Per 10 februari is de Europese Richtlijn inzake de private handhaving van het mededingingsrecht geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Deze nieuwe wetgeving maakt het voor bedrijven en consumenten die schade hebben geleden door inbreuken op het mededingingsrecht – zoals kartelafspraken – eenvoudiger hun schade te claimen.
De Europese richtlijn heeft een tweeledig doel. Enerzijds bevat de richtlijn maatregelen om te garanderen dat benadeelden van mededingingsinbreuken daadwerkelijk schadevergoeding kunnen vorderen. Anderzijds mag dit de publiekrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht niet belemmeren. Dit laatste doel wordt vormgegeven door de bijzondere positie die de clementieaanvrager krijgt.
Wijzigingen
Vóór de invoering van de nieuwe wetgeving was het ook al mogelijk om als benadeelde een claim in te dienen tegen een inbreukpleger. Door de nieuwe wetgeving heeft de benadeelde nu enkele hulpmiddelen waardoor dit makkelijker wordt.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
Op grond van de nieuwe wetgeving zijn inbreukplegers hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die benadeelden lijden door inbreuken op het mededingingsrecht: iedereen die benadeeld is door bijvoorbeeld een kartel kan elke karteldeelnemer aanspreken voor het volledige bedrag van de geleden schade.
Voor kleine en middelgrote ondernemingen geldt een uitzondering op de hoofdelijke aansprakelijkheid, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Zo mogen deze kleine of middelgrote ondernemingen bijvoorbeeld geen leidinggevende rol hebben gespeeld bij de inbreuk.
Een tweede uitzondering op de hoofdelijke aansprakelijkheid is van toepassing voor clementieaanvragers. Een onderneming kan ervoor kiezen het kartel te melden bij de mededingingsautoriteit (‘clementie aanvragen’). Deze meldende onderneming krijgt dan immuniteit voor de (bestuurlijke) boetes die het kartel opgelegd krijgt. Op grond van de nieuwe wetgeving kan een clementieaanvrager enkel civielrechtelijk aansprakelijk worden gehouden voor de schade die zijn eigen directe of indirecte afnemers hebben geleden. Dit is slechts anders, indien de andere inbreukplegers onvoldoende verhaal bieden voor de claims van de benadeelden.
Bewijs
Besluiten van de ACM waarin vaststaatdat er sprake is van een inbreuk op het mededingingsrecht, kunnen voortaan in civiele procedures als onweerlegbaar bewijs worden gebruikt. Voor besluiten van de Europese Commissie gold dit al op grond van Verordening (EG) 1/2003.
Daarnaast kunnen benadeelden voortaan bij de ACM bewijsmateriaal opvragen dat de inbreukplegers niet zelf verstrekken. De voorwaarden die hierop van toepassing zijn, zijn vastgelegd in de nieuwe wetgeving. Er gelden uitzonderingen voor bijvoorbeeld clementieverklaringen.
Grensoverschrijdende overtredingen
De nieuwe wetgeving heeft alleen betrekking op grensoverschrijdende overtredingen van het mededingingsrecht en op overtredingen van het nationale mededingingsrecht voor zover de overtreding tevens effect heeft op de handel tussen lidstaten. Dat betekent dat de nieuwe wettelijke bepalingen dus niet van toepassing zijn op zuiver nationale overtredingen van het mededingingsrecht, zoals een zuiver Nederlands kartel dat geen invloed heeft op de handel tussen lidstaten.
Het kabinet heeft aangegeven voornemens te zijn de bepalingen ook op de nationale gevallen van toepassing te verklaren. Dit zal echter in een separaat wetsvoorstel worden geregeld.
Tot slot
Heeft u vragen over het bovenstaande of heeft u een andere vraag op het gebied van het mededingingsrecht? Neem dan contact op met ons team Aanbestedingsrecht, Mededingingsrecht & Staatssteun.
Mei 2017