Op 30 mei 2018 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ‘de Afdeling’) een tussenuitspraak gedaan over de noodzaak van het borgen van onderhoud in een bestemmingsplan .
Aanleiding
Bij besluit van 14 maart 2017 heeft de gemeenteraad van Krimpenerwaard het bestemmingsplan ‘Landgoed Middelblok en ruimte voor ruimte aan het Middelblok in Gouderak’ vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van de gronden van een veehouderij in Gouderak. De herontwikkeling omvat onder meer de bouw van een landhuis van maximaal drie geschakelde wooneenheden en de aanleg van natuur en watergangen. Ook is voorzien in de bouw van één zelfstandige woning op enige afstand van het landhuis in het kader van een ruimte-voor-ruimte-regeling. Dit gebouw wordt aangeduid als het Poortgebouw.
Appellante is woonachtig aan het Middelblok. Haar perceel grenst aan het plangebied nabij het Poortgebouw dat, gezien vanaf de weg, recht achter haar woning mag worden gebouwd, op ongeveer 124 meter van de perceelsgrens.
Onderhoud
Appellante richt zich onder meer tegen het plandeel met de bestemming ‘Water’ wat betreft de gronden gelegen achter haar woning. Hier is een watergang voorzien die aan de zuidwestelijke kant is verbonden met andere watergangen in het plangebied, maar aan de noordoostelijke kant eindigt nabij een buisleiding. Appellante stelt dat de aanleg van deze watergang ertoe leidt dat een strook gras ontstaat die moeilijk bereikbaar is en zij vreest hierdoor onkruid in haar achtertuin te krijgen. Zij wenst duidelijkheid over wie de strook gaat onderhouden.
Volgens de Afdeling is dit echter niet een aspect dat in het bestemmingsplan wordt geregeld. Wel is het denkbaar dat een voorwaardelijke verplichting in een bestemmingsplan wordt opgenomen hoe een stuk grond moet worden ingericht. Zo’n voorwaardelijke verplichting geldt dan voor alle rechthebbenden. Voor het stellen van een voorwaardelijke verplichting is in ieder geval vereist dat deze noodzakelijk is uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening. Met de gemeenteraad ziet de Afdeling deze noodzaak in dit geval niet. De enkele vrees voor slecht onderhoud als gevolg waarvan onkruid zich kan verspreiden, is daartoe onvoldoende.
Watergang en privacy
Appellante betoogt ook dat de watergang de overlast van muggen bij haar woning verder vergroot. De gemeenteraad stelt dat de Krimpenerwaard een waterrijk gebied is en dat het voorkomen van de aanwezigheid van muggen niet mogelijk is. Voorts wijst de gemeenteraad erop dat de watergang op verzoek van omwonenden wordt aangelegd en heeft de gemeenteraad toegelicht dat de watergang dient voor de privacy van bestaande woningen. Aanvankelijk was de intentie de watergang verder door te trekken in noordoostelijke richting, maar vanwege de daar gelegen buisleiding is dat niet mogelijk volgens de gemeenteraad.
Gelet op de verbeelding van het plan en het verhandelde ter zitting moet ervan worden uitgegaan dat het water in de watergang achter het perceel van appellante stil zal staan. Hierdoor kan niet bij voorbaat worden uitgesloten dat als gevolg van de aanleg van de watergang op het perceel van appellante hinder van muggen ontstaat. Het standpunt van de gemeenteraad komt erop neer dat aan het privacybelang van twee andere woningen in de omgeving een zwaarder gewicht moet worden toegekend. De Afdeling ziet echter niet in hoe de privacy van de twee buren gebaat zou zijn bij de verlenging van de watergang zoals die in het plan is voorzien. De watergang eindigt immers bij het perceel van appellante en strekt zich niet uit tot voorbij de percelen van de twee buren. Hierdoor blijft het mogelijk dat wandelaars op het landgoed tot bij de erfgrens komen. Ook is onduidelijk hoe het belang van de afwatering van een perceel, dat is genoemd in een van de zienswijzen, gebaat is bij de beperkte verlenging van de watergang. Om deze redenen is de Afdeling van oordeel dat er sprake is van strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht.
Meer informatie
Wilt u meer informatie over dit onderwerp of heeft u vragen, neem dan contact op met team Bestuursrecht.