het Hof van Justitie gebonden. Indien de Britse rechters ervoor kiezen om na de Brexit niet (langer) de lijn van het Hof van Justitie te volgen bij de toepassing van de Europese verordeningen, dan zullen de regels voor de bepaling van het toepasselijke recht in de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk steeds verder uit elkaar komen te liggen.
Hoe nu verder?
Vooralsnog lijkt er post-Brexit weinig verschil te zijn met hoe rechters in het Verenigd Koninkrijk de regels ter bepaling van het toepasselijke recht toepassen. Afhankelijk van de rechtspraak van het Hof van Justitie en de mate waarin het Verenigd Koninkrijk zich aan deze rechtspraak houdt, kan het verschil in uitleg van de Europese verordeningen de komende jaren toenemen. Wij raden u daarom aan om in alle overeenkomst met Britse (handels)partners aan de voorkant na te denken over het recht dat partijen op de overeenkomst van toepassing willen verklaren en daarover afspraken te maken. Op deze manier voorkomt u aan de achterkant discussie over welk recht nu daadwerkelijk op de overeenkomst van toepassing is.
Heeft u hulp nodig bij het opstellen van een overeenkomst met een Britse partij of wilt u meer informatie over het toepasselijk recht? Neem dan contact op met Mayke Linssen of een van onze andere specialisten van het Team Commerciële Contracten of het Team Proces & Aansprakelijkheid. Wij kunnen u ook adviseren over Engels recht door middel van onze samenwerking met onze ADVOC partner Ashfords.
Maart 2021