Het Hof van Justitie legt uit: Correcte implementatie van de arbeidstijdenrichtlijn vergt het invoeren van een regeling die werkgevers verplicht een systeem op te zetten waarmee nauwkeurig de arbeidstijd van werknemers wordt geregistreerd.
Wat was er aan de hand?
Op 14 mei 2019 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) prejudiciële vragen beantwoord. Een Spaanse vakbond heeft de Spaanse rechter verzocht om een bank te verplichten een systeem in te voeren voor de registratie van het dagelijks aantal gewerkte uren door de werknemers. Op die manier kan volgens de vakbond worden gecontroleerd of de bank de vastgestelde arbeidstijden in acht neemt. Daartoe heeft zij aangevoerd dat zowel uit het Handvest van de grondrechten van de EU en de arbeidstijdenrichtlijn als uit het nationale recht een verplichting voortvloeit om een dergelijk systeem te implementeren. De bank heeft zich daarentegen op het standpunt gesteld dat het Spaanse recht een dergelijke verplichting niet kent, waarbij de bank heeft verwezen naar een uitspraak waarin door het Tribunal Supremo (de hoogste rechtsprekende instantie in Spanje) gelijkluidend is geoordeeld. De Spaanse rechter vroeg zich af of de eerder door het Tribunal Supremo gegeven uitleg wel in lijn is met het Unierecht en heeft daarom prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ EU.
Hoe zit het?
Het HvJ EU heeft aangegeven dat iedere werknemer een fundamenteel recht heeft op beperking van de maximumarbeidsduur en op de (dagelijkse en wekelijkse) rusttijden die volgen uit het Handvest en uit de arbeidstijdenrichtlijn. Werknemers zijn de zwakkere partij binnen de arbeidsverhouding, waardoor lidstaten moeten verhinderen dat werkgevers de rechten van werknemers op ontoelaatbare wijze beperken. Als waarborg voor het recht op beperking van de maximumarbeidsduur en de naleving van rusttijden is een systeem dat de dagelijkse arbeidstijd per werknemer monitort noodzakelijk. Zonder een dergelijk systeem kan niet worden vastgesteld of een werkgever de rechten van zijn werknemers eerbiedigt. Lidstaten moeten daarom een concrete regeling uitwerken, die werkgevers verplicht om een objectief, betrouwbaar en toegankelijk systeem te implementeren waarmee de werktijden van de werknemers worden geregistreerd.
Conclusie
Lidstaten zullen dus aan het werk moeten, willen zij voldoen aan de plicht die volgens het HvJ EU voortvloeit uit de richtlijn. Niet alleen de Spaanse autoriteiten zullen een dergelijke regeling moeten gaan opnemen, ook in Nederland bestaat deze verplichting voor werkgevers nog niet. Een werkgever hoeft echter niet bang te zijn dat individuele werknemers met deze uitspraak in de hand direct de invoering van een registratiesysteem kunnen afdwingen. Een richtlijn is namelijk niet rechtstreeks van toepassing op de verhouding tussen burgers.
Heeft u vragen over de (registratie) van arbeidstijden van uw werknemers? Neem dan contact op met een van onze arbeidsrechtspecialisten.
Team Arbeidsrecht houdt u op de hoogte van alle ontwikkelingen in het Arbeidsrecht via de website en haar eigen showcasepagina op LinkedIn
Augustus 2019