Op 23 mei 2016 heeft de Geschillencommissie passend onderwijs (hierna: de Commissie) geadviseerd over het verzoek om een tijdelijke terugplaatsing van een leerling na het speciaal onderwijs na een mislukte proefplaatsing op een school voor regulier onderwijs.
De leerling is bekend met een autisme spectrum stoornis alsmede een lees- en rekenstoornis. Hij volgde onderwijs op een school voor voortgezet speciaal onderwijs (hierna: vso), cluster 4 (voor kinderen met ernstige gedragsstoornissen en psychiatrische problematiek). Door diverse omstandigheden kwam hij niet tot leren en wilde regulier onderwijs gaan volgen. Hiervoor zou hij gedurende zes weken op basis van een proefplaatsing naar een school voor regulier onderwijs gaan. De leerling bleef echter ingeschreven staan bij de vso cluster 4-school.
Kort na de start van de proefplaatsing ging het mis en heeft de leerling zich ziek gemeld, om vervolgens niet meer naar school te gaan. Hierna hebben de ouders aan de school van herkomst verzocht om de leerling weer toe te laten, aangezien de proefplaatsing mislukt was. Dit zou een tijdelijke toelating zijn, aangezien de leerling kort daarna zou starten op een school voor speciaal onderwijs, cluster 2 (voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met een communicatieve beperking). De oude school liet de leerling niet toe, maar voorzag wel in onderwijs op afstand.
De school stelt zich op het standpunt dat zij zich heeft ingespannen om, overeenkomstig de wens van de leerling en zijn ouders, voor de leerling een plek binnen het regulier onderwijs of weinig later op een cluster 2-school te realiseren. Ook heeft zij er na de mislukte proefplaatsing voor gezorgd dat de leerling thuis onderwijs kreeg, hetgeen in haar optiek het beste was voor de leerling.
Overwegingen Commissie
De Commissie beoordeelt de vraag of de school mocht weigeren de leerling toe te laten na de mislukte proefperiode. De Commissie stelt dat de school van herkomst waar de leerling staat ingeschreven, gedurende een proefplaatsing verantwoordelijk blijft voor haar leerling. Uitgangspunt na een mislukte proefplaatsing is derhalve dat de school van herkomst voor de betreffende leerling het onderwijs weer verzorgt.
De Commissie acht in deze zaak relevant dat de ouders de school van herkomst voor hun zoon al langere tijd niet geschikt vonden en hem daar weg wilden hebben. In dat kader is voor hun zoon regulier onderwijs geprobeerd in de wetenschap dat al snel ook de weg naar cluster 2 onderwijs kon worden ingeslagen. De vraag of de leerling na zijn afscheid van de school nog kon terugkeren, heeft de school laten beoordelen door deskundigen van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Het advies was dat de leerling niet geheel of gedeeltelijk terug moest keren naar de oude school. Dit zou zich niet verdragen met zijn ondersteuningsbehoefte en zou een contraproductief effect kunnen hebben op zijn ontwikkeling.
De Commissie acht de beslissing van de school redelijk omdat gebleken is dat de school verschillende relevante aspecten heeft afgewogen, waaronder het feit dat het om een overbruggingsperiode ging. Bovendien stond vast dat de ouders van de leerling geen permanente terugkeer nastreefden. De Commissie oordeelt dat de school aan haar zorgplicht heeft voldaan en verklaart het verzoek dan ook ongegrond.
Vragen?
Heeft u vragen over de toelating en verwijdering van leerlingen? Neem dan contact op met Nicole Niessen van het team Onderwijs.
Publicatie uit nieuwsbrief onderwijs juli 2016. Klik hier voor de nieuwsbrief.