Hof Den Haag 22 februari 2017 ECLI:NL:GHDHA:2017:412
Opnieuw stelt het Hof Den Haag een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad ; dit keer vraagt het Hof om een beslissing over de invloed van het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop op de behoefte van de partneralimentatie-gerechtigde.
In HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3011 oordeelde de Hoge Raad reeds naar aanleiding van een eerdere prejudiciële vraag dat bij de vaststelling van kinderalimentatie het kindgebonden budget en de daarvan deel uitmakende alleenstaande ouderkop (hierna:KGB) niet in aanmerking dienen te worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind, maar wel bij de berekening van de draagkracht van de ouder die het KGB ontvangt, teneinde mede op basis daarvan de door beide ouders te leveren bijdrage in de kosten van de kinderen te berekenen.
In literatuur en jurisprudentie heerst sindsdien onduidelijkheid over de vraag of en zo ja, welke gevolgen dit heeft voor de partneralimentatie. De Hoven in den lande hebben daarover verschillende opvattingen. Dat kan in sommige gevallen enkele honderden euro’s netto per maand schelen. Rechtsonzekerheid en -ongelijkheid zijn het gevolg. Dus wordt de Hoge Raad te hulp geroepen om de knoop door te hakken.
De prejudiciële vraag die thans wordt gesteld, luidt of het KGB geldt als inkomen van degene die het KGB ontvangt, waardoor het KGB diens (aanvullende) behoefte vermindert en daarmee de vast te stellen partneralimentatie verlaagt, of dat het KGB, zoals ook andere inkomensafhankelijke overheidsverstrekkingen (zoals huur- of zorgtoeslag bijv.) een overheidsbijdrage is met een louter aanvullend karakter, zodat het om die reden buiten beschouwing moet blijven bij de bepaling van de behoefte van de ouder die het KGB ontvangt in het kader van de vaststelling van de door deze gevraagde partneralimentatie. En als dat toch zou moeten gebeuren, in hoeverre daarbij vervolgens dan rekening moet worden gehouden met het eigen aandeel van die ouder in de kosten van de kinderen, voor de bestrijding waarvan het KGB immers toch met name bedoeld lijkt te zijn.
Het woord is nu aan de Hoge Raad. We wachten met spanning af. De verwachting is dat dit enkele maanden zal duren, dus voor/rond de zomer kunnen wij u hopelijk berichten over de uitkomst. Ook in de tussentijd adviseert het team Familierecht u graag over alle aspecten inzake partner-en kinderalimentatie.
Februari 2017