Skip to main content

U kunt geconfronteerd worden met het faillissement van een onderneming in het Verenigd Koninkrijk (VK) waarmee u zaken doet. Wanneer deze onderneming failleert, moet u rekening houden met bepalingen van internationaal recht. Een schuldeiser kan zich namelijk niet zomaar verhalen op bepaalde vermogensbestanddelen in een andere lidstaat, in dit geval het VK. Na de brexit is het VK geen onderdeel meer van de EU. Welke gevolgen heeft een (no)deal brexit voor bestaande en toekomstige insolventieprocedures?

Wat betekent een dealscenario?
Op dit moment geldt in de EU de Europese Insolventierechtverordening (EG) nr. 1346/2000 (de “Verordening”). De Verordening heeft als doel de afwikkeling van faillissementen in Europa met een grensoverschrijdend aspect eenvoudig af te wikkelen.

De Insolventieverordening is van toepassing op de schuldenaar die het ‘centrum van zijn voornaamste belangen’ heeft op een grondgebied van een lidstaat. In die lidstaat is de rechter bevoegd de insolventieprocedure te openen en op basis van het recht in die lidstaat wordt de faillissementsprocedure afgewikkeld.

Belangrijkste gevolg van de Insolventieverordening is dat lidstaten wederzijds elkaars faillissementsprocedures erkennen. Schuldeisers kunnen in een insolventieprocedure hun vordering indienen, ongeacht de lidstaat waarin zij gevestigd zijn. Zo wordt bereikt dat alle schuldeisers zich kunnen verhalen op goederen in alle lidstaten, indien van toepassing.

Wanneer het VK de EU verlaat met een deal, is het mogelijk dat de werking van de Insolventieverordening (deels) blijft gelden. Het VK zou er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen de werking van de Verordening te laten gelden. Ook zou gekozen kunnen worden voor een bepaalde overgangsperiode voor reeds lopende faillissement. Hoe dit zich in de praktijk zal ontwikkelen blijft onduidelijk en is afhankelijk van de onderhandelingen tussen het VK en de EU.

Wat betekent een no-dealscenario?
Wanneer het VK de EU verlaat zonder afspraken, is de Verordening niet langer van toepassing. Deze werkt immers alleen voor de schuldenaar op het grondgebied van een ‘lidstaat’. Bij een no-deal brexit is het VK op het moment van uittreden geen lidstaat meer en valt het niet meer binnen het toepassingsbereik van de Verordening.

Wat betekent dit nou concreet? De Verordening bevat uniforme conflictenregels die in de plaats treden van de nationale regels die voor de lidstaten gelden op het gebied van het internationale privaatrecht. Zonder de Verordening wordt teruggevallen op de regels van het internationale privaatrecht.

Een no-deal brexit heeft daarmee invloed op de vraag wat de reikwijdte is van een Nederlandse faillissementsprocedure in het VK en andersom. Op basis van het internationaal privaatrecht is het per land afhankelijk of een curator zich kan verhalen op vermogensbestanddelen in een ander land en het faillissementsbeslag ook daarop rust. Met andere woorden; of een faillissementsvonnis in een ander land werking heeft.

In Nederland is op basis het internationaal privaat het territorialiteitsbeginsel het uitgangspunt. Dit betekent dat een faillietverklaring alleen werking heeft in het land waar het is uitgesproken. Dit betekent concreet dat een curator in het VK zich niet zomaar kan verhalen op vermogensbestanddelen in Nederland en andersom. Of een curator bevoegd is beslag te leggen op vermogen in het VK, zal beoordeeld moeten worden naar de nationale wet- en regelgeving daar. Hetzelfde geldt voor de curator in Engeland die zich wilt verhalen op vermogensbestanddelen in Nederland.

Meer informatie
Wilt u meer informatie? Bekijk dan onze brexit-pagina.