Skip to main content

Een schoolbestuur besluit om een docent over te plaatsen naar een ander team. De docent maakt hiertegen bezwaar en vordert in kort geding dat het schoolbestuur hem weer in zijn oorspronkelijke functie en team te werk stelt. De voorzieningenrechter Eindhoven moet onder meer beoordelen of de overplaatsing valt onder het instructierecht van de werkgever of dat er sprake is van een eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden.

Feiten
De docent is in augustus 1986 bij Summa College in dienst getreden in de functie van Docent LB met als standplaats Eindhoven. Op 29 januari 2018 heeft Summa College werknemer te kennen gegeven dat hij met ingang van 19 februari 2018 geen deel meer uitmaakt van het team Horeca. De docent zal worden overgeplaatst naar een ander team binnen Summa College. Nadat blijkt dat hij Summa College niet op andere gedachten kan brengen, start de docent een kort geding. Hij vordert te werkstelling in zijn functie van Docent LB in het team Horeca bij Summa College te Eindhoven onder de huidige arbeidsvoorwaarden, op straffe van verbeurte van een dwangsom.

Onderbouwing docent
De docent stelt dat hij niet eenzijdig kan worden overgeplaatst omdat hij al jarenlang voor het team Horeca werkzaam is. Nu wordt hij verzocht te werken op een andere locatie en in een heel andere functie die bovendien tijdelijk is omdat hij duurt tot het einde van dit schooljaar. De docent weet niet waar hij na dit schooljaar wordt geplaatst en of er wel een functie voor hem beschikbaar is. Hij is enkel bevoegd om als Docent Koken & Serveren te werken en de kans is zeer groot dat Summa College hem niet kan herplaatsen omdat er slechts één zo’n functie bestaat. Het belang van de docent is dus groot. De spoedeisendheid is gegeven, omdat het risico bestaat dat door tijdsverloop zijn functie door een ander wordt ingevuld en hij verder van zijn eigen team af komt te staan.

Standpunten Summa College
De overplaatsing naar een andere schoollocatie binnen Eindhoven en naar een ander team is volgens Summa College een gerechtvaardigde beslissing geweest nadat in 2016 geconstateerd is dat het niet goed ging met de kwaliteit van het onderwijs van de opleiding Horeca. De docent had een zeer bepalende en vaak negatieve impact op de groep en werkte volgens Summa College niet samen. Dat had een remmende werking op de ontwikkeling van het team. Daarnaast was er sprake van “overformatie”: Er diende een vermindering plaats te vinden van 5 FTE. Overplaatsingen zijn bovendien niet ongebruikelijk bij Summa College. Docenten worden veelal als “algemeen docent” (Docent LB) aangenomen, waardoor zij breed inzetbaar zijn. De docent heeft een arbeidsovereenkomst als Docent LB met standplaats Eindhoven. Niet per definitie bij het team Horeca. De opgedragen werkzaamheden zijn passend en liggen in het verlengde van de ervaring van de docent. Summa College stelt tot slot dat de overplaatsing hoogstens een wijziging van een klein aantal taken inhoudt en dat dit valt binnen de instructiebevoegdheid van de werkgever. Van wijziging van de arbeidsovereenkomst is geen sprake.

Belang van onderscheid tussen instructie of wijziging
De kwalificatie van de herplaatsing is zeer relevant. Indien de standplaats en – meer specifiek – de plaatsing in het team Horeca wordt gekwalificeerd als een arbeidsvoorwaarde, dan is de hoofdregel dat instemming van de werknemer nodig is om die arbeidsvoorwaarde te kunnen wijzigen. Daar gelden uitzonderingen op, bijvoorbeeld als een eenzijdig wijzigingsbeding is overeengekomen in de arbeidsovereenkomst. Ook kunnen arbeidsvoorwaarden eenzijdig worden gewijzigd zónder eenzijdig wijzigingsbeding, indien is voldaan aan de criteria uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad. Dan dient sprake te zijn van een redelijk wijzigingsvoorstel, dat verband houdt met gewijzigde omstandigheden op het werk en de werknemer mag het voorstel afwijzen wanneer aanvaarding redelijkerwijs niet van hem of haar kan worden gevergd. In alle gevallen heeft een eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden veel voeten in de aarde. Valt het besluit van de werkgever echter onder het instructierecht zoals neergelegd in artikel 7:660 Burgerlijk Wetboek, dan is instemming met de overplaatsing beduidend minder snel (of helemaal niet) vereist.

Oordeel voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter stelt vast dat de arbeidsovereenkomst niet bepaalt of de docent op een bepaalde schoollocatie binnen Eindhoven en in een bepaald team van Summa College te werk zou worden gesteld. De docent kan dan ook aan zijn arbeidsovereenkomst geen rechtstreeks recht afleiden om werkzaam te zijn en te blijven als docent Horeca in het team Horeca van Summa College. De rechter overweegt dat overplaatsing een instrument van personeelsbeleid is dat indien nodig kan worden ingezet. Voor toepassing is instemming niet nodig, omdat in de onderhavige situatie de overplaatsing geen wijziging in functie, salaris of arbeidsplaats tot gevolg heeft en volgens de rechter niet is aan te merken als een wijziging van de arbeidsovereenkomst. Wel brengen de eisen van goed werkgeverschap met zich dat Summa College bij het besluit tot overplaatsing van werknemer voldoende zorgvuldigheid moet betrachten.

De voorzieningenrechter oordeelt dat Summa College voldoende heeft onderbouwd dat het team Horeca al langere tijd niet goed functioneerde en dat het niet goed ging met de kwaliteit van het onderwijs van de opleiding Horeca. Om het voortbestaan van de opleiding Horeca mogelijk te maken was wijziging van teamsamenstelling noodzakelijk. Gelet op klachten van de studenten en de rol van de docent in het team Horeca oordeelt de voorzieningenrechter dat Summa College op goede gronden heeft kunnen kiezen voor overplaatsing. Het is niet aan de docent als werknemer om te oordelen over de noodzaak of wenselijkheid van organisatorische, personele of werkinhoudelijke maatregelen die Summa College in het kader van de bedrijfsvoering meent te moeten nemen, aldus de rechter.

Doordat Summa College Richting de toekomst het bestaansrecht van de opleiding Horeca wenst te behouden, is er sprake van een zwaarwichtig belang. Het voortbestaan van de opleiding weegt dan ook zwaarder dan de wens van de docent om in het team Horeca werkzaam te blijven. Het belang van Summa College bij overplaatsing van de docent is zo zwaarwegend, dat de belangen van werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moeten wijken. De vorderingen van werknemer worden daarom afgewezen.

Conclusie
Onderwijsinstellingen en hun opleidingen zijn constant in beweging. Soms moet men ingrijpen in de arbeidsrelatie met medewerker(s) om zoals in deze casus het voortbestaan van een opleiding te waarborgen. Afhankelijk van de afspraken in de arbeidsovereenkomst en de mate waarin wordt ingegrepen in de “arbeidsvoorwaarden”, dienen de mogelijkheden te worden onderzocht: mét of zónder instemming van de betrokken werknemer.

Wilt u meer weten over de rechten en plichten van een onderwijsinstelling ten aanzien van wijzigingen van arbeidsvoorwaarden of het instructierecht? Neem dan contact op met team Onderwijsrecht.

Juni 2018