De Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK) hebben de Brexit-datum opgeschort naar 31 oktober 2019. Het is nog steeds onduidelijk of de EU en het VK erin slagen een deal te sluiten over de uittredingsvoorwaarden, een zogenaamde zachte Brexit. Als er een zachte Brexit kan worden gerealiseerd, dan betekent dit dat er een terugtrekkingsovereenkomst wordt gesloten tussen het VK en de EU. Deze overeenkomst voorziet dan in een transitieperiode tot 31 december 2022. In deze periode zal het Unierecht normaal van toepassing zijn. In het geval van een no deal-Brexit (ook wel de harde Brexit genoemd) zal dit verstrekkende gevolgen hebben voor werkgevers en werknemers. In deze blog worden de arbeidsrechtelijke gevolgen van een harde Brexit beschreven.
Geen vrij verkeer van werknemers
EU-burgers hebben het fundamentele recht op het vrije verkeer van werknemers. Dit is vastgelegd in artikel 39 t/m 42 van het Europees Verdrag. Het vrij verkeer van werknemers omvat het verblijfsrecht en het reisrecht van werknemers en familieleden en het recht om in een andere lidstaat van de EU arbeid te verrichten. Daarnaast houdt dit vrije verkeer in dat het verboden is om te discrimineren op grond van nationaliteit met betrekking tot de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden. Wanneer een no-deal Brexit tot stand komt, is het vrije verkeer van werknemers verleden tijd, zowel voor EU-burgers die willen werken in het VK als voor VK-burgers die willen werken in de EU. Het VK behoort dan niet meer tot de EU en kan geen vrij gebruik meer maken van de Europese arbeidsmarkt. Om deze klappen zo veel mogelijk op te vangen heeft het kabinet in Nederland een overgangsregeling aangekondigd. Deze overgangsregeling loopt van 29 maart 2019 tot 1 juli 2020. De overgangsregeling regelt dat alle Britten die in Nederland wonen voor de no-deal Brexit een tijdelijke verblijfsvergunning van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) krijgen. Uiterlijk voor 31 maart 2020 ontvangen de Britten die in Nederland wonen een uitnodigingsbrief van de IND om een aanvraag voor een definitieve verblijfsvergunning in te dienen. Britten die in Nederland wonen voor de no-deal Brexit maar nog geen vijf jaar, komen in aanmerking voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd. De Britten die langer dan vijf jaar in Nederland verblijven, verkrijgen een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Werkgevers hebben geen werkvergunning nodig voor deze groep Britten met een verblijfsvergunning. Daarnaast worden deze Britten vrijgesteld van de inburgeringsplicht. De Britten die zich na de no-deal Brexit in Nederland willen vestigen, moeten een verblijfsvergunning aanvragen, omdat zij door de Brexit derdelander zijn geworden.
Sociale zekerheidswetgeving
De Europese verordening betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (EG Nr. 883/2004) zal niet meer van toepassing zijn op Europese werknemers in het VK en Britse werknemers in de EU. De EU heeft aangegeven dat de sociale zekerheid een bevoegdheid is, die exclusief toekomt aan de EU en dat het dus niet is toegestaan voor lidstaten om een sociaal zekerheidsverdrag af te sluiten met andere (EU-) lidstaten, en dus ook niet met de VK. Wanneer men terugvalt op nationale socialezekerheidswetgeving kan een Nederlandse uitkering niet meer of niet meer volledig in het VK worden uitbetaald. Minister Koolmees heeft per brief op 15 februari 2019 de tweede kamer geïnformeerd dat er een fatsoenlijke oplossing komt met betrekking tot de gevolgen van de sociale zekerheid, zowel voor uitkeringsgerechtigden in Nederland met een arbeidsverleden in het VK als voor Nederlandse burgers en andere gerechtigden met een Nederlandse uitkering in het VK. Deze oplossingen worden vermeld in een ontwerpbesluit. Dit ontwerpbesluit is opgesteld op basis van het wetsvoorstel Verzamelwet Brexit. De volgende oplossingen worden in het ontwerpbesluit geboden:
- Van Nederlanders of andere personen met een Nederlandse uitkering in het VK ontvangt verreweg het grootste deel een uitkering op basis van de AOW. Met het ontwerpbesluit wordt voorgesteld om de export van lopende Nederlandse AOW-uitkeringen ongewijzigd te continueren voor personen die op de dag waarop het VK zich uit de EU terugtrekt in het VK wonen. Eenzelfde regeling wordt getroffen voor de: ANW, ZW, WAZO, WAO, WAZ en WIA.
- Bovenstaande oplossing wordt ook geboden voor personen die in de periode van 12 maanden na de datum van de no deal Brexit recht hebben of krijgen op een van de uitkeringsrechten en in deze periode in het VK wonen of verhuizen naar het VK.
- Daarnaast wordt onder meer geregeld dat verzekerde tijdvakken uit het VK tot de dag van terugtrekking, meetellen voor o.a. de wekeneis en de arbeidsverledeneis van de WW.
Daarnaast kunnen er ook verplichtingen in het kader van sociale zekerheid gaan gelden in het VK. Er kunnen dan twee wetgevingssystemen van toepassing worden, namelijk die van het woon- én van het werkland. De gevolgen hiervan zonder nadere afspraken: dubbele premiebetaling en dubbele opbouw van rechten.
Pensioen
Uit de Europese pensioenrichtlijn (EG Nr. 41/2003) volgt dat werknemers zich niet verplicht hoeven aan te sluiten bij een pensioenregeling in het werkland indien zij in het eigen land deelnemen aan een aanvullende pensioenregeling. Een harde Brexit heeft dan tot gevolg dat deze rechten vervallen en er behoudens andere afspraken in beginsel sprake zal zijn van mogelijk dubbele deelname en dubbele lasten.
In het besluit internationale aspecten van pensioenen is bepaald dat de Nederlandse Belastingdienst een buitenlandse pensioenregeling van een EER-land in het geval van detachering, na inhoudelijke toetsing, goed kan keuren. Als het VK er voor kiest om toe te treden tot de Europese Economische Ruimte (hierna: “EER”) kan zij van deze relatief eenvoudige procedure gebruik te maken. De kans dat het VK alsnog zal toetreden tot de EER wordt zeer laag ingeschat. Een groot bezwaar van de VK om toe te treden tot de EER vormt het recht op vrij verkeer van werknemers en diensten. Daar wil het VK vanaf.
Erkenning van diploma’s
In het geval van een no-deal Brexit geldt in Nederland en in de andere EU-landen het Europese recht niet meer voor houders van een Brits diploma. Personen met een Nederlands diploma in het VK kunnen ook geen aanspraak meer maken op Europese afspraken. Voor personen die vóór de Brexit met een Brits diploma in Nederland werkzaam zijn geweest, verandert niks. De afgegeven erkenning van deze Britse diploma’s blijft in stand. Van personen die na de Brexit met een Brits diploma in Nederland willen werken, worden deze diploma’s niet direct erkend. Deze personen gaan dan een uitgebreide erkenningsprocedure in, waarvoor vakinhoudelijke toetsen gelden. Deze procedure kost meer tijd en kan lang duren, voordat een beroep in Nederland mag worden uitgeoefend.
Indien personen met een Nederlands diploma in het VK een beroep uitoefenen, bepaalt het VK welke rechten worden ontleend aan deze diploma’s. Het advies is om de websites van de bevoegde autoriteiten in het VK te raadplegen.
Privacy wetgeving
Bij een no-deal Brexit is het VK geen EU-lidstaat meer maar een ‘derde land’ in de zin van de AVG. Dit betekent dat de internationale doorgifte van persoonsgegevens na de no-deal Brexit loopt via de AVG-privacyregels, die gelden voor het doorgeven van persoonsgegevens buiten de EU. Dit heeft voornamelijk gevolgen voor organisaties in de EU die persoonsgegevens doorgeven aan organisaties in het VK. De Autoriteit persoonsgegevens geeft als voorbeelden: een multinational met een vestiging in het VK of een Nederlandse organisatie, die de salarisbetaling heeft uitbesteed aan een verwerker in het VK.
Hoe kunnen organisaties toch persoonsgegevens naar het VK doorgeven bij een no-deal Brexit? Via een adequaatheidsbesluit. De Europese Commissie kan dan oordelen dat het niveau van gegevensbescherming in een derde land gelijkwaardig is aan de Europese regelgeving. Dit besluit zal echter niet direct klaarliggen en daarom zijn er ook nog andere mogelijkheden beschikbaar waarvan gebruik kan worden gemaakt. Organisaties kunnen gebruik maken van modelcontracten, vastgesteld door de Europese Commissie, met betrekking tot gegevensbescherming. Daarnaast kunnen organisaties gebruik maken van gedragscodes, certificeringsmechanismen of bindende bedrijfsvoorschriften.
Conclusie
De gevolgen van een no-deal Brexit zijn fors. Op het gebied van werkgelegenheid, diploma-erkenning, privacy en sociale zekerheid zal de gang van zaken drastisch veranderen. De EU-wetgeving valt weg en verdragen en besluiten komen hiervoor gaandeweg in de plaats. Werkgevers en werknemers in EU-lidstaten zullen meer tijd (en geld) kwijt zijn met het regelen van vergunningen, diploma-erkenning, uitwisselen van persoonsgegevens en het ontvangen van uitkeringen in het VK en vice versa. Kom niet voor verassingen te staan en inventariseer op tijd welke acties noodzakelijk zijn.
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Maruca Overdijk advocaat van ons team Arbeidsrecht, lid van de International Desk
September 2019