Sinds de invoering van de Wet civielrechtelijk bestuursverbod op 1 juli 2016 kan aan (voormalige en indirecte) bestuurders en beleidsbepalers van rechtspersonen een bestuursverbod worden opgelegd voor de duur van maximaal 5 jaar. In een eerdere blogpost liep mijn collega Lana van de Laar vooruit op de inwerkingtreding van deze wet. De vordering tot oplegging van een bestuursverbod kan worden ingesteld door de curator of door het Openbaar Ministerie (OM), wanneer tijdens of in de drie jaar voorafgaand aan het faillissement aan één of meer van de hierna te noemen gronden is voldaan.
Om opgelegde bestuursverboden voor iedereen kenbaar te laten zijn, moeten deze worden ingeschreven in het handelsregister. Vorige week werden de eerste twee bestuursverboden in het handelsregister gepubliceerd, twee jaar na inwerkingtreding van de wet. U kunt de publicaties zelf raadplegen via: https://www.kvk.nl/over-de-kvk/overzicht-civielrechtelijk-bestuursverbod/. Op deze website kunt u zich ook aanmelden voor notificaties.
Overigens is het niet vreemd dat het even duurde voordat de eerste publicaties een feit waren. De wet is alleen van toepassing op faillissementen die zijn uitgesproken na 1 juli 2016. De zaak moet dus nog op gang komen. Of dat ook echt zal gebeuren, is nog maar de vraag. De praktijk is namelijk vanaf dag één vooral kritisch over het feit dat het instellen van een vordering tot oplegging van een bestuursverbod aan de curator is overgelaten. De curator zal immers kosten moeten maken voor de procedure, terwijl daar voor de gezamenlijke schuldeisers wier belangen hij behartigt niets tegenover staat. Het maatschappelijke doel van de wet is daardoor maar beperkt te verenigen met het doel van de Faillissementswet en de belangen die curator in dat verband heeft te behartigen.
Maar wanneer kan zo’n bestuursverbod nou worden opgelegd? De wet noemt daarvoor vijf gronden:
- wanneer de rechter heeft vastgesteld dat er sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement;
- wanneer de rechter heeft vastgesteld dat er sprake is geweest van paulianeus handelen;
- wanneer de bestuurder tijdens het faillissement geen gehoor geeft aan de meewerk- en informatieverplichtingen die op hem rusten;
- wanneer de bestuurder in de drie jaar voor het faillissement al twee keer eerder bij een faillissement was betrokken en hem daarvan een verwijt kan worden gemaakt;
- wanneer bepaalde vergrijpboetes zijn opgelegd, omdat er door opzet of grove schuld van de bestuurder te weinig belasting is betaald.De rechterlijke uitspraak waarbij een bestuursverbod is opgelegd, wordt in het handelsregister gepubliceerd, nadat deze onherroepelijk is geworden en daartegen dus geen hogere voorziening meer kan worden ingesteld. Bij de publicatie kunt u tevens de uitspraak waarbij het bestuursverbod is opgelegd, inhoudelijk raadplegen.
Staat u op het punt om een nieuwe bestuurder of commissaris te benoemen, check dan zeker even het handelsregister. Tijdens de duur van het bestuursverbod kan de bestuurder niet tot bestuurder óf commissaris van een rechtspersoon worden benoemd. Benoemt u een bestuurder of commissaris ten aanzien waarvan een bestuursverbod geldt, dan is die benoeming ongeldig en zou dat dus ertoe kunnen leiden dat er geen bestuurder is.
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met een van onze advocaten van het team Insolventie & Herstructurering.
Oktober 2018