Skip to main content

In het kader van het programma herijking faillissementsrecht is op 26 juni door de Eerste Kamer de Wet modernisering faillissementsprocedure aangenomen. Met deze wetswijziging gaat de Faillissementswet (die overigens uit 1893 stamt) mee in de digitalisering van de huidige samenleving en speelt de wetgever in op een aantal behoeften die al geruime tijd bestaan. Ook voor crediteuren verandert het een en ander door de wetswijziging.

Ten eerste worden de rechterlijke beslissingen beter beschikbaar gemaakt door middel van een centraal insolventieregister. In dit insolventieregister, dat voor eenieder raadpleegbaar is, wordt “real-time” bijgehouden of een schuldenaar failliet is. Dit biedt een aantal voordelen in het handelsverkeer. Zo kunnen schuldeisers hierdoor sneller op een uitgesproken faillissement reageren door (bijvoorbeeld) hun zekerheidsrechten te activeren. Ook wordt hierdoor het risico beperkt dat schuldeisers onnodige verliezen lijden bijvoorbeeld doordat een schuldeiser, vanwege de onbekendheid met het faillissement, een inmiddels failliet bedrijf vooruitbetaalt. Het vonnis tot faillietverklaring zal binnen enkele minuten na het uitspreken van het faillissement in dit register worden geüpload.

Ten tweede wordt de termijn voor het indienen van een vordering aangescherpt. Op dit moment bepaalt de wet (nog) dat vorderingen kunnen worden ingediend tot het tijdstip dat door de rechter-commissaris is vastgesteld. De rechter-commissaris krijgt straks de bevoegdheid om deze (door hem vastgestelde) termijn te verlengen of te verkorten, al naar gelang de omstandigheden van het betreffende faillissement. Het is voor schuldeisers belangrijk om deze termijn in de gaten te houden omdat een vordering die na dit tijdstip wordt ingediend, niet wordt toegelaten in de verificatie. Op deze te laat ingediende vordering zal dus ook geen uitkering meer kunnen volgen, in tegenstelling tot hetgeen nu het geval is.

Ten slotte creëert de wetswijziging de mogelijkheid om het toezicht op de curator verder te intensiveren en te professionaliseren. Op dit moment oefent de rechter-commissaris het toezicht op de curator uit. In de praktijk blijkt het echter lastig te zijn voor rechters-commissarissen om toezicht uit te oefenen. Dat heeft enerzijds te maken met de complexiteit van sommige faillissementen (denk aan de afwikkeling van complexe financiële producten) en anderzijds met de hoge werkdruk waarmee zij te kampen hebben. De rechter-commissaris kan, teneinde het toezicht op de curator toch goed mogelijk te laten zijn, na intreding van de wetswijziging een deskundige benoemen die toezicht zal gaan houden op het beheer en de vereffening van de boedel.

Naast voornoemde wetswijzigingen wordt de Faillissementswet ook nog op andere punten gewijzigd zodat curatoren meer maatwerk kunnen leveren. Dit heeft als belangrijk gevolg dat het werk in faillissementen sneller en efficiënter kan worden verricht.

Voor meer informatie over deze voornoemde (of andere) wetswijzigingen kunt u contact opnemen met de advocaten van ons team Insolventie & Herstructurering.