Skip to main content

In juli 2018 stemde de Tweede Kamer in met het Wetsvoorstel houdende maatregelen met betrekking tot de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid. Deze nieuwe wet heeft twee onderdelen. In de eerste plaats wordt beoogd werkgevers te compenseren indien zij na 1 juli 2015 de arbeidsovereenkomst van een langdurig zieke werknemer hebben opgezegd en daarbij een transitievergoeding verschuldigd waren. Deze regeling heeft terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2015 waardoor werkgevers hiervoor dus alsnog gecompenseerd worden. Verder voorziet het wetsvoorstel erin dat bij cao afgesproken kan worden dat bij ontslag om bedrijfseconomische redenen geen transitievergoeding hoeft te worden betaald. In de plaats hiervan komen dan voorzieningen die bijdragen aan het beperken van werkloosheid, recht geven op een redelijke financiële vergoeding of op een combinatie van beide. De nieuwe regels zijn al enkele keren uitgesteld en gaan – er van uitgaande dat de Eerste Kamer ook instemt met het wetsvoorstel – in vanaf 1 april 2020.

De compensatieregeling transitievergoeding
Veel werkgevers zullen opgelucht zijn dat transitievergoeding voor langdurig arbeidsongeschikt personeel zal worden gecompenseerd. De verplichting om na afloop van 104 weken loondoorbetaling en een kostbaar re-integratietraject ook nog transitievergoeding te moeten betalen is op dit moment vaak een reden om de arbeidsovereenkomst niet te beëindigen waardoor er “slapende” dienstverbanden ontstaan. De transitievergoeding bedraagt op dit moment maximaal EUR 79.000,- bruto, of, als het jaarsalaris hoger is, maximaal 1 bruto jaarsalaris.

De hoogte van de compensatie is in beginsel maximaal de transitievergoeding waar een werknemer recht op zou hebben op het moment dat de loondoorbetalingsplicht na 104 weken eindigt wegens ziekte. Behalve de betaalde transitievergoeding worden werkgevers tevens gecompenseerd voor de eventueel daarop in mindering gebrachte transitie- en inzetbaarheidskosten. De regeling geldt voor iedere wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens twee jaar ziekte. In de praktijk is dit meestal met toestemming van het UWV of met wederzijds goedvinden. Een kanttekening bij de compensatieregeling is wel dat de compensatie zal worden bekostigd vanuit het Algemeen Werkloosheidsfonds. Dit zal voor hogere premielasten voor werkgevers zorgen.

De procedure om compensatie aan te vragen moet nog worden uitgewerkt. Wel is al duidelijk dat werkgevers om in aanmerking te komen voor compensatie de volgende gegevens moeten verstrekken:

  • de arbeidsovereenkomst van de werknemer;
  • wanneer de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd: documenten waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, bijvoorbeeld de vaststellingsovereenkomst;
  • eventueel een verklaring van de bedrijfsarts over de langdurige arbeidsongeschiktheid;
  • loonstroken uit de ziekteperiode.

Werkgevers hebben na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel op 1 april 2020 zes maanden de tijd om voor de oude gevallen een compensatieaanvraag in te dienen. Werkgevers die in de periode tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020 een vergoeding hebben betaald, moeten de aanvraag dus uiterlijk 30 september 2020 naar het UWV hebben verzonden. Belangrijk is dat werkgevers hun administratie van (langdurig) zieke werknemers goed op orde (blijven) houden en de documenten die vereist zijn voor de compensatie bewaren.

De regering heeft overigens ook aangekondigd dat (naar verwachting) vanaf 1 januari 2020 een compensatieregeling wordt ingevoerd voor de (kleine) werkgever die met pensioen gaat of ziek wordt. De regering vindt dit onvermijdelijkheden die buiten het normale ondernemersrisico en buiten de vrije wil van de werkgever liggen. Daarom wil de regering de verplichte transitievergoeding in deze gevallen compenseren.

Compensatieregeling
Tot slot nog de mogelijkheid die cao partijen gaan krijgen om af te wijken van de wettelijke transitievergoeding. Zoals gezegd moeten dan voorzieningen worden getroffen die bijdragen aan het beperken van werkloosheid, recht geven op een redelijke financiële vergoeding of op een combinatie van beide. Voorwaarde hierbij is dat een zogenoemde gelijkwaardige voorziening wordt geïntroduceerd. Deze kan volgens de regeling bijvoorbeeld bestaan uit een eigen vergoedingsregeling, outplacement, scholingsfaciliteiten, of een bovenwettelijke WW-uitkering. Als een van de transitievergoeding afwijkende redelijke financiële vergoeding wordt afgesproken is het mogelijk dat deze lager is dan de transitievergoeding. Dan zal wel sprake moeten zijn van ernstige financiële problemen in een onderneming of sector.

Conclusie
De voornemens van de regering ten aanzien van de betaalde transitievergoeding wegens twee jaar ziekte zijn gunstig voor werkgevers en werknemers. In het geval van langdurig zieke werknemers hoeven werkgevers geen transitievergoeding meer te betalen en is de drempel om de arbeidsovereenkomst wegens twee jaar ziekte te beëindigen weggenomen. Hierdoor komt waarschijnlijk ook grotendeels een einde aan de “slapende dienstverbanden”.

Tot zover de voornemens van de regering ten aanzien van de transitievergoeding. Wij zullen u op de hoogte houden van de ontwikkelingen.

Meer informatie
Wilt u meer informatie? Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met de advocaten van team Arbeidsrecht, zij zijn u graag van dienst.

Juli 2018