In het najaar van 2017 is het Museum Strips in Rotterdam failliet verklaard. De curator treft een rommelig museum aan. Het is voor de curator niet gelijk duidelijk of de aanwezige stripboeken, tekeningen en ander objecten behoren tot de eigen collectie van het museum, of dat deze in bruikleen zijn gegeven door derden.
Voor een curator is het wel vaker niet direct duidelijk welke zaken eigendom zijn van failliet en welke van derden. Dat is lastig. Want de curator zal de eigendommen van failliet te gelde moeten maken en de opbrengst conform de daarvoor geldende rangorde moeten verdelen over de schuldeisers. Daartegenover staat dat de curator natuurlijk niet andermans eigendommen mag verkopen. Ook een curator heeft immers eigendomsrechten te respecteren en dient de eigendommen van derden dus terug te geven.
De curator moet dus goed onderzoeken welke zaken eigendom zijn van failliet en welke niet. Verkoopt de curator zaken die geen eigendom zijn van failliet dan is er sprake van een onrechtmatige daad waarvoor hij in zijn hoedanigheid van curator aansprakelijk is. In dat geval is de faillissementsboedel aansprakelijk voor de schade. Onder bepaalde omstandigheden is een curator zelfs privé aansprakelijk indien hij eigendommen van derden verkoopt. Dan moet de curator (of zijn verzekeraar) de schade uit zijn eigen portemonnee vergoeden.
Gezien het vorenstaande mag het ook niet verbazen dat de curator op grond van de wet verplicht is om direct de boedel onder zich te nemen (artikel 92 Faillissementswet). Daarnaast moet de curator een beschrijving van de boedel maken (artikel 94 Faillissementswet). In die beschrijving zal de curator, al dan niet bijgestaan door deskundigen, zo goed als mogelijk moeten beschrijven welke zaken zijn aangetroffen en wie, al dan niet na een onderzoek van onderliggende documentatie, rechthebbende is tot bepaalde zaken.
De curator heeft overigens niet alleen de rechten van bruikleengevers te respecteren. De curator heeft ook rechten van andere rechthebbenden te respecteren. De curator moet – in beginsel – ook in het geval van huur, huurkoop en lease de betreffende zaken teruggegeven. Ook zaken die (rechtsgeldig) onder eigendomsvoorbehoud zijn geleverd, waardoor het eigendom nog niet is overgegaan naar failliet, moeten door de curator worden teruggegeven aan de eigenaar.
De curator moet dus een veelvoud aan (mogelijke) aanspraken van derden onderzoeken. De curator zal ook moeten nagaan of de eigendomsaanspraken juridisch standhouden. Toont iemand zijn eigendomsrecht niet of onvoldoende aan dan wordt vermoed dat deze eigendom zijn van failliet. In dat geval kan de curator deze zaken wel verkopen, dan wel zijn deze verpand aan de financier die deze te gelde kan maken. Dus ook de gezamenlijke schuldeisers en/of de financier hebben er belang bij dat de curator goed onderzoekt wat van de boedel is en wat niet.
Het is uiteraard terecht dat eigendommen van derden moeten worden teruggegeven. Voordat de curator tot restitutie kan overgaan is, zoals al blijkt uit het vorenstaande, wel enig onderzoek noodzakelijk. De curator kan immers niemand op zijn of haar blauwe ogen geloven. Voorts zijn er ook praktische werkzaamheden te verrichten. Het ordentelijk restitueren van eigendommen van derden heeft immers ook de nodige voeten in de aarde. Het is namelijk niet wenselijk als derden, zonder enige vastlegging hiervan, zelf hun eigendommen weghalen bij failliet. Gebruikelijk is dat deze eigendommen van derden netjes worden klaargezet door of namens de curator en dat er enige documentatie wordt opgesteld om de teruggave mee vast te leggen.
Curatoren vragen regelmatig een vergoeding voor de hiervoor beschreven werkzaamheden. Dat is onder omstandigheden ook toegestaan aldus al een oudere uitspraak van de Rechtbank Haarlem (ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9279). De Rechtbank Haarlem overweegt daarbij wel dat de curator géén vergoeding mag vragen voor alleen het inventariseren van de activa en het beoordelen van de aanspraken op die activa. Die werkzaamheden behoren immers tot de wettelijke taak van curatoren, welke werkzaamheden in het belang van de boedel geschieden. Alleen voor aantoonbare extra werkzaamheden die noodzakelijk zijn mag – in redelijkheid – een boedelbijdrage worden gevraagd. Over de vraag wat nu precies aanvullende werkzaamheden zijn en wat een redelijke vergoeding is, kan overigens ook nog worden gesteggeld. Het verdient aanbeveling om de hoogte van de gevraagde vergoeding en de werkzaamheden die daarvoor worden verricht kritisch te bestuderen.
Ook de curator van het stripboeken Museum mocht een vordering verlangen aldus de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2017:11808). De kantonrechter komt tot die conclusie omdat de kosten in verband met het uitleveren van de strips uitsluitend worden gemaakt ten dienste van rechthebbenden die buiten het faillissement staan. In dergelijke gevallen is het niet gerechtvaardigd dat de gezamenlijke crediteuren opdraaien voor de kosten.
Wat nu te doen als u zich geconfronteerd ziet met een curator die onterecht en/of een onredelijk hoge boedelbijdrage verlangt voor teruggave van uw eigendommen? Betaal in dat geval slechts onder protest en bij voorkeur alleen indien een directe procedure hierover niet mogelijk is. Probeer bij betaling onder protest af te spreken dat mag worden betaald op de derdengeldenrekening van het kantoor van de curator en niet op de boedelrekening. Dit verkleint het risico dat het onder protest betaalde bedrag niet meer terugkomt. Nadat de spullen zijn opgehaald kan alsnog worden geprocedeerd over de onder protest betaalde boedelbijdrage. In zo’n procedure is het wel van belang om concreet te stellen en te bewijzen waarom onterecht een boedelbijdrage is verlangd en/of waarom deze onredelijk hoog is. Die bewijslast moet niet onderschat worden, maar gelukkig is hiervoor geen stripheld nodig om het pleit te beslechten.
Meer informatie
In onze nieuwsbrieven houden we u op de hoogte van alle relevante wetsontwikkelingen op het gebied van faillissementsrecht. Heeft u vragen over deze bijdrage of heeft u andere vragen? Neem dan contact op met Lodewijk Hox. U kunt uiteraard ook contact opnemen met een van de andere advocaten van ons team Insolventie & Herstructurering.
Januari 2018