Skip to main content

Bij het spelen van een tikspel tijdens de gymles loopt een leerling ernstig letsel op. Zijn ouders vinden dat de gymleraar zijn zorgplicht heeft geschonden. Zij stellen dat de onderwijsstichting waartoe de school behoort, als werkgever aansprakelijk is. De rechtbank Noord-Holland heeft op 14 maart 2018 geoordeeld dat de gymleraar bij de uitvoering van het spel binnen de grenzen van zijn zorgplicht heeft gehandeld. De onderwijsstichting is dus niet aansprakelijk.

Pionnenroof
Eind 2014 werd aan de klas van de leerling gymles gegeven. De gymleraar had besloten om het tikspel ‘pionnenroof’ te spelen. Bij dit spel staan twee teams tegenover elkaar. Het verdedigende team staat ongeveer twee meter voor de muur van de gymzaal. Een paar meter voor de verdedigers staan pionnen op een rij. De aanvallende partij moet proberen een pion te veroveren, terwijl de verdedigers een leerling van het andere team proberen te tikken.

Het ongeluk
De leerling in kwestie was tijdens die bewuste gymles ingedeeld bij de verdedigers. Één van de aanvallers wilde de pion pakken die door de leerling werd verdedigd. De leerling rende vervolgens in volle vaart achter de aanvaller aan om hem te kunnen tikken, maar net voordat de leerling de aanvaller kon aantikken, week de aanvaller uit. De leerling kwam vervolgens met zijn hoofd tegen de muur en brak zijn vijfde nekwervel. Hij liep als gevolg daarvan een incomplete dwarslaesie op. De betreffende muur was bekleed met geluidsisolerend materiaal.

De verwijten
De ouders van de leerling spreken de onderwijsstichting aan en vorderen schadevergoeding. Aan hun vordering leggen zij ten grondslag dat de gymleraar jegens de leerling onrechtmatig heeft gehandeld door de op hem rustende zorgplicht te schenden, waarvoor de onderwijsstichting als werkgever aansprakelijk is. De gymleraar zou bij de keuze van het tikspel geen rekening hebben gehouden met de feitelijke ongeschiktheid van de zaal. De ouders van de leerling verwijten de gymleraar geen beschermende valkussens op de muur te hebben aangebracht. Bovendien zou de leraar hebben nagelaten om de leerlingen ervoor te waarschuwen dat de op de muur aangebrachte bekleding bestond uit geluidsisolatie. Hun zoon verkeerde in de veronderstelling dat het beschermende valkussens betrof en dat hij er met volle vaart tegenaan kon lopen. Tot slot verwijten de ouders de gymleraar het tikspel niet actief te hebben begeleid en niets te hebben gedaan om het ongeval te voorkomen.

Zorgplicht
In deze zaak dient de rechtbank te beoordelen of de gymleraar zijn zorgplicht jegens de leerling heeft geschonden. Daarbij stelt de rechtbank voorop dat:

“de enkele mogelijkheid van een ongeval, als verwezenlijking van een aan een gymles in het algemeen en een gymnastiekoefening in het bijzonder inherent gevaar, niet zonder meer tot de conclusie leidt dat er sprake is van onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig handelen. Enerzijds zijn gymnastiekoefeningen van belang – en gelet op de door de overheid geformuleerde kerndoelen ook verplicht – voor de lichamelijke vorming en ontwikkeling van kinderen, ook al is daaraan uit de aard der zaak een bepaalde mate van gevaar verbonden. Anderzijds dient een school een veilige omgeving te zijn waarin het risico van letsel zoveel als redelijkerwijs mogelijk dient te worden vermeden. Of het niet treffen van voorzorgsmaatregelen, het niet geven van extra specifieke veiligheidsinstructies of het laten deelnemen aan een gymnastiekoefening onrechtmatig is, hangt af van de aard van deze gymnastiekoefening, de ernst van de mogelijke gevolgen, de bezwaarlijkheid van voorzorgsmaatregelen en de kans op schade”.

 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de mate van waarschijnlijkheid dat een leerling, ook als hij voor het eerst les heeft in de gymzaal en de bekleding op de muur ten onrechte houdt voor valkussens, bij het tikspel in volle vaart met zijn hoofd tegen een al dan niet beklede muur botst, niet zodanig groot dat de gymleraar gehouden was om af te zien van het spel, zelf valkussens op de muur aan te brengen of de leerlingen ervoor te waarschuwen dat de op de muur aangebrachte bekleding tegen dergelijke ongevallen geen bescherming bood. Bovendien is het volgens de rechtbank een feit van algemene bekendheid dat kinderen reeds op jonge leeftijd en zonder enige instructie tikspelletjes spelen. De rechtbank merkt verder op dat in een sportzaal waarin een groep schoolkinderen in de leeftijd van ongeveer 15 jaar een tikspel speelt, een verantwoorde wijze van toezicht houden niet inhoudt dat steeds op elk kind en op elk aspect van het spel direct toezicht wordt gehouden, zodanig dat elke onrechtmatigheid direct wordt opgemerkt en dat direct kan worden ingegrepen. De door de gymleraar uitgeoefende wijze – te weten een gymleraar die zich positioneert in het midden van het spel – zeker nu het tikspel de hele zaal bestreek, acht de rechtbank gebruikelijk en niet onverantwoord.

De rechtbank is dan ook van oordeel dat de gymleraar zijn zorgplicht jegens de leerling niet heeft geschonden en dat daarmee dus ook de onderwijsstichting als zijn werkgever niet onrechtmatig heeft gehandeld.

Bevestiging
Bovengenoemd oordeel is in lijn met eerdere rechtspraak en bevestigt nogmaals dat niet elke mogelijkheid van een ongeval tijdens een gymles, ook wanneer zich een ongeval voordoet met ernstige en blijvende gevolgen voor de leerling, zonder meer tot de conclusie leidt dat er sprake is van onzorgvuldig handelen door de gymleraar.

Meer weten?
Heeft u vragen over dit onderwerp of wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Dirkje Mandigers of een van de andere advocaten van ons team Onderwijs.