Skip to main content

Om het vrij verkeer van personen tussen de lidstaten eenvoudiger te maken, heeft de Europese Unie (EU) regelingen getroffen rondom het erkennen van diploma’s. Per 1 januari 2016 zijn deze gewijzigd.

Aanvankelijk gold voor de erkenning van bepaalde gekwalificeerde beroepen EU richtlijn 2005/36. Per 2016 is in navolging daarvan de EU richtlijn 2013/55 geïmplementeerd in de nationale wetgeving. De nieuwe richtlijn beoogt de werking van zijn voorganger te verbeteren, waardoor het makkelijker zou moeten worden bepaalde gekwalificeerde beroepen in een andere EU-lidstaten uit te oefenen. Een gekwalificeerd beroep houdt in dat degene die dit beroep uitoefent zijn kwalificatie hiertoe kan staven door een opleidingstitel, een bekwaamheidsattest of beroepservaring. Aangezien opleidingen tussen EU-lidstaten verschillen, verschillen ook de daaraan verbonden opleidingstitels.

Nu een belangrijke doestelling van de EU het vrij verkeer van personen en diensten is, is van belang dat er geen hinderpalen zijn die dit vrije verkeer belemmeren. Personen moeten de mogelijkheid hebben om als zelfstandige of werknemer een beroep uit te oefenen in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificaties werden verworven. Om die reden zijn specifieke regels noodzakelijk om de uitoefening van beroepswerkzaamheden op grond van de oorspronkelijke beroepstitel op ruimere schaal mogelijk te maken. De richtlijn ziet op deze wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties in de verschillende EU-lidstaten.

In de praktijk blijken beroepsbeoefenaren geregeld problemen te ervaren bij de erkenning van beroepskwalificaties in een andere EU-lidstaat, bijvoorbeeld omdat er onduidelijkheid bestaat over welke documenten verlangd worden of over de inhoud daarvan. Met de nieuwe richtlijn zouden de huidige procedures voor het verkrijgen van een erkenning van beroepskwalificaties in een andere EU-lidstaat vereenvoudigd moeten worden.

Een van de wijzigingen is de invoering van de Europese beroepskaart (European Professional Card, EPC). Het betreft geen echte kaart, maar een elektronisch bewijs dat de administratieve controles zijn uitgevoerd en dat de beroepskwalificaties zijn erkend door het land waar de werkzaamheden worden verricht. Na het succesvol doorlopen van de elektronische procedure, verkrijgt de betrokkene een zogenaamd EPC-certificaat met een referentienummer. De toekomstige werkgever kan dit referentienummer gebruiken om online na te gaan of de betreffende beroepskaart geldig is. Op dit moment is de beroepskaartprocedure alleen nog maar beschikbaar voor bepaalde beroepsgroepen. Het gaat om het beroep van algemeen verpleegkundige, apotheker, fysiotherapeut, berggids en onroerend goedmakelaar.

Het voornemen is dat de EPC-procedure in de toekomst wordt uitgebreid naar andere gekwalificeerde beroepen. Deze procedure zou gemakkelijker, sneller en transparanter moeten zijn dan de traditionele erkenningsprocedures. Ook nieuw is dat als de overheid van het gastland niet binnen de wettelijke termijn beslist, de kwalificaties stilzwijgend worden erkend. Hoe lang deze termijn is, is afhankelijk van het beroep waar erkenning voor aangevraagd wordt en de erkenningsprocedure waar dat beroep onder valt. De periode verschilt van één maand tot enkele maanden. De betrokkene kan na het verstrijken van de toepasselijke termijn het EPC-certificaat aanmaken. Onze ervaring met de traditionele erkenningsprocedure is inderdaad dat beroepsbeoefenaren flinke hinder kunnen ondervinden bij hun registratie in de ontvangende lidstaat en dat termijnen vaak niet gehaald worden. De EPC-procedure kan hier mogelijk een positieve bijdrage aan leveren.

Vanwege de eventuele risico’s die aan vereenvoudigde procedures zijn verbonden, wordt in richtlijn 2013/55 meer aandacht besteed aan de bescherming van de belangen van kwetsbare groepen, bijvoorbeeld patiënten en minderjarigen. Zo geldt er een waarschuwingsmechanisme bij een beroepsverbod dat is opgelegd aan – onder andere – beroepsbeoefenaren die werkzaam zijn in de zorgsector en kinderopvang. Hoe de informatie over beroepsbeoefenaren die disfunctioneren zal worden verspreid, dient zich nog verder uit te kristalliseren. Daarnaast komt er een separaat waarschuwingsmechanisme voor de situatie waarbij valse beroepskwalificaties worden gebruikt.

Wilt u meer weten over deze nieuwe Europese regels of heeft u andere vragen over de erkenning van beroepskwalificaties over de grens? Neem dan contact op.

Publicatie uit nieuwsbrief onderwijs juli 2016. Klik hier voor de nieuwsbrief.