Skip to main content

In een arrest van 14 juli 2020 heeft het gerechtshof Amsterdam bevestigd dat het is toegestaan om in selectieve distributieovereenkomsten een bepaling op te nemen die de distributeur verbiedt om producten te verkopen via (niet-erkende) online platforms. Bijzonder aan de uitspraak van het hof Amsterdam is dat het selectieve distributiesysteem niet zag op de verkoop van luxeproducten, waarvan sinds het Coty-arrest van het Hof van Justitie vaststaat dat een dergelijke verbodsbepaling is toegestaan, maar op de verkoop van de breed toegankelijke sportkleding van het merk Nike. Meer weten? In dit blog vertellen wij hoe het ook alweer zit met selectieve distributieovereenkomsten.

Selectieve distributieovereenkomsten in het algemeen

Selectieve distributieovereenkomsten zijn verticale overeenkomsten waarbij een leverancier haar distributeurs selecteert op basis van kwalitatieve of kwantitatieve criteria van deze distributeurs. Verkoop van de producten van de leverancier mag vervolgens alleen plaatsvinden door een erkende distributeur; (door)verkoop aan niet-erkende distributeurs is verboden. Sinds het Metro-arrest van het Hof van Justitie uit 1977 wordt aangenomen dat selectieve distributieovereenkomsten in beginsel in lijn zijn met het mededingingsrecht, omdat op deze manier de kwaliteit of de (luxueuze) eigenschappen van het product kunnen worden gewaarborgd.

Verbod op verkoop via online platforms

 Bij tijd en wijle onstaat discussie of een specifieke bepaling in een selectieve distributieovereenkomst is toegestaan. Sinds de opkomst van het internet spitsen deze discussies zich voornamelijk toe op bepalingen die de verkoop van producten via internet verbieden. Dit heeft ermee te maken dat een verbod op verkoop van producten via internet als het ware een beperking inhoudt van de mogelijkheid om producten aan klanten buiten het activiteitengebied van de distributeur te verkopen (verbod op passieve verkoop). Om die reden heeft het Hof van Justitie in het Pierre Fabre-arrest geoordeeld dat een algeheel verbod op verkoop via internet in strijd is met het mededingingsrecht.

Anders is dit echter voor bepalingen in selectieve distributieovereenkomsten die verkoop van producten via online platforms zoals Amazon of bol.com verbieden. Uit het Coty-arrest van het Hof van Justitie blijkt dat een verbod op verkoop van (luxe)producten via online platforms gerechtvaardigd kan zijn, indien op deze manier het (luxe-)imago van een product in stand kan worden gehouden. De vraag die echter opkomt is welke producten als ‘luxeproduct’ moeten worden beschouwd. Gaat het hierbij slechts om zeer exclusieve horloges, of bijvoorbeeld ook om producten van een meer toegankelijk merk zoals Nike? Deze vraag was aan de orde in een zaak die diende bij het gerechtshof Amsterdam.

Arrest van het gerechtshof Amsterdam

Deze zaak gaat om het volgende. Het sportmerk Nike had haar Europese distributeurs via een bepaling in de selectieve distributieovereenkomst verboden om Nike-producten te verkopen via online platforms indien deze online platforms niet vooraf door Nike waren goedgekeurd. Nadat Nike een overeenkomst met een Italiaanse distributeur had ontbonden wegens overtreding van voornoemde bepaling, vroeg de Italiaanse distributeur zich af of voorgaande wel in overeenstemming was met het mededingingsrecht. In casu was namelijk geen sprake van een luxeproduct, waardoor het Coty-arrest niet van toepassing was.

Volgens het gerechtshof Amsterdam hoeft bij de toepassing van een selectief distributiesysteem niet noodzakelijkerwijs sprake te zijn van een luxeproduct. Selectieve distributieovereenkomsten worden volgens de richtsnoeren verticale beperkingen van de Europese Commissie toelaatbaar geacht “ongeacht de aard van het betrokken product of de aard van de selectiecriteria”. Daarnaast gold er geen algeheel verbod om het internet te gebruiken, maar werd de online verkoop slechts beperkt tot verkopen via door Nike geautoriseerde retailers. Hiermee was gewaarborgd dat de klant ook via internet toegang heeft tot Nike-producten.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Uit het arrest van het gerechtshof Amsterdam volgt dat alle leveranciers die gebruik maken van een selectief distributiesysteem, verkoop van hun producten via online marktplaatsen mogen verbieden en/of beperken tot erkende retailers, ongeacht de aard van de betrokken goederen. Dit biedt in de toekomst meer mogelijkheden voor leveranciers om de kwaliteit van hun producten ook bij online verkopen te garanderen.

Daarbij dient overigens te worden opgemerkt dat dit uitgangspunt vooralsnog alleen voor Nederland geldt; de Duitse mededingingsautoriteit gaat ervan uit dat een verbod op online verkopen via online platforms wel degelijk een inbreuk op het mededingingsrecht oplevert. Zo lang het Hof van Justitie hierover geen duidelijkheid heeft gegeven, is het, bij toepassing van een verbod op verkoop van producten via online platforms in relatie tot een Duitse distributeur, raadzaam om de selectieve distributieovereenkomst vooraf door een specialist te laten toetsen.

Hulp nodig bij het opstellen van de voorwaarden voor een selectieve distributieovereenkomst? Neem dan contact op met Mayke Linssen of een van onze andere specialisten van het Team Commerciële Contracten. Wij helpen u graag verder!

Oktober 2020