Skip to main content

Stel, je hebt schade geleden door een onrechtmatig besluit. De schade bedraagt meer dan EUR 25.000, maar je stapt liever naar de bestuursrechter dan naar de burgerlijke rechter. Kan dat? Op 2 augustus 2017 heeft de Afdeling deze vraag bevestigend beantwoord .

Verloop
Interbest exploiteert vlakbij een snelweg een reclamemast. De Minister van Infrastructuur en Milieu (‘Minister’) besluit om aan deze snelweg een extra rijstrook toe te voegen en om een viaduct met 1,5 meter te verhogen. Volgens Interbest is hierdoor de zichtbaarheid van de reclamemast afgenomen en is het (Tracé)besluit onrechtmatig.

Interbest dient een verzoek in bij de bestuursrechter tot vergoeding van de schade die zij lijdt. De gevraagde vergoeding beperkt zij tot een bedrag van EUR 25.000, terwijl haar schade tenminste EUR 165.886 bedraagt. Interbest deelt mee dat zij de aanspraak op vergoeding van de schade die uitstijgt boven de EUR 25.000,- niet opgeeft. Zij zal het instellen van eventuele vervolgrechtsmiddelen afstemmen op de uitkomst van deze procedure.

De Minister stelt zich op het standpunt dat Interbest een processtrategie hanteert die in strijd is met de bedoeling van de wetgever. De gestelde schade is duidelijk hoger dan EUR 25.000, reden waarom de bestuursrechter niet bevoegd is. De wetgever heeft een doelmatige en efficiënte afhandeling van geclaimde schades beoogd. Om te voorkomen dat voor relatief lage schadebedragen achtereenvolgens bij twee verschillende rechters moet worden geprocedeerd, is de bestuursrechter bevoegd bij een schadebedrag van ten hoogte EUR 25.000,-. Alleen als tijdens of na afloop van de procedure blijkt dat de schade hoger uitvalt, kan de benadeelde voor de overige schade alsnog naar de burgerlijke rechter.

De wet
Op grond van artikel 8:88, eerste lid, onderdeel a, Algemene wet bestuursrecht (‘Awb’) is de bestuursrechter bevoegd een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die een belanghebbende lijdt als gevolg van een onrechtmatig besluit.

In artikel 8:89 Awb is echter een competentiegrens opgenomen. Lid 1 bepaalt dat indien de schade wordt veroorzaakt door een besluit waarover de Centrale Raad van Beroep of de Hoge Raad als enige of hoogste aanleg oordeelt, de bestuursrechter bij uitsluiting is bevoegd. Dat is in deze casus niet het geval, nu de Afdeling in hoogste instantie oordeelt over Tracébesluiten. Voor overige gevallen bepaalt het tweede lid dat de bestuursrechter bevoegd is voor zover de gevraagde vergoeding ten hoogte EUR 25.000,- bedraagt. Spelen de aanwijzingen die duiden op een hoger schadebedrag dan helemaal geen rol?

Overweging van de Afdeling
De Afdeling moet vervolgens de vraag beantwoorden of zij bevoegd is kennis te nemen van dit verzoek.

De Afdeling overweegt dat blijkens de tekst van artikel 8:89, tweede lid, Awb de in het verzoekschrift “gevraagde vergoeding” bepalend is voor het antwoord op de vraag of de bestuursrechter bevoegd is. Bovendien kan volgens de Afdeling niet uit titel 8.4 Awb worden afgeleid dat de wetgever de bestuursrechter enkel de bevoegdheid heeft willen toekennen om te oordelen over een verzoek tot schadevergoeding, indien de verzoeker uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van zijn vordering tot schadevergoeding voor zover deze boven het bedrag van EUR 25.000,- uitstijgt.

De Afdeling overweegt dat de regeling van artikel 8:89 Awb er toe strekt te voorkomen dat terzake een vordering tot vergoeding van schade tegelijkertijd bij de burgerlijke rechter en bij de bestuursrechter geprocedeerd kan worden. Dit heeft tot gevolg dat belanghebbenden de vrijheid hebben om te kunnen kiezen voor indiening van een verzoek bij de bestuursrechter tot veroordeling van een bestuursorgaan tot schadevergoeding, en aan geen andere beperkingen zijn onderworpen dan dat de gestelde schade onder het bereik van artikel 8:88, eerste lid, Awb moet vallen. De gevraagde vergoeding dient aldus beperkt te zijn tot een bedrag van ten hoogte EUR 25.000. De burgerlijke rechter zal wat betreft het hogere bedrag aan schadevergoeding zelfstandig over een vordering kunnen beslissen.

Conclusie
Uit de uitspraak van de Afdeling volgt dat de bestuursrechter bevoegd is om te oordelen over een verzoek tot schadevergoeding van maximaal EUR 25.000. Zelfs als er duidelijke indicaties zijn dat de daadwerkelijk geleden schade hoger is, is de bestuursrechter bevoegd. Indien een belanghebbende zijn overige schade vergoed wil zien staat een gang naar de burgerlijke rechter voor hem open.

Meer informatie
Heeft u vragen over dit onderwerp? Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Anique van de Kerkhof of een van de andere advocaten van team Bestuursrecht. Zij zijn u graag van dienst.

September 2017