In april dit jaar publiceerden wij een artikel over afstandsonderwijs, privacy en de inzet van digitale middelen (zoals online proctoring). Onlangs is een kort geding aangespannen door twee studentenraden en een student tegen de Universiteit van Amsterdam (UvA) tegen de inzet van online surveillancesoftware (‘proctoring’) bij het afnemen van tentamens. De studenten vinden het gebruik van de software een ongeoorloofde inbreuk op de privacy. Op 11 juni 2020 heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan.
Online surveilleren
Als onderwijsinstellingen online tools gebruiken, zijn zij verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens middels deze tools. Zij worden geacht bekend te zijn met de privacy risico’s en ze moeten ervoor zorgen dat persoonsgegevens niet in verkeerde handen kunnen vallen. Dat bepaalt de privacywetgeving.
De UvA gebruikt de surveillancesoftware omdat studenten vanwege corona vanuit huis online tentamens moeten afleggen. Met proctoring moet worden voorkomen dat zij daarbij frauderen, door bijvoorbeeld informatie op internet op te zoeken of te overleggen met anderen. Met het programma kunnen webcam, microfoon, internetverkeer en gebruik van muis en toetsenbord door de computer worden gemonitord. Verdachte activiteiten worden automatisch gemeld, waarna een surveillant de gegevens kan raadplegen.
Geen instemmingsrecht studentenraden
Volgens de studentenraden had de UvA hen eerst om toestemming moeten vragen voordat de surveillancesoftware in gebruik werd genomen. Ook vinden zij, evenals de student, dat de surveillancesoftware inbreuk maakt op de privacy van studenten en dus in strijd is met de Algemene Verordening gegevensbescherming (AVG).
De voorzieningenrechter gaat niet mee in de bezwaren van de studenten(raden) en oordeelt dat het gebruik van online proctoring rechtmatig is. Ten eerste is er in de (wettelijke) regelingen voor het afnemen van tentamens, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en de daarop gebaseerde ‘Regels en Richtlijnen van de examencommissie’, expliciet opgenomen dat studentenraden geen instemmingsrecht hebben als het gaat om regels rond surveilleren. De UvA had hen dus niet eerst om toestemming hoeven vragen.
UvA mag gegevens verzamelen
Daarnaast oordeelt de voorzieningenrechter dat er geen sprake is van een onrechtmatige inbreuk op de privacy. De publieke taak van de UvA als onderwijsinstelling – onderwijs verzorgen, examens afnemen en diploma’s verstrekken – is wettelijk vastgelegd. De AVG biedt de universiteit daarmee de ruimte om persoonsgegevens te verwerken die noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van die taak. De voorzieningenrechter is het met de UvA eens dat de coronamaatregelen het noodzakelijk maken dat bepaalde tentamens online worden afgelegd en dat er daarbij maatregelen worden genomen om fraude tegen te gaan.
Noodzaak online tentamineren
De noodzaak is er in gelegen dat moet worden voorkomen dat studenten studievertraging oplopen als gevolg van de algemene instructies van RIVM en GGD ter voorkoming van coronabesmetting. In veel gevallen kunnen alternatieve tentamenvormen als open boek-tentamens, essays of andere inleveropdrachten worden gebruikt. Maar voor een aantal gevallen, zoals multiple choice bachelor-tentamens, die zijn gericht op kennisreproductie en waaraan grote groepen studenten deelnemen, acht de UvA die alternatieven niet geschikt. De voorzieningenrechter acht dit standpunt begrijpelijk.
Verzameling van gegevens voldoende zorgvuldig
Ook oordeelt de voorzieningenrechter dat de UvA met de manier waarop met de verzamelde gegevens wordt omgegaan voldoet aan de regels en waarborgen uit de AVG. Zo is de UvA een overeenkomst aangegaan met het bedrijf dat de software levert, waardoor ook dat bedrijf aan de AVG gebonden is. Daarnaast speelt mee dat de studenten niet live worden gevolgd, maar dat de surveillant – en niemand anders – pas toegang heeft tot de gegevens als de computer significant afwijkend gedrag vaststelt. Ook worden de gegevens versleuteld opgeslagen en na 30 dagen automatisch vernietigd.
Meer informatie
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met de privacy advocaten van ons team Onderwijs. Meer informatie over privacy en de inzet van digitale middelen in het onderwijs is ook te lezen op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Juli 2020