Het populaire spel Pokémon Go is het gesprek van de dag. Een werknemer zou onlangs op staande voet zijn ontslagen omdat hij onder werktijd het spel aan het spelen was. De vraag is of het ontslag op staande voet stand zal houden. Want hoe zit het ook alweer met een ontslag op staande voet?
Het nieuwe ontslagrecht heeft het ontslag op staande voet vrijwel ongewijzigd in stand gelaten. Ontslag op staande voet vereist nog steeds (i) een dringende reden, (ii) onverwijldheid en (iii) een tijdige en duidelijke mededeling van de dringende reden aan de werknemer. Let wel, daarmee is de kous nog niet af. De WWZ heeft wel degelijk gevolgen voor het ontslag op staande voet.
Transitievergoeding
Voorheen was een terecht gegeven ontslag op staande voet “gratis”. Per 1 juli 2015 is de transitievergoeding in de wet verankerd. De transitievergoeding is verschuldigd indien de arbeidsovereenkomst kort gezegd ten minste 24 maanden heeft geduurd en door of vanwege de werkgever wordt beëindigd. Ook bij een terecht gegeven ontslag op staande voet kan een recht bestaan op de wettelijke transitievergoeding. De vergoeding is niet verschuldigd indien het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer (artikel 7:673 lid 7 sub c BW).
De kantonrechter Zwolle oordeelde op 25 april 2016 dat het ontslag op staande voet wegens alcoholgebruik rechtsgeldig was (JAR 2016/142). Het op het werk verschijnen onder invloed van alcohol speelde hierbij een rol. Hoewel de werkneemster onvoldoende rekenschap had gegeven van de ernst en de gevolgen van haar alcoholprobleem leverde dit volgens de kantonrechter evenwel nog geen ernstige verwijtbaarheid op. De transitievergoeding was dan ook gewoon verschuldigd. Van ernstige verwijtbaarheid is blijkens de parlementaire geschiedenis onder meer sprake indien de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt (Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, 7, p. 77).
Vervaltermijn
Procedureel gezien is voorts de korte vervaltermijn van artikel 7:686a lid 4 BW van belang. Is de werknemer van oordeel dat het ontslag op staande voet ten onrechte is gegeven dan dient hij binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd een verzoekschrift in te dienen bij de kantonrechter. Doet hij dit niet of te laat dan blijft het ontslag op staande voet in stand.
In de casus die zich bij de kantonrechter Amsterdam voordeed was de werknemer in plaats van een verzoekschriftprocedure tot vernietiging van de opzegging een kort geding dagvaardingsprocedure gestart. Het verzoek om een zogenaamde spoorwissel (het aanmerken van de kortgedingdagvaarding als verzoekschrift) na afloop van de vervaltermijn mocht niet baten (Kantonrechter Amsterdam, 17 december 2015). Het hof Amsterdam heeft het vonnis van de kantonrechter in hoger beroep onlangs bekrachtigd. Volgens het hof kan het verzuim om de vernietiging van het ontslag tijdig in te dienen niet worden geheeld door een handeling (spoorwissel) na afloop van de vervaltermijn. Een verzoek tot vernietiging van het gegeven ontslag kan voorts niet worden uitgesproken in kort geding. Kortom: het ontslag op staande voet is onaantastbaar geworden (Hof Amsterdam 7 juni 2016).
Billijke vergoeding
De WWZ heeft ook consequenties voor een ten onrechte gegeven ontslag op staande voet. De werknemer kan de kantonrechter verzoeken de opzegging te vernietigen of aan hem een billijke vergoeding toe te kennen. Indien de dringende reden ontbreekt is daarmee de grondslag voor een billijke vergoeding gegeven. Opzeggen in strijd met de daarvoor geldende regels wordt als ernstig verwijtbaar aangemerkt.
Het hof Den Bosch oordeelde op 23 juni 2016 over de hoogte van de billijke vergoeding. De mate van het ernstig verwijtbaar handelen en nalaten van de werkgever is van belang. De hoogte kan voorts bepaald worden op een wijze die, en op het niveau dat aansluit bij de omstandigheden van het geval. In deze zaak wordt meegewogen dat de aan het ontslag ten grondslag gelegde dringende redenen aanleiding hadden kunnen zijn voor een ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werknemer had een zeer duidelijke waarschuwing ontvangen. De billijke vergoeding komt dan ook overeen met het aantal maanden salarissen dat de werknemer misloopt doordat de arbeidsovereenkomst niet ontbonden is.
Intrekking ontslag op staande voet
Tenslotte nog het volgende. Is eenmaal tot ontslag op staande voet overgegaan dan kan de opzegging niet zomaar door de werkgever worden ingetrokken. De kantonrechter Roermond heeft zich hier op 29 juni 2016 nog eens over gebogen. De opzegging is een eenzijdige rechtshandeling gericht jegens de werknemer en kan alleen herroepen worden met instemming van de werknemer.
Kortom, een ontslag op staande voet is niet zonder risico’s. Laat u dan ook goed adviseren alvorens u tot een ontslag op staande voet overgaat.
Onze arbeidsrechtadvocaten helpen u graag verder.
13-7-2016