Skip to main content

Enkele weken geleden heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) zich uitgesproken over een klacht van een werknemer van Roemeense nationaliteit over schending van zijn recht op privacy (artikel 8 EVRM).

De zaak ging om het volgende. Een werknemer (sales engineer) heeft op verzoek van zijn werkgever een Yahoo Messenger-account geopend voor zakelijke doeleinden. Op enig moment laat de werkgever hem weten dat zijn account is gemonitord  en dat daaruit is gebleken dat de werknemer, in strijd met de bedrijfsregelingen, het account voor persoonlijke doeleinden heeft gebruikt. De werknemer stelt het account slechts voor zakelijke doeleinden te hebben gebruikt. Nadat aan werknemer een overzicht van zijn berichten is verstrekt, wordt hij ontslagen vanwege ongeoorloofd gebruik van het internet.

De werknemer stelt dat het ontslag nietig is omdat in strijd zou zijn gehandeld met het recht op correspondentie. De Roemeense rechter oordeelt dat de werkgever conform de nationale wetgeving heeft gehandeld en de werknemer bovendien op de hoogte was van het verbod op internetgebruik voor privédoeleinden. De werknemer doet beklag bij het EHRM over schending van zijn recht op privacy (artikel 8 EVRM).

Het Hof toetst in de kern of Roemenië voldoende heeft gedaan om het recht op privacy te waarborgen. De vraag is of een redelijke balans is getroffen tussen het recht van de werknemer op bescherming van zijn privéleven en correspondentie en het belang van de werkgever. Dat is volgens het Hof het geval. Het Hof overweegt onder meer dat het niet onredelijk is dat werkgevers nagaan of werknemers hun professionele taken uitvoeren. De werkgever had bovendien de proportionaliteit in acht genomen door uitsluitend naar berichten uit het account te kijken en andere documenten op de computer buiten beschouwing te laten. De identiteit van de personen met wie de werknemer heeft gecommuniceerd is voorts niet openbaar gemaakt. De slotsom is dat het Hof het recht op privacy niet geschonden acht.

De vraag is wat de impact is van deze uitspraak. Naast de toets van het EHRM zal de werkgever zich immers ook moeten houden aan (nationaal geïmplementeerd) EU-recht. Naar Nederlands recht wordt controle op privé-e-mails echter niet snel toegestaan. Let wel, dit betekent nog niet dat onrechtmatig verkregen bewijs in een civiele procedure buiten toepassing zal worden gelaten.

Meer weten over privacy op de werkvloer? Neem dan contact op met ons team privacy.