Op 21 maart jl. heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “de Afdeling”) de vaste jurisprudentie terzake het combineren van artikel 4, onderdeel 1 (bijbehorend bouwwerk) en 9 (afwijkend gebruik) van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (hierna: “Bor”) enigszins genuanceerd.
Aanleiding
Het college van de gemeente Hollandse Kroon (hierna: “het college”) heeft een omgevingsvergunning verleend aan Aldi Zaandam voor de bouw van een supermarkt te Wieringerwerf. Aldi wilde een nieuwe supermarkt bouwen met bijbehorende parkeerplaatsen waarbij de aanwezige bebouwing wordt gesloopt. In bezwaar – besluit van 16 februari 2016 – heeft het college de omgevingsvergunning alsnog geweigerd omdat volgens het college bij nader inzien de combinatie van de onderdelen 1 en 9 van artikel 4 van bijlage II Bor niet mogelijk was.
Ten tijde van de beslissing op bezwaar mocht op grond van het toen vigerende bestemmingsplan een hoofdgebouw worden gerealiseerd ten behoeve van de bestemming ‘Bedrijf’. Het was mogelijk de aanwezige bebouwing te slopen en een nieuw hoofdgebouw op te richten. Het college was ten tijde van het bestreden besluit volgens de Aldi bevoegd om met artikel 4, aanhef en onder 1, van bijlage II van het Bor toestemming te verlenen voor uitbreiding van een hoofdgebouw. Dit kon uitbreiding van het toenmalige bestaande hoofdgebouw betreffen of uitbreiding van een nieuw te realiseren bouwwerk. Aldi verwijst vervolgens naar vaste jurisprudentie en de wetgeschiedenis bij artikel 4, aanhef en onder 9, van bijlage II van het Bor.
Overwegingen
De Afdeling overweegt eerst, onder verwijzing naar de uitspraak van 22 maart 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:744), dat de hoofdlijn is dat beide onderdelen in één omgevingsvergunning kunnen worden gecombineerd.
Vervolgens moet volgens de Afdeling eerst worden nagegaan bij een gecombineerde toepassing van artikel 4, onderdeel 9, of artikel 4, onderdeel 1, kan worden toegepast.
Met het bouwplan heeft Aldi beoogd de bestaande bebouwing op het perceel geheel te slopen en een supermarkt te realiseren die voor ongeveer 70% buiten het bestaande bouwvlak is geprojecteerd. Onder verwijzing naar eerdere jurisprudentie (uitspraak van 9 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2953) overweegt de Afdeling dan dat artikel 4, aanhef en onder 1, van bijlage II bij het Bor niet de beperking bevat dat het moet gaan om een uitbreiding van een reeds bestaand gebouw.
Het bouwplan was in strijd met het ten tijde van het bestreden besluit vigerende bestemmingsplan; de supermarkt kon niet worden aangemerkt als hoofdgebouw omdat de beoogde supermarkt in strijd met de aan het perceel toegekende bestemming ‘Bedrijf’. De supermarkt kon niet bijdragen aan de verwezenlijking van deze bestemming en is daarmee, gelet op de omschrijving van het begrip bijbehorend bouwwerk in artikel 1, lid 1, van bijlage II van het Bor, geen hoofdgebouw. In de omschrijving van het begrip bijbehorend bouwwerk is expliciet opgenomen dat een bijbehorend bouwwerk altijd moet worden gebouwd bij een zich op het perceel bevindend hoofdgebouw. Omdat het hoofdgebouw ontbreekt kan ook geen bijbehorend bouwwerk worden gebouwd.
Aangezien artikel 4, onderdeel 9, van bijlage II van het Bor ziet op het gebruiken van bouwwerken terwijl, gelet op hetgeen hiervoor is geoordeeld, van een bijbehorend bouwwerk geen sprake is. Derhalve kon evenmin omgevingsvergunning worden verleend met toepassing van artikel 4, onderdeel 9, van bijlage II van het Bor.
Meer informatie
Wilt u meer informatie over dit onderwerp of heeft u vragen, neem dan contact op met Janske Schrijnemaekers. U kunt uiteraard ook contact opnemen met één van de andere advocaten van ons team Bestuursrecht.
April 2018