Een onderneming is gebonden aan wettelijke regelgeving en aan haar eigen interne regels, zoals de statuten of het huishoudelijk reglement. Het is van belang om ook deze regels goed voor ogen te houden indien bepaalde handelingen worden verricht. Als deze regels niet of niet goed worden nageleefd, dan kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Dit blijkt ook uit de volgende casus die zich voor de Rechtbank Den Haag afspeelde.
Een werknemer was in dienst getreden bij SternTec. Met ingang van 1 januari 2003 was hij tot statutair directeur benoemd. De werknemer en SternTec hadden daartoe een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor 40 uur per week gesloten. Het laatstgenoten salaris van werknemer was (bruto) EUR 7.500 p/m. Op 18 april 2018 is de werknemer per direct en eenzijdig vrijgesteld van werkzaamheden. Per diezelfde datum is hij uit het Handelsregister uitgeschreven als bestuurder. Op 7 mei 2018 is de werknemer uitgenodigd voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van SternTec. Tijdens de AVA, die op 23 mei 2018 werd gehouden, was het enige agendapunt zijn voorgenomen ontslag als statutair directeur van SternTec. Het dienstverband is op 7 juni 2018 door SternTec opgezegd en zij heeft de werknemer een transitievergoeding van (bruto) EUR 97.200 uitbetaald.
De werknemer is het niet eens met de hoogte van de transitievergoeding en vordert onder meer een billijke vergoeding van (bruto) EUR 634.878. Dit bedrag was in zijn optiek zo hoog omdat hij het aannemelijk vond dat hij tot zijn pensioengerechtigde leeftijd bij SternTec had kunnen blijven werken en hij door zijn voortijdig ontslag loon derft, pensioenschade heeft en het gebruik van een leaseauto en telefoon misloopt.
De rechtbank vindt dat het onvoldoende duidelijk is geworden waarom SternTec de werknemer op non-actief heeft gesteld en later heeft ontslagen. Enerzijds zou een fusie van SternTec met een ander bedrijfsonderdeel binnen de Stern Groep als reden genoemd zijn, anderzijds wordt het (dis)functioneren van werkgever als ontslaggrond genoemd. Wat ook van die gronden zij, de rechtbank constateert dat de werknemer reeds per 18 april 2018 als bestuurder van SternTec uit het Handelsregister is geschrapt en dat de werknemer pas daarna is uitgenodigd voor de AVA om hem te horen over zijn schorsing en ontslag. De AVA vond pas plaats op 23 mei 2018, dus nå de datum van non-actief stelling en na schrapping van de werknemer als statutair directeur uit het Handelsregister. Daarmee heeft SternTec in strijd gehandeld met zowel een wetsbepaling (artikel 2:227 lid 7 BW) als met een statutaire bepaling van SternTec. In deze bepalingen staat dat een directeur te allen tijde door de algemene vergadering van aandeelhouders kan worden geschorst of ontslagen. De betrokken directeur dient daarbij in de gelegenheid te worden gesteld zich in de algemene vergadering van aandeelhouders te verantwoorden. Dat laatste was wel gebeurd, maar zoals hiervóór bleek, werd de werknemer pas gehoord nadat hij al was ontslagen.
De rechtbank vindt dat SternTec ernstig verwijtbaar heeft gehandeld doordat zij niet de wettelijke en statutaire bepalingen in de arbeidsrechtelijke verhouding tussen SternTec en de werknemer in acht heeft genomen. Daarom heeft de werknemer recht op een billijke vergoeding die de rechtbank vaststelt op EUR 65.000. Die dient SternTec te voldoen naast de eerder uitgekeerde transitievergoeding van EUR 97.200.
Meer informatie
Voor ondernemingen is het van belang om zowel wettelijke voorgeschreven bepalingen als interne bepalingen te volgen indien bepaalde handelingen worden verricht. Bestaat er voor u onduidelijkheid of u aan bepaalde regels bent gebonden, of wilt u graag meer weten over hoe u bepaalde regels moet interpreteren? Neem dan contact op met een van de advocaten van ons team insolventie & herstructurering.