Pandrecht en hypotheekrecht

Een financier wil doorgaans zoveel mogelijk zekerheid dat zijn vordering wordt terugbetaald. Deze zekerheid kan de vorm hebben van pandrechten en hypotheekrechten. Dit zijn zogenaamde zekerheidsrechten. Indien een schuldeiser ter zekerheid van zijn vordering een pand- en/of hypotheekrecht heeft, heeft hij voorrang bij de verdeling van de opbrengst van het registergoed, de roerende zaak of de vordering ten opzichte van schuldeisers die géén pand- en/of hypotheekrecht hebben.

Een pandrecht wordt gevestigd op een roerende zaak, vordering of een ander vermogensrecht. Hypotheekrechten kunnen alleen worden gevestigd op registergoederen. De meest voorkomende registergoederen zijn natuurlijk onroerende zaken (vastgoed), maar ook vliegtuigen en bepaalde schepen kunnen een registergoed zijn.

Op de registergoederen, roerende zaken, vorderingen of andere vermogensrechten kunnen meerdere pand- of hypotheekrechten worden gevestigd. In beginsel gaat dan het oudste recht voor op een jonger recht.

Hoe wordt een pand- en/of hypotheekrecht gevestigd? Een pand- en/of hypotheekrecht wordt gevestigd op dezelfde wijze als het goed waarop dit zekerheidsrecht rust, wordt overgedragen. Dat betekent dat een pandrecht, afhankelijk van de aard van de zaak, vordering of ander vermogensrecht, op verschillende manieren moet worden gevestigd.

Pand- en hypotheekrechten zijn met name relevant indien de schuldenaar in betalingsproblematiek verkeert, bijvoorbeeld in geval van faillissement. Een partij met een pandrecht of hypotheekrecht wordt ook wel ‘separatist’ genoemd. Een separatist kan zich verhalen op het onderpand alsof er geen faillissement is.

Niet zelden gaat een zekerheidsrecht teniet of kan de schuldeiser geen aanspraak maken op de voorrang omdat er een fout is gemaakt bij de vestiging en/of uitwinning. Bent u voornemens om een pand- en/of hypotheekrecht te vestigen of uit te winnen? Onze specialisten hebben ruime ervaring en kunnen de uiteenlopende vragen snel beantwoorden en u wijzen op de eventuele risico’s.

Overigens gelden er niet alleen voor de schuldeiser regels bij de uitwinning. Ook voor een curator gelden regels in geval van een pandrecht. Zo mag een curator bijvoorbeeld niet zonder meer een verpande vordering incasseren zonder overleg met de pandhouder of termijnstelling. Het is dan ook van belang dat de pandhouder en curator in overleg treden en afspraken maken over de incasso van het verpande goed.

Pand- en hypotheekrechten zijn met name relevant indien de schuldenaar in betalingsproblemen verkeert, bijvoorbeeld in geval van faillissement. Een pand- of hypotheekhouder kan zich verhalen op het onderpand alsof er geen faillissement is.

Zoals dat voor alle overeenkomsten geldt, is het vanwege de ontwikkeling van het recht noodzakelijk om geregeld te controleren of de zekerheden nog juist zijn gevestigd of uitgebreid kunnen worden.

Onze advocaten kunnen u niet alleen adviseren over de vraag op welke goederen een zekerheidsrecht kan worden gevestigd, maar ook over de wijze van uitwinning en de rechten en plichten die u als pand- en/of hypotheekhouder heeft in en buiten een faillissementssituatie.

Meer informatie?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
team Insolventie & herstructurering.

Naar de contactpagina