Met ingang van 1 mei 2015 verpacht de Staat der Nederlanden 53.04.44 hectaren grond aan een Maatschap. In de pachtovereenkomst is in artikel 18 opgenomen dat er betalingsrechten rusten op de verpachte gronden. Op de pachter rust de plicht om de betalingsrechten aan te vragen. De aanvraag voor betalingsrechten door de pachter wordt (in eerste instantie) slechts gedeeltelijk door het RVO toegewezen. Levert een afwijzing van betalingsrechten een gebrek op aan het verpachte?
Betalingsrechten
Een landbouwer kan bij de Gecombineerde opgave verzoeken om uitbetaling van betalingsrechten. Om aanspraak te kunnen maken op betalingsrechten dient aan een tweetal hoofdvoorwaarden te worden voldaan. Allereerst dient u een actieve landbouwer te zijn. Aan deze voorwaarde voldoet u in ieder geval als een landbouwactiviteit als hoofdactiviteit van uw bedrijf staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
De tweede voorwaarde is dat de gronden subsidiabel zijn. Niet alle type gronden komen namelijk in aanmerking voor een uitbetaling van betalingsrechten.
In het verleden toetste het RVO deze voorwaarde aan de hand van de typeringen van de gronden op de provinciale natuurbeheerkaarten. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft echter op 11 juli 2017 besloten dat de typering zoals die blijkt uit de provinciale natuurbeheerkaarten niet leidend mogen zijn. Sindsdien hanteert het RVO een nieuwe werkwijze waarbij alle percelen die voor 11 juli 2017 op grond van natuurbeheerkaarten van de provincies zijn uitgesloten als subsidiabele landbouwgrond opnieuw worden beoordeeld. Mocht alsnog blijken dat de gronden voldoen aan de Europese definitie van landbouwgrond dan wordt dit aangepast in het perceelsregister. Het RVO heeft aangegeven dat deze aanpassing gereed zal zijn voor de openstelling van de Gecombineerde opgave over 2018. Als u in aanmerking kunt komen voor betalingsrechten kunt u wellicht tevens aanspraak maken op een vergroeningsbetaling. U dient dan wel te voldoen aan extra vergroeningseisen.
Gebrek
Wanneer is nu sprake van een gebrek aan het verpachte? De wet definieert een gebrek aan het verpachte als ‘een staat of eigenschap van de verpachte zaak of een ander niet aan de pachter toe te rekenen omstandigheid, waardoor de zaak aan de pachter niet het genot kan verschaffen dat een pachter bij het aangaan van een goed onderhouden zaak van de soort waarop de overeenkomst betrekking heeft’ ( artikel 337 boek 7 Burgerlijk Wetboek). De rechtscolleges hebben eerder al bepaald dat ook sprake kan zijn van een gebrek als de oorzaak van de beperking niet is gelegen in de verpachte zaak zelf. Het ontbreken van een vergunning kan zodoende ook een gebrek aan het verpachte opleveren. In lijn met deze eerdere uitspraken heeft de pachtkamer van de Rechtbank Den Haag in de bovenvermelde kwestie tussen de Staat en de maatschap op 16 januari 2018 geoordeeld dat het afwijzen van een aanvraag van betalingsrechten ook een gebrek aan de verpachte zaak kan opleveren. Als sprake is van een gebrek kan de pachter evenredige vermindering van de pachtprijs en mogelijk schadevergoeding van de verpachter vorderen.
Meer informatie
Heeft u te maken met een prangende pachtkwestie? Neem dan contact op met Luc Golsteijn van team Food en Agri.
April 2018