Skip to main content

Indien u een vordering op een failliete (rechts)persoon heeft, kunt u naast de hoofdsom ook de verschuldigde (wettelijke dan wel contractuele) rente (en eventuele bijkomende kosten) tot aan datum faillissement bij de curator ter verificatie indienen. Renten die opkomen nadat het faillissement is uitgesproken, zijn echter niet verifieerbaar in het faillissement, tenzij deze gedekt zijn door een pand- of hypotheekrecht. Voor de surseance van betaling is een gelijkluidende bepaling in de wet opgenomen. De wet bepaalt dat rentedragende vorderingen inclusief de rente tot de dag waarop de surseance van betaling is uitgesproken, op de lijst van voorlopige vorderingen worden geplaatst.

In de praktijk wordt een surseance van betaling vaak omgezet in een faillissement. Met voornoemde uitgangspunten in het achterhoofd zou dit dus betekenen dat indien een faillissement vooraf wordt gegaan door een surseance van betaling, de rente die is opgekomen vanaf datum surseance niet verifieerbaar is in het faillissement. Deze gedachte komt overeen met het uitgangspunt van de wetgever dat tussen een surseance van betaling en een daaropvolgend faillissement continuïteit en eenheid moet bestaan.

Recentelijk heeft de Hoge Raad echter geoordeeld dat de rentevorderingen die tijdens de surseance van betaling ontstaan desalniettemin in het faillissement mogen worden geverifieerd. Mocht u een vordering hebben op een failliete (rechts)persoon en is het faillissement voorafgegaan aan een surseance van betaling, dan kunt u dus de tijdens de surseance van betaling vervallen rente ook ter verificatie bij de curator indienen.

Wilt u meer informatie over dit onderwerp of heeft u andere vragen? Neem dan contact op met de advocaten van ons team Insolventie & Herstructurering.