Afkoelingsperiode

Zodra een onderneming in betalingsproblemen komt te verkeren of zelfs failliet gaat, proberen onbetaald gelaten leveranciers met regelmaat om geleverde spullen op te halen. Dat kan leiden tot chaos. Om dat te voorkomen kan de toezichthoudende rechter-commissaris – in een faillissement of surseance van betaling – een zogenaamde afkoelingsperiode instellen.

Tijdens de afkoelingsperiode krijgt de curator de tijd om een inventarisatie te maken van de schulden en bezittingen van de failliete onderneming. Deze tijd kan de curator gebruiken om te beoordelen welke goederen eigendom van de failliet zijn en welke niet. Immers, de curator mag slechts de goederen te gelde maken die eigendom zijn van de failliete onderneming. Deze afkoelingsperiode wordt voor maximaal twee maanden ingesteld. Daarna kan de afkoelingsperiode op verzoek van de curator worden verlengd indien dat nodig is.

Schuldeisers kunnen hun rechten ten opzichte van deze goederen tijdens de afkoelingsperiode niet uitoefenen. Dit betekent bijvoorbeeld dat schuldeisers tijdens die periode geen aan failliet verhuurde of geleasede goederen of onder eigendomsvoorbehoud geleverde goederen mogen opeisen. Je zult als schuldeiser dus even geduld moeten hebben en moeten afwachten tot de curator zijn inventarisatie heeft afgerond. Indien u als schuldeiser wordt geconfronteerd met een afkoelingsperiode, houd dan rekening met de volgende aandachtspunten.

Het eerste aandachtspunt is de mogelijkheid die de Belastingdienst heeft ‘bodembeslag’ te leggen. Bodembeslag houdt in dat de Belastingdienst beslag legt op alle zaken die zich duurzaam op de ‘bodem’ van de failliete onderneming bevinden (zoals meubilair of computers, maar juist niet een bedrijfsauto of de voorraad). De Belastingdienst neemt deze bodemzaken in beslag en verkoopt ze om zo zijn vordering te innen. De Belastingdienst kan onder het bodembeslag óók zaken in beslag nemen die eigendom zijn van derden. Denk dan aan zaken die door een leverancier onder eigendomsvoorbehoud zijn geleverd aan de failliete onderneming. De leverancier kan door de afkoelingsperiode de goederen niet ophalen, maar hier kan wel beslag op worden gelegd. Dit wil je als leverancier natuurlijk voorkomen.

Om te voorkomen dat de Belastingdienst zich verhaalt op zaken waarvan u als leverancier eigenaar bent, dient u nog voordat de Belastingdienst bodembeslag legt uw zaken per deurwaardersexploot op te eisen. Alleen dan vallen de zaken niet onder een later gelegd bodembeslag en is uw eigendom veiliggesteld. Wij kunnen u helpen bij het opeisen van uw zaken.

Een ander aandachtspunt is dat de curator onder omstandigheden kan besluiten de failliete onderneming voort te zetten. Mogelijk wil de curator uw zaken daarvoor gebruiken. Het is van belang om daarover (financiële) afspraken te maken. Tijdens een afkoelingsperiode is de curator namelijk niet verplicht om de zaken direct aan u terug te geven. Dit kan tot gevolg hebben dat producten in de tussentijd door het verbruik tenietgaan en u uw zaken verliest.

De curator mag dit niet zonder de positie van de eigenaar uit het oog te verliezen. Het is dus van belang om als eigenaar van zaken zo snel mogelijk in contact te treden met de curator. Onze specialisten kunnen opkomen voor uw belangen en de onderhandelingen voor u voeren. Ook kunnen wij controleren of de curator de regels in acht neemt.

Meer informatie?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
team Insolventie & herstructurering.

Naar de contactpagina