Op 28 juni 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) een overzichtsuitspraak gedaan over de zogenoemde ‘ladder voor duurzame verstedelijking’. Deze uitspraak bevat de hoofdlijnen van de jurisprudentie over de eisen waaraan een bestemmingsplan dient te voldoen, indien in het bestemmingsplan een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt. Deze rechtspraak blijft ook van belang als op 1 juli 2017 de nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking in werking treedt.
Achtergrond
De ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen in artikel 3.1.6, lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro). Hieruit volgt aan welke eisen de toelichting bij een bestemmingsplan moet voldoen als in het bestemmingsplan een nieuwe stedelijke ontwikkeling wordt mogelijk gemaakt.
‘Stedelijke ontwikkeling’ is gedefinieerd in artikel 1.1.1, lid 1, aanhef en onder i Bro. Voorbeelden van stedelijke ontwikkelingen zijn woonwijken, ziekenhuizen, mestvergistingsinstallaties met een capaciteit van 36.000 ton mest per jaar, bedrijventerreinen, hotels en recreatieparken.
Vanaf 1 juli 2017 wordt de ladder voor duurzame verstedelijking gewijzigd. Deze wijzigingen hebben blijkens de Nota van Toelichting tot doel de ladder te vereenvoudigen, maar de effectiviteit te behouden. Het doel van de regeling wordt niet gewijzigd. In onze eerdere nieuwsbrief besteden wij reeds aandacht aan de betekenis van de ladder voor duurzame verstedelijking en de wijzigingen hiervan per 1 juli 2017.
Aanleiding overzichtsuitspraak
De ladder voor duurzame verstedelijking werd in oktober 2012 ingevoerd en leidde vanaf die datum tot een constante stroom aan jurisprudentie. In betrekkelijk korte tijd is derhalve omvangrijke rechtspraak over de ladder ontstaan.
De rechtspraak van de Afdeling heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van de wijzigingen van de ladder voor duurzame verstedelijking. Een deel van deze rechtspraak blijft daarom ook na 1 juli 2017 van belang. Om de rechtspraktijk houvast te bieden heeft de Afdeling in de overzichtsuitspraak de hoofdlijnen van de omvangrijke rechtspraak weergegeven die na 1 juli 2017 van toepassing blijft.
Reikwijdte van de ladder voor duurzame verstedelijking
De ladder voor duurzame verstedelijking is niet alleen van toepassing bij het vaststellen van een bestemmingsplan, maar dient ook bij het nemen van andere besluiten doorlopen te worden. Dit zijn de volgende besluiten:
- Het vaststellen van een rijksinpassingsplan als bedoeld in artikel 3.28 Wet ruimtelijke ordening door een minister;
- Het vaststellen van een provinciaal inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 Wet ruimtelijke ordening door provinciale staten;
- Het vaststellen van een provinciale verordening die de locatie voor een stedelijke ontwikkeling aanwijst;
- Het vaststellen van een wijzigings- of uitwerkingsplan voor een nieuwe stedelijke ontwikkeling door het college van burgemeester en wethouders;
- Het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder 3, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
De Afdeling merkt in de overzichtsuitspraak nadrukkelijk op dat hetgeen in de uitspraak wordt overwogen omtrent een door de gemeenteraad vast te stellen bestemmingsplan, in beginsel ook geldt voor voornoemde besluiten waarop artikel 3.1.6, lid 2 Bro van toepassing is.
Aspecten ladder voor duurzame verstedelijking
De aspecten die de Afdeling in de overzichtsuitspraak de revue laat passeren zijn op hoofdlijnen:
- De inhoud, aard, doel en strekking van artikel 3.1.6, leden 2 en 3 Bro;
- De hoofdlijnen van de wijziging van de regeling per 1 juli 2017;
- De behoeftetoets buiten de ladder om;
- De reikwijdte van artikel 3.1.6, leden 2 en 3 Bro;
- De uitleg van het begrip ‘stedelijke ontwikkeling’;
- De uitleg van het begrip ‘nieuwe stedelijke ontwikkeling’;
- De reikwijdte van het onderzoek naar, het overleg over en de beschrijving van de behoefte aan een bepaalde nieuwe stedelijke ontwikkeling;
- De eisen die worden gesteld aan de beschrijving van de behoefte van de voorgenomen nieuwe stedelijke ontwikkeling;
- De uitleg van het begrip ‘bestaand stedelijk gebied’;
- De rechtelijke toetsing van de beschrijving van de behoefte;
- De toepassing van het relativiteitsvereiste in relatie tot de ladder voor duurzame verstedelijking.
Dit blog leent zich niet voor een bespreking van de vele voornoemde onderwerpen. Daarvoor verwijzen wij graag naar de uitspraak zelf.
Constateringen
Op 28 september 2016 deed de Afdeling haar eerste overzichtsuitspraak over planschade, waarmee zij in de voetsporen trad van de Hoge Raad en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Door het doen van overzichtsuitspraken sluit de Afdeling aan bij hetgeen zij verneemt over onduidelijkheden in de praktijk. Het doen van overzichtsuitspraken is volgens ons een nobel initiatief, waarmee de rechtspraktijk op hoofdlijnen houvast wordt geboden.
Meer informatie
Wilt u meer informatie over dit onderwerp of heeft u vragen, neem dan contact op met Silvie Joosten. U kunt uiteraard ook contact opnemen met één van de andere advocaten van ons team bestuursrecht.