Skip to main content

Het pensioenlandschap in Nederland verandert de laatste jaren voortdurend. Voor 1 januari 2018 ligt weer een nieuwe wijziging in het vooruitzicht: de fiscale pensioenrichtleeftijd wordt verhoogd van 67 naar 68 jaar. Dit betekent dat het pensioen een jaar later ingaat. Voor de duidelijkheid: de fiscale pensioenrichtleeftijd is niet hetzelfde als de AOW- gerechtigde leeftijd, deze is in 2018 66 jaar.

Voor werkgevers is het erg belangrijk na te gaan of de pensioenregeling voldoet aan deze wetswijziging. Indien de pensioenregeling niet aan de wettelijke vereisten voldoet betekent dit dat een werkgever met extra kosten wordt geconfronteerd.

De pensioenrichtleeftijd wordt als een rekenleeftijd gebruikt voor de berekening van de jaarlijkse maximaal toegestane fiscale pensioenopbouw. Er mag namelijk niet ongelimiteerd pensioen worden opgebouwd. Indien niet aan deze regels wordt voldaan, wordt de pensioenregeling ‘onzuiver’. Dat heeft tot gevolg dat toepassing van de omkeerregel (waarmee fiscaal vriendelijk kan worden opgebouwd) met terugwerkende kracht wordt ontnomen. De omkeerregel houdt in dat niet de pensioenopbouw maar de pensioenuitkering wordt belast. In het geval dat de pensioenregeling niet binnen de fiscale kaders is gebleven, kan de belastingdienst achteraf alsnog belastingen innen.

Wanneer moet een pensioenregeling worden aangepast?
In het geval dat de pensioenregeling is gekoppeld aan een fiscale pensioenrechtleeftijd van 67 jaar, is wijziging noodzakelijk. Alternatief is dat de maximale opbouwpercentages naar beneden worden bijgesteld. Echter, dan is nog steeds wijziging van de pensioenovereenkomst noodzakelijk. De premiepercentages moeten dan worden aangepast.

Wijzigen pensioenregeling door werkgever
Voor wijziging door de werkgever geldt als hoofdregel dat overeenstemming met de individuele werknemer moet zijn bereikt. Ook zal de ondernemingsraad (indien van toepassing) moeten worden betrokken bij de wijziging. Die heeft namelijk op grond van artikel 27 WOR een instemmingsrecht.

In de praktijk brengt de individuele instemming van een werknemer vaak problemen met zich mee. In sommige gevallen kan de werkgever – aan de hand van een eenzijdig wijzigingsbeding – zonder instemming besluiten de pensioenovereenkomst te wijzigen. In dat kader zal hij een zwaarwichtig belang moeten aantonen. Wijziging van fiscale wetgeving kan daarvoor een indicatie vormen maar levert niet zonder meer een zwaarwichtig belang op. Tevens kan instemming van de ondernemingsraad een indicatie zijn voor een zwaarwichtig belang. Telkens afhankelijk van de omstandigheden van het geval, zal worden beoordeeld of de werkgever bevoegd is tot eenzijdig wijzigen.

Het duurt niet zo lang meer voor het 1 januari 2018 is. Voor zover nog niet onderzocht, is het raadzaam op korte termijn te onderzoeken of de pensioenregeling gewijzigd dient te worden en zo ja het gesprek met de werknemers/OR aan te gaan. Wij kunnen u adviseren over het zo spoedig mogelijk realiseren van een wijziging in de pensioenregeling.

Meer informatie
Wilt u meer informatie over hoe u de pensioenovereenkomst kunt wijzigen, dan kunt u uiteraard contact opnemen met uw vaste contactpersoon of met een van onze arbeidsrechtadvocaten.

Oktober 2017