De Wet Werk en Zekerheid beperkt het aantal tijdelijke arbeidsovereenkomsten dat de werkgever binnen twee jaar tijd mag aangaan met een werknemer zonder dat van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Het was de vraag of werkgevers in het primair onderwijs met een beroep op het overgangsrecht van de WWZ de werking van de nieuwe ketenregeling tot 1 juli 2016 konden uitstellen. Op 5 april en 11 mei 2017 hebben het Hof Arnhem-Leeuwarden en het Hof ‘s-Hertogenbosch bekrachtigd dat in het primair onderwijs de nieuwe ketenregeling van de WWZ pas op 1 juli 2016 in werking is getreden.
De ketenregeling
De ketenregeling is een wettelijke bepaling die het aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd maximeert in aantal en omvang. Sinds de WWZ bepaalt artikel 7:668a van het Burgerlijk Wetboek dat er maximaal drie arbeidsovereenkomsten met een totale looptijd van twee jaar mogen worden gesloten, waarbij tussenpozen tot maximaal zes maanden worden meegenomen in de berekening van die twee jaar. Voorheen gold een ruimer regime én het was mogelijk om bij cao daarvan af te wijken, waardoor de ketenregeling nog verder mocht worden uitgebreid. Volgens de cao PO was het aantal tijdelijke dienstverbanden onbeperkt in een aaneengesloten periode van 36 maanden. Die situatie is niet meer.
Overgangsrecht WWZ
Bij de inwerkingtreding van de WWZ op 1 juli 2015 werd ook overgangsrecht tot 1 juli 2016 vastgesteld. In het primair onderwijs hebben de sociale partners gebruik gemaakt van dat overgangsrecht. Het betekende dat de oude cao-bepalingen voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten van kracht bleven en de nieuwe ketenbepaling van de WWZ nog niet van kracht was. De bedoeling was dat de cao PO 2014-2015 zou doorlopen tot 1 juli 2016. Per 1 juli 2016 zou een nieuwe cao van kracht worden, hetgeen ternauwernood is gelukt. De cao PO 2014-2015 werd echter wel al door de partners opgezegd in december 2014. Deze actie heeft geleid tot twijfels in het veld of het overgangsrecht wel van toepassing zou zijn.
Rechtspraak eenduidig
Inmiddels hebben twee Gerechtshoven vastgesteld dat het overgangsrecht inderdaad van toepassing was en de nieuwe ketenregeling van de WWZ pas in werking is getreden op 1 juli 2016. Op 5 april en 11 mei 2017 hebben het Hof Arnhem-Leeuwarden en het Hof ‘s-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een tweetal geschillen tussen een onderwijsinstelling en een vervanger in het primair onderwijs.
Arnhem-Leeuwarden: ziektevervanging ambulant begeleider
De zaak van het Hof Arnhem-Leeuwarden betreft een ambulant begeleider die in dienst is getreden op 14 oktober 2013 bij een bevoegd gezag van een negental scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. De cao PO is op de arbeidsrelatie van toepassing.
De werknemer heeft in eerste instantie bij één school (school A) op basis van zeven arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en een detachering via het uitzendbureau werkzaamheden verricht. Parallel hieraan heeft de werknemer op een andere school (school B) van dezelfde werkgever vervangingswerkzaamheden verricht. Uiteindelijk is op 20 oktober 2015 door de werkgever bepaald dat de werknemer met ingang van 1 augustus 2015 voor 0,5 fte op school A en voor 0,5 fte op school B werkzaam is. Op 24 januari 2016 is de zieke ambulant begeleider van school B hersteld en is het dienstverband met de werknemer in zijn geheel van rechtswege beëindigd, aldus de werkgever. De werknemer stelt dat er inmiddels sprake is van een vast contract.
De kantonrechter bepaalt dat er sprake is van twee op zichzelf staande arbeidsrelaties (met school A en B) en dat deze los van elkaar moeten worden beoordeeld ten aanzien van de vraag of er inmiddels sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Bij het Hof staat de vraag centraal of het overgangsrecht op de cao PO van toepassing is. Zo niet, dan is met de gesloten arbeidsovereenkomst op 20 oktober 2015 sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van 1,0 fte. Zo wel, dan is de arbeidsovereenkomst conform de bepalingen uit de cao PO 2014-2015 voor 0,5 fte van rechtswege geëindigd per datum herstel van de ambulant begeleider.
Het Hof stelt vast dat de cao-partijen de gevolgen van de opzegging van de cao nader hebben geregeld: de cao PO 2014-2015 blijft van toepassing totdat er een nieuw cao-akkoord zal zijn bereikt. Als gevolg daarvan, zo luidt het oordeel van het Hof, is het overgangsrecht van toepassing tot 1 juli 2016 en is de uitgebreide ketenregeling in deze zaak nog steeds geldig. Het Hof bepaalt dat werknemer voor school A inmiddels voor onbepaalde tijd werkzaam is voor 0,5 fte, maar dat – met toepassing van de regels rondom vervanging bij ziekte uit de cao PO 2014-2015 – de arbeidsovereenkomst met school B (0,5 fte) van rechtswege is geëindigd met het herstel van de zieke collega.
‘s-Hertogenbosch: ziektevervanging docent bijzonder onderwijs
In deze zaak gaat het om 10 korte dienstverbanden vanaf 22 september 2015 voor een vervanger op een basisschool voor neutraal bijzonder onderwijs. Kern van het geschil betreft ook hier de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De laatste arbeidsovereenkomst zou volgens de werkgever van rechtswege zijn geëindigd op 30 juni 2016. In deze zaak heeft het Hof nog geen definitieve uitspraak gedaan maar aan de werkgever een bewijsopdracht gegeven die de conclusie rechtvaardigt dat 29 of 30 juni 2016 als einddatum van de laatste arbeidsovereenkomst is overeengekomen. Wel heeft het Hof al vastgesteld dat op grond van vergelijkbare argumenten als in de zaak bij het Hof Arnhem-Leeuwarden het overgangsrecht WWZ van toepassing is en de bepalingen bij ziektevervanging op grond van de cao PO 2014-2015 tot 1 juli 2016 van kracht zijn.
Wat betekent dit voor de praktijk tot 1 juli 2016?
Voor juridische geschillen van vóór 1 juli 2016 zijn de twee uitspraken van deze Gerechtshoven van belang. Voor de periode 1 juli 2015 tot 1 juli 2016 geldt immers volgens het overgangsrecht van de WWZ nog steeds de cao PO 2014-2015.
Tot slot: verdere verruiming vanaf 1 juli 2016
De cao-partijen hebben gebruik gemaakt van de (beperkte) mogelijkheid die de WWZ biedt om de wettelijke ketenregeling te verruimen. Op grond van de huidige cao PO mogen zes tijdelijke arbeidsovereenkomsten worden gesloten binnen een periode van drie jaar. De Minister van SZW heeft daarnaast bij Regeling van 22 december 2016 vastgesteld dat in de maanden januari tot en met maart de wettelijke ketenregeling voor kortdurende, onvoorzienbare ziektevervangingen niet van toepassing is voor onderwijsgevend personeel of onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden taken of behandeltaken in het primair onderwijs.
Vragen?
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen over de werking van de WWZ in het onderwijs? Neem dan gerust contact op met de arbeidsrechtspecialisten van ons team Onderwijs: Gilles Raaijmakers, Andries Houtakkers en Jean-Luc Coenegracht.
Mei 2017