De Corona crisis roept veel uiteenlopende juridische vragen op. Zo ook op het gebied van het bestuursrecht. Eén van die vragen heeft betrekking op het verstrijken van beslistermijnen en het dientengevolge ontstaan van omgevingsvergunningen van rechtswege.
De maatregelen die de overheid tegen de uitbraak van het Corona virus neemt, hebben niet alleen een grote impact op werknemers en bedrijven, maar ook op de bestuurlijke besluitvormingsprocessen als zodanig. Gemeenten proberen – veelal vanuit thuis – de dagelijkse afhandeling van (omgevings)vergunningaanvragen zo goed en zo kwaad als dat kan te continueren. Denkbaar is echter dat de aanvragen niet binnen de beslistermijn kunnen worden afgehandeld en dat hierdoor omgevingsvergunning van rechtswege ontstaan. Heeft de wetgever voorzien in een oplossing voor dit probleem?
Verlenging van de beslistermijn met maximaal zes weken: artikel 3.9 lid 2 Wabo
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning met de reguliere procedure wordt voorbereid, en het bevoegd gezag niet binnen de wettelijke termijn beslist op de aanvraag, ontstaat na het verstrijken daarvan een omgevingsvergunning van rechtswege (ook wel aangeduid als de “Lex silencio positivo”). Hierbij kan worden gedacht aan het niet tijdig beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk.
Op grond van artikel 3.9 lid 1 Wabo dient het bevoegd gezag binnen maximaal acht weken te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning. Het bevoegd gezag kan ingevolge artikel 3.9 lid 2 Wabo deze termijn eenmalig met maximaal zes weken verlengen. Of tot verlenging van de beslistermijn wordt overgegaan, dient binnen de aanvankelijke beslistermijn van acht weken te worden besloten. Door de beslistermijn met (maximaal) zes weken te verlengen, kan zodoende worden voorkomen dat een omgevingsvergunning van rechtswege ontstaat.
Opschorten van de beslistermijn: artikel 4:15 lid 2 sub c Awb
Het kan echter zo zijn dat zelfs de nadere zes weken niet voldoende ruimte biedt om op een aanvraag te beslissen. Heeft het bevoegd gezag in dat geval nog andere mogelijkheden om te voorkomen dat een omgevingsvergunning van rechtswege ontstaat?
Niet alleen artikel 3.9 lid 2 Wabo, maar ook artikel 4:15 lid 2 sub c Awb biedt het bevoegd gezag de mogelijkheid om de beslistermijn te verlengen. Uit dit artikel volgt dat zolang het bevoegd gezag door overmacht niet in staat is een besluit te nemen, de beslistermijn wordt opgeschort. Het bevoegd gezag moet de opschorting van de beslistermijn wegens overmacht wel mededelen aan de aanvrager (artikel 4:15 lid 3 Awb). Indien het bestuursorgaan dit nalaat, verstrijkt de beslistermijn en zal alsnog een omgevingsvergunning van rechtswege ontstaan.
Er is volgens de memorie van toelichting sprake van overmacht indien het gaat om ”een onmogelijkheid om te beslissen die veroorzaakt wordt door abnormale en onvoorziene omstandigheden buiten toedoen van het bestuursorgaan zelf en die ook buiten de risicosfeer liggen”. Het staat naar mijn oordeel buiten kijf dat de mondiale Corona crisis een dergelijke abnormale en onvoorziene omstandigheid is. Dat betekent dat het bevoegd gezag met een beroep op artikel 4:15 lid 2 sub c Awb de beslistermijnen voor lopende omgevingsvergunningaanvragen kan opschorten teneinde te voorkomen dat in deze roerige tijd onbedoeld omgevingsvergunningen van rechtswege ontstaan. Daarbij zij erop gewezen dat het bevoegd gezag de aanvrager in kwestie wel mededeling moet doen van de opschorting, alsmede binnen welke termijn de beschikking tegemoet kan worden gezien. Enige actie is dus wel vereist.
Meer informatie
Om ondernemingen en instellingen in deze roerige periode zo goed mogelijk te helpen, heeft Boels Zanders een corona-desk geopend. De Corona-desk is een telefonische advieslijn waar wij vragen van ondernemingen en instellingen beantwoorden. De Corona-desk is te bereiken via een apart telefoonnummer 088 – 30 40 200.
Daarnaast kunt u ook www.boelszanders.nl/coronavirus raadplegen waarop een Q&A (veelgestelde vragen en antwoorden) is opgenomen.
24 maart 2020