Skip to main content

Tips voor scholen: houd rekening houden met de aanloop van een geweldsincident en bied medewerkers agressietrainingen aan. Een mbo-school die beide niet (voldoende) deed, mocht een technisch medewerker die een leerling zou hebben geduwd tegen diens borst en keel niet op staande voet ontslaan, zo oordeelde de kantonrechter Utrecht op 28 februari 2019.

Feiten

 Bij een mbo-school in media, vormgeving en communicatie was de medewerker in kwestie sinds 2001 in dienst. Laatstelijk vervulde hij de functie van technisch medewerker binnen de afdeling Facilitaire Zaken. De technisch medewerker was verantwoordelijk voor gebouwen, inventaris en apparatuur, maar zag als onderwijsondersteunende medewerker ook toe op de orde en veiligheid op school.

Op 22 november 2018 deed zich een incident voor. De technisch medewerker sprak een groepje leerlingen aan over het op de grond gooien van een boterhamzakje. De jongens bleven weigeren het afval op te ruimen. Uiteindelijk raapte de technisch medewerker het zakje op en gooide het in de afvalbak. Toen hij daarna zijn weg vervolgde, hoorde hij dat een van de jongens hem iets vervelends nariep. De medewerker verzocht de betreffende jongen even met hem mee te lopen. Op camerabeelden is te zien hoe de technisch medewerker de jongen twee keer met z’n rechterhand van zich afduwde, de eerste keer tegen diens borst en de tweede keer, toen de jongen al achteruit liep, tegen diens keel. Hierna gooide een van de toegestroomde jongens iets naar de medewerker en schopte hem van achteren tegen zijn heup.

De technisch medewerker meldde het incident zelf bij de schoolleiding en ook de betrokken jongen deed zijn beklag. De mbo-school ontsloeg de medewerker vervolgens op staande voet na de camerabeelden te hebben bekeken. De mbo-school deelde de medewerker mee: “Wij kwalificeren het tot tweemaal toe beetpakken van een leerling bij zijn keel en de twee duwen, zowel elk op zichzelf genomen als ook in hun onderlinge samenhang bezien, als een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW, die een ontslag op staande voet rechtvaardigt.”

Standpunten van partijen

De technisch medewerker berustte niet in het ontslag op staande voet. Hij verzocht de kantonrechter Utrecht het ontslag te vernietigen omdat een dringende reden voor een ontslag op staande voet ontbrak. De medewerker stelde de leerling hoog tegen de borst van zich af te hebben geduwd, maar hem niet bij de keel te hebben vastgepakt. Twee duwen rechtvaardigen volgens de medewerker niet de zwaarste sanctie van een ontslag op staande voet, temeer omdat hij 8 jaar geleden voor het laatst een agressietraining van de school heeft kunnen volgen. Ook had de mbo-school rekening moeten houden met de aanloop naar het incident.

Volgens de mbo-school mocht wel degelijk tot ontslag op staande voet worden overgegaan. De technisch medewerker was eerder in 2014 schriftelijk gewaarschuwd voor ‘plichtsverzuim’. Daarbij is het gebruik van fysiek geweld tegen leerlingen uit den boze en kan dit, mede gelet op de gedragscode, niet worden geaccepteerd. De mbo-school beriep zich op haar verantwoordelijkheid om zorg te moeten dragen voor een veilige leer- en werkomgeving.

Geen ontslag op staande voet

De Utrechtse kantonrechter constateert allereerst dat uit de camerabeelden niet blijkt dat de technisch medewerker de leerling bij de keel heeft ‘beetgepakt’. Het gaat er dus om of de twee duwen, de ene tegen de borst en de andere tegen de keel van de leerling, voldoende grond opleveren voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet.

De mbo-school had de aanleiding voor het incident, dus het uitschelden en het non-verbaal hautain en neerbuigend gedrag, niet buiten beschouwing mogen laten. Deze aanloop zorgt er namelijk voor dat de gedraging van de technisch medewerker moet worden gerelativeerd. Door de medewerker op staande voet te ontslaan koos de mbo-school partij voor de leerlingen, terwijl zij de medewerker met hun gedrag en uitlatingen ernstig hebben getergd. De kantonrechter vindt de zwaarst denkbare arbeidsrechtelijke maatregel niet op zijn plaats.

De kantonrechter vindt het ontslag op staande voet ook om een andere reden niet terecht: “Waar de mbo-school van een technisch medewerker eenzelfde didactisch verantwoorde opstelling als van het onderwijzend personeel verwacht, mag van de school worden gevergd dat zij hem – net als hen – periodiek traint in het hanteren van uitdagend of agressief gedrag van leerlingen, zodat hij weet wat hij in potentieel escalerende situaties moet doen en nalaten.” De technisch medewerker was voor het laatst in 2010 een agressietraining aangeboden. Onder verwijzing naar het in 2015 in werking getreden artikel 7:611a BW (scholingsplicht werkgever) concludeert de kantonrechter dat (het ontbreken van) scholing ook een aspect is dat bij de beoordeling van een ontslag op staande voet moet worden betrokken.

Het ontslag op staande voet wordt vernietigd, de technisch medewerker heeft alsnog recht op loon (+50% verhoging) vanaf 22 november 2018 en hij dient te worden toegelaten tot zijn werkzaamheden.

Ook geen ontbinding arbeidsovereenkomst

De mbo-school verzocht de Utrechtse kantonrechter de arbeidsovereenkomst van de technisch medewerker voorwaardelijk te ontbinden voor het geval het ontslag op staande voet zou worden vernietigd. Als ontbindingsgronden werden ‘verwijtbaar handelen’ en ‘verstoorde arbeidsverhouding’ aangevoerd. De onderbouwing voor dit voorwaardelijke ontbindingsverzoek was echter slechts een verwijzing naar het gedrag van de medewerker op 22 november 2018. Gelet op de redenen voor de vernietiging van het ontslag op staande voet, besluit de kantonrechter de arbeidsovereenkomst niet te ontbinden.

Conclusie

De uitspraak van de kantonrechter Utrecht onderstreept behalve de noodzaak van zorgvuldigheid bij een ontslag op staande voet ook het belang van herhaalde aandacht voor scholing en opleiding van al het personeel. In dit geval dus het aanbieden van agressietrainingen. Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Stijn Blom of Jean-Luc Coenegracht , advocaten Arbeidsrecht van ons team Onderwijs.

Maart 2019