Skip to main content

Aanvaarding van voor de verzekerde ongeschikte arbeid.

Centrale Raad van Beroep (CRvB) deed op 12 mei jl. een interessante uitspraak voor eigenrisicodragers.

Wat speelde er kortgezegd?

  • Werkgever is eigenrisicodrager voor de Ziektewet. Werknemer komt in dienst, meldt zich binnen een paar dagen ziek met psychische klachten en wordt in de proeftijd ontslagen.
  • Werkgever heeft de werknemer ziek uit dienst gemeld en als eigenrisicodrager ZW aan UWV verzocht een beslissing te nemen. UWV kent een ZW-uitkering toe die de eigenrisicodrager moet betalen.
  • Eigenrisicodrager bestrijdt dit met de stelling dat werknemer al ziek was voordat hij in dienst kwam en onderbouwt dit met een rapport van een extern medisch expert. De ZW-uitkering dient niet aan de eigenrisicodrager, maar aan UWV worden toegerekend.

Oordeel CRvB

De CRvB oordeelt in hoger beroep uiteindelijk als volgt. UWV mag bij de beoordeling van de aanspraken op een ZW- of een WIA-uitkering in beginsel uitgaan van de door de werkgever opgegeven dag waarop de werknemer het werk niet heeft aangevangen of gestaakt. Wanneer de eigenrisicodrager aan de juistheid van de door het UWV vastgestelde eerste ongeschiktheidsdag twijfelt, kan hij op grond van artikel 52c van de ZW aan het UWV vragen om daarover een besluit te nemen. De eigenrisicodrager zal op grond van gegevens van zijn arbodienst, zo nodig in samenhang met andere voor hem beschikbare (medische) gegevens, zijn opvatting over de aanvang van de ongeschiktheid moeten onderbouwen en aannemelijk moeten maken dat de werknemer op de datum van indiensttreding al ongeschikt was.

Deze eigenrisicodrager slaagt daarin!

CRvB overweegt daarbij het volgende:

  • de zeer korte tijdspanne tussen de datum van indiensttreding (januari) en het moment van uitval (na drie dagen werken)
  • de verklaring van werknemer over de manier waarop hij in die korte periode van werken bij werkgever (niet) heeft gefunctioneerd
  • én het feit dat werknemer uitviel door psychische klachten die in december al door de huisarts werden beschreven
  • én die op dat moment al aanleiding gaven tot verwijzing naar de praktijkondersteuner van de GGZ

Deze overwegingen geven voldoende en ondubbelzinnige indicaties dat werknemer bij aanvang van zijn dienstverband bij werkgever reeds ongeschikt was voor zijn arbeid. Dat de huisarts en praktijkondersteuner werknemer hebben aangeraden het – ondanks de bestaande klachten – toch maar te proberen in de verwachting dat de klachten dan wellicht zouden verdwijnen, doet hier niet aan af, aldus de CRvB.

Nu werknemer bij aanvang van het dienstverband al ongeschikt was voor zijn arbeid, heeft het UWV de eigenrisicodrager ter zake van de uitval van de werknemer ten onrechte verantwoordelijk gehouden voor betaling van de ZW-uitkering aan werknemer.

TIP! Neem als eigenrisicodrager niet te snel aan dat de 1e arbeidsongeschiktheidsdag bij u ligt. Wees kritisch bij een toerekening door UWV en teken tijdig bezwaar aan.

Heeft u vragen over eigenrisicodragerschap of andere vragen over sociaal zekerheidsrecht? Neem gerust contact op.

U kunt de uitspraak nalezen: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2021:1128

 

 

Juli 2021