In een kort geding hebben ouders verzocht het schoolbestuur te veroordelen om een opgesteld ontwikkelingsperspectiefplan daadwerkelijk uit te voeren en de mediaberichten waarin gesproken werd over een ”agressieve vader” te laten verwijderen.
Feiten
Verzoekers zijn de ouders van twee kinderen die naar de basisschool gaan. Hun kinderen hebben te maken met medische problematiek. Zij hebben een immuundeficiëntie, waardoor hun afweersysteem niet goed functioneert en zij extra (medische) zorg nodig hebben op school. Op 3 oktober 2019, anderhalf jaar nadat de kinderen de school voor het eerst hadden bezocht, verzochten zij de school een ontwikkelingsperspectiefplan (hierna: OPP, overigens hanteert de voorzieningenrechter de term ‘onderwijsperspectiefplan’) op te stellen.
Op 24 oktober 2019 was er nog steeds geen OPP en is de vader naar school gegaan. Hij is in gesprek gegaan met twee leerkrachten en dit gesprek heeft hij opgenomen. Vijf dagen na het gesprek ontving hij een aangetekende brief, waarin werd meegedeeld dat aan hem de toegang tot de school wordt ontzegd. Dezelfde dag plaatste de school tevens een mededeling op het ouderportaal. Hierin werd gemeld dat een incident heeft plaatsgevonden waarbij school en politie hebben opgetreden en dat kinderen dit mogelijk hebben gezien. Verder werd aangegeven dat er geen gevaar was voor de kinderen, maar dat school uit voorzorg de komende dagen haar deuren gesloten zal houden.
Op 8 november 2019 heeft de advocaat van ouders verzocht het toegangsverbod op te heffen. Vervolgens verschenen op 15 november 2019 in de plaatselijke (online) media twee berichten waarin werd aangegeven dat de school maatregelen heeft genomen tegen een agressieve vader. De advocaat heeft diezelfde dag het schoolbestuur gesommeerd deze berichten te laten verwijderen. Het schoolbestuur liet op 20 november 2019 aan de ouders weten afspraken te willen maken over de communicatie en toegang tot school. Vervolgens is op 26 november 2019 een OPP opgesteld dat door de ouders en de leerkracht is ondertekend.
Op 27 november 2019 heeft het schoolbestuur aan de ouders een voorstel gestuurd voor een bericht op het ouderportaal om te communiceren dat het conflict in goed overleg is opgelost. Dit hebben de ouders niet geaccepteerd.
Sinds 9 december 2019 zijn de kinderen niet meer naar school gegaan.
Geschil
Ouders vorderen in kort geding dat het schoolbestuur binnen zeven dagen na opstellen van het OPP daaraan uitvoering dient te geven en een dwangsom van 1.000,- euro voor elke dag voor het uitblijven hiervan. Verder eisen de ouders om de berichten uit de media te laten verwijderen en verwijderd te laten.
De beoordeling
De rechter oordeelt dat er sprake is van spoedeisend belang, aangezien er uitvoering gegeven dient te worden aan het OPP en de kinderen momenteel geen onderwijs genieten. Tevens wordt een spoedeisend belang aangenomen vanwege het feit dat ouders hinder ondervinden door de berichtgeving in lokale media.
De voorzieningenrechter is met de ouders van mening dat het te lang geduurd heeft voor het OPP is opgesteld, maar wat daar ook van zij, het plan is inmiddels gereed en de ouders hebben dit OPP ook ondertekend. De voorzieningenrechter acht niet aannemelijk dat het schoolbestuur geen uitvoering zal gaan geven aan het OPP en overweegt daartoe als volgt. Het schoolbestuur heeft gemotiveerd gesteld dat zij enige tijd nodig had om voorbereidingen te treffen om aan de voorwaarden van het OPP te voldoen. De benodigde voorzieningen zijn onder meer een eigen toilet voor de kinderen dat dagelijks wordt gesteriliseerd, desinfectiepompjes, individuele begeleiding en persoonlijke lesruimte voor ieder kind en het regelen van financiering met de gemeente voor een kinderverpleegkundige.
Tijdens de zitting bleek dat inmiddels aan zowel de voorwaarden van het OPP als de financiering van de kinderverpleegkundige is voldaan. De kinderen kunnen dan ook onderwijs volgen conform het OPP, maar de ouders hebben hun kinderen vanaf 9 december 2019 niet meer naar school gestuurd terwijl dit volgens het schoolbestuur wel mogelijk was. De voorzieningenrechter is derhalve van oordeel dat ouders geen belang hebben bij de veroordeling om aan het OPP uitvoering te geven.
Verder geeft de voorzieningenrechter aan begrip te hebben voor het feit dat de mediaberichten een negatieve impact hebben gehad op het gezin. De voorzieningenrechter stelt de vordering echter niet te kunnen toewijzen omdat, los van de vraag of de mediaberichten onjuist, onvolledig of misleidend zijn geweest, de ouders hun vordering onvoldoende concreet hebben geformuleerd. Zij vorderen rectificatie, zonder aan te geven hoe deze dient te luiden. De voorzieningenrechter adviseert de ouders om het voorstel van 27 november 2019 te accepteren en zo een streep te zetten onder het verleden.
Conclusies
In deze zaak hebben de kinderen overduidelijk extra ondersteuning nodig en heeft het erg lang geduurd voordat een OPP werd opgesteld. Dat dit heeft geleid tot een verstoorde relatie tussen ouders en school is niet onbegrijpelijk. Daardoor lijken de ouders blind te zijn geweest voor wat de school op zeker moment wel heeft gedaan. Toen de ouders het kort geding aanhangig maakten, was er een OPP vastgesteld en was inmiddels ook aan alle voorwaarden voor de uitvoering daarvan voldaan. Daarmee was er geen grond meer om die vordering van de ouders toe te wijzen. De vordering met betrekking tot de negatieve mediaberichten was te vaag geformuleerd om te kunnen worden toegewezen. Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat bovendien het schoolbestuur al een redelijk voorstel had gedaan om het imago van de vader te herstellen. Daarop hebben de ouders echter niet meer gereageerd. Doordat zij het kort geding hebben verloren zijn de ouders in de proceskosten veroordeeld.
Meer informatie
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met een van onze specialisten van Team Onderwijsrecht. Wij helpen u graag!
April 2020