Skip to main content

Sinds enkele jaren bieden verscheidene Nederlandse rechtbanken de mogelijkheid om door middel van een zogeheten pre-pack een doorstart voor te bereiden bij een bedrijf waar een faillissement aanstaande is. Op verzoek van de ondernemer wordt in dat geval een zogenaamd ‘beoogd curator’ aangesteld die onderzoekt of een onderneming geschikt is voor een eventuele doorstart. Zodra een potentiële koper is gevonden, wordt het faillissement uitgesproken en promoveert de beoogd curator tot curator. De voorbereide verkoop kan vervolgens in faillissement zo snel mogelijk worden verwezenlijkt.

Een voordeel van het gebruik van de pre-pack is dat waardeverlies van de onderneming door de snelle doorstart beperkt blijft. De huidige wetgeving kent echter geen bepalingen omtrent de pre-pack. Hoewel de wetgever met het wetsvoorstel WCO-I daarin verandering poogt te brengen, mist de beoogd curator tot op heden een maatstaf aan de hand waarvan hij zijn werkzaamheden moet verrichten en welke belangen hij daarbij moet behartigen. De Hoge Raad neemt in zijn uitspraak van 4 oktober 2019 het voortouw.

Aanleiding voor de uitspraak
In juni 2013 is een door een stichting beheerd ziekenhuis, na verzoek van het bestuur van de stichting, in een pre-packprocedure terecht gekomen. De aangewezen beoogd curatoren hebben als aanwijzing meegekregen dat het doel van de pre-pack was om een zo hoog mogelijke opbrengst ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers te realiseren en de maatschappelijke schade te beperken.

De beoogd curatoren vinden in de loop van de pre-pack een overnamekandidaat, namelijk Spijkenisse Medisch Centrum B.V. (hierna: SMC). In dat kader heeft de overnemende partij op 27 juni 2013 vrijwel alle medisch specialisten die in dienst waren van het ziekenhuis een arbeidsovereenkomst aangeboden. De lopende contracten van de medisch specialisten zijn vervolgens op 3 juli 2013 niet gestand gedaan door de curator. Na afloop van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op 28 oktober 2013 krijgt de eiser in de onderhavige zaak te horen dat hem geen arbeidsovereenkomst of toelatingsovereenkomst zal worden aangeboden.

In het licht van het voorgaande vordert de medisch specialist schadevergoeding van de curatoren op grond van onrechtmatige daad wegens gederfde goodwill, gederfde inkomsten en pensioenschade. De medisch specialist stelt dat de curatoren persoonlijk aansprakelijk zijn voor hun handelen gedurende zowel de pre-packprocedure als daarna. Als gevolg van het optreden van de curatoren zou SMC “zich de praktijk van de medisch specialist om niet hebben kunnen toe-eigenen”.

Oordeel van de Hoge Raad
Centraal in deze uitspraak staat de vraag welke maatstaf moet gelden voor het handelen van de beoogd curator. De Hoge Raad stelt in dat kader voorop dat de positie en taken van een beoogd curator, bij gebreke van een wettelijke regeling, in de eerste plaats bepaald worden door de opdracht en aanwijzingen die de rechter aan de beoogd curator heeft meegegeven. Verder is van belang dat de werkzaamheden van een beoogd curator zien op een efficiënte afwikkeling van het nog uit te spreken faillissement. Volgens de Hoge Raad moet de beoogd curator, net zoals de curator in faillissement, zich laten leiden door de belangen van de gezamenlijke schuldeisers en daarbij rekening houden met maatschappelijke belangen, waaronder de werkgelegenheid.

Voor de persoonlijke aansprakelijkheid van de beoogd curator moet volgens de Hoge Raad aansluiting worden gezocht bij de norm die reeds geldt voor de curator in een faillissement, namelijk: de Maclou-norm. In dit verband moet worden onderzocht of de beoogd curator heeft gehandeld zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende beoogd curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht. In voorkomend geval komt betekenis toe aan hetgeen de curator in de fase voorafgaand aan het faillissement als beoogd curator heeft gedaan en nagelaten en aan de kennis die hij in die hoedanigheid heeft verworven.

Conclusie
De zaak werd terugverwezen naar het Hof dat aan de hand van de hierboven beschreven maatstaf een oordeel zal moeten geven over deze zaak. Door deze uitspraak heeft de Hoge Raad niet alleen invulling gegeven aan een lacune, maar ook voorzien in een duidelijke maatstaf aan de hand waarvan een beoogd curator zijn werkzaamheden moet verrichten.

Meer informatie
In onze nieuwsbrieven houden we u op de hoogte van alle relevante (wets)ontwikkelingen op het gebied van faillissementsrecht. Wilt u meer informatie over dit onderwerp of heeft u andere vragen? Neem dan contact op met Mike Smeets. U kunt uiteraard ook contact opnemen met een van de andere advocaten van ons team Insolventie & Herstructurering.

Januari 2020