Een onderneming kan in financieel zwaar weer terechtkomen. De onderneming kan zelfs failliet gaan. U ziet echter mogelijkheden voor een doorstart of een verkoop van bedrijfseigendommen die verpand zijn. De onderneming zelf is in de kern rendabel, alleen wel in afgeslankte vorm. Om te weten tegen welke (financiële) voorwaarden een curator medewerking aan een doorstart kan verlenen, is het zaak het over te nemen actief door een gerenommeerde partij te laten taxeren.
Die taxatie dient rekening te houden met de situatie waarin het bedrijf terecht is gekomen (financiële problemen). idealiter zal deze leiden tot een waardering op basis van de “onderhandse verkoopwaarde bij gelijkblijvende locatie en gebruik” en de “liquidatiewaarde”. Het verschil tussen beide is – kort samengevat – het volgende.
De onderhandse verkoopwaarde zoals voornoemd, is de waarde die het actief heeft op het moment dat het onder tijdsdruk wordt verkocht, maar niet hoeft te worden verplaatst naar een andere locatie. Simpel weergegeven: een doorstart met dezelfde zaken in hetzelfde pand. Het tegenovergestelde hiervan is de liquidatiewaarde. Die gaat ervan uit dat het actief elders naartoe zal gaan. Het maakt voor een koper nogal verschil of hij machines dient te demonteren en verplaatsen naar een andere locatie, om ze daar weer op te bouwen en werkend te krijgen, of de situatie dat dit allemaal niet hoeft. Dat leidt immers tot extra kosten. Juist dat is een van de belangrijkste verschillen tussen de beide waardes.
In de begeleiding van een taxateur is het van belang dat hij of zij erop wordt gewezen welke zaken eigendom van het bedrijf zijn en welke niet. Lease- of huurzaken zullen in de regel uitgezonderd worden van waardering of als zodanig worden geoormerkt; dit zijn namelijk zaken die niet van een curator worden gekocht, maar waarover met de verhuurder of de leasemaatschappij afspraken gemaakt moeten worden. Het doel is vanzelfsprekend om tot een duidelijke waardering te komen van die zaken die daadwerkelijk verworven kunnen worden.
Taxeren kan (vlak) voor, maar ook na faillissement. Op basis van het taxatierapport kan er met de curator en de eventueel betrokken financiers worden onderhandeld. Afhankelijk van de snelheid waarmee een doorstart moet worden gerealiseerd kan hier een afweging worden gemaakt. Wanneer er ná faillissement getaxeerd wordt dan is het in de regel de curator die de opdracht verleend, al dan niet op basis van een afspraak met de beoogde doorstarter of de betrokken financiers over de verdeling van de kosten.
Het is voor zowel een ondernemer, financier als curator van belang over een objectieve waardering van het voorhanden zijnde actief te beschikken. Een goede begeleiding van dit proces maakt dat de waardering zorgvuldig tot stand komt, de kosten op een reële basis tussen de verschillende betrokken partijen worden verdeeld en komt de snelheid van het een en ander ten goede. Wij zijn u graag van dienst!