(Nederlandse) Aannemers die net over de grens in België in opdracht van hun consument- opdrachtgever een woning bouwen, dienen er op bedacht te zijn dat hun consument-opdrachtgever in vergaande mate wordt beschermd.
Deze vergaande bescherming, die de particuliere opdrachtgever toekomt op grond van de Belgische Woningbouwwet van 9 juli 1971 ook wel genaamd de Wet Breyne, bestaat onder meer uit het volgende:
i) het door de aannemer in rekening te brengen voorschot mag maximaal 5% van de totale prijs bedragen;
ii) de facturatie door de aannemer dient gelijke tred te houden met de reeds uitgevoerde werkzaamheden;
iii) de totale aanneemsom dient voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden te worden vastgesteld;
iv) de aannemer dient zekerheid te stellen tot nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst door middel van het storten van een waarborgsom die tot 100% van de totale aanneemsom kan belopen.
Vergelijkend perspectief
In Nederland kennen wij ook dwingendrechtelijke bepalingen ter bescherming van de consument-opdrachtgever die voorschrijven dat (i) de aannemer maximaal 10% van de aanneemsom als zekerheid tot nakoming van de consument-opdrachtgever kan bedingen, (ii) de facturatie in beginsel in gelijke tred dient te lopen met de stand van het werk en (iii) de opdrachtgever gerechtigd is om 5% op de laatste termijn in te houden totdat alle opleverpunten door de aannemer zijn hersteld.
Het vereiste in de Belgische wetgeving dat de aannemer zekerheid dient te stellen voor de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de aannemingsovereenkomst, welk bedrag tot 100% van de aanneemsom kan belopen, kent men in Nederland echter niet.
Om te voorkomen dat de Nederlandse aannemer gehouden is om een bedrag gelijk aan 100% van de aanneemsom als zekerheid te stellen, kan hiervoor een verzoek worden ingediend bij FOD Economie. Deze instantie beoordeelt of de aannemer gelijk kan worden gesteld met de Belgische aannemer. Is dit niet het geval, dan kan de aannemer ervoor kiezen om alsnog een certificaat aan te vragen ten behoeve van het verkrijgen van een erkenning als aannemer van werken.
Indien de aannemer alsnog het benodigde certificaat verkrijgt, is de aannemer ‘slechts’ gehouden om een bedrag van 5% van de aanneemsom als waarborgsom aan opdrachtgever te betalen. Van belang om in dit verband op te merken, is dat voor zover de aannemer zonder certificering en zonder voldoening van de waarborgsom gaat bouwen, hij er rekening mee dient te houden dat dit grote financiële (boetes) en strafrechtelijke (gevangenisstraf) consequenties met zich mee kan brengen. De Wet Breyne is van dwingend recht, hetgeen betekent dat de aannemer de bepalingen zoals opgenomen in de Wet Breyne niet in de met de opdrachtgever te sluiten aannemingsovereenkomst kan wegcontracteren.
Alternatief: nevenaanneming
Indien gekozen wordt voor de constructie van nevenaanneming, wat betekent dat de opdrachtgever met de verschillende aannemers afzonderlijke contracten afsluit voor de uitvoering van de verschillende werkzaamheden (bijvoorbeeld ruwbouw, elektriciteit, schilderwerkzaamheden), is de Wet Breyne echter niet van toepassing. Een en ander leidt wel tot een coördinatieverplichting van in beginsel de opdrachtgever. Deze dient er concreet voor te zorgen dat de werkzaamheden van de verschillende nevenaannemers in tijd en plaats op elkaar worden afgestemd, zodat er geen stagnatie in de werkzaamheden ontstaat. Deze uitvoeringcoördinatietaak kan de opdrachtgever overigens opdragen aan de (bouwkundig) aannemer.
Conclusie
Voordat de aannemer een opdracht aanneemt, dient hij, gelet op de Wet Breyne, er dus op bedacht te zijn dat hij over de juiste certificering beschikt, dan wel bereid en in staat is om een bedrag gelijk aan 100% van de aanneemsom als waarborgsom te voldoen. Indien het antwoord op deze vragen negatief dient te worden beantwoord, kan hij nog onderzoeken of het voor hem desondanks interessant is om een deel van zijn werkzaamheden ( bijvoorbeeld ruwbouw) in nevenaanneming uit te voeren.
Meer informatie
Heeft u vragen over dit onderwerp? Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Louis Einig, specialist bouwrecht binnen het team Vastgoed.
Mei 2017