De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs oordeelt dat een mbo school een te grote rol heeft toegedicht aan het zelfinzicht en de verantwoordelijkheid van de (meerderjarige) student.
De casus
Een student (klager) volgt sinds studiejaar 2013-2014 de mbo-opleiding Mediavormgever. Bij de aanmelding, hij is dan 17 jaar, heeft hij aangegeven te zijn gediagnosticeerd met ADD, dyslexie en hooggevoeligheid. Hij heeft op de middelbare school ook begeleiding gekregen bij het plannen.
Aan het einde van het tweede studiejaar (2014-2015) heeft de student, inmiddels meerderjarig, onvoldoende studieresultaten behaald om door te kunnen stromen naar het derde studiejaar. Daarop is besloten dat hij het tweede studiejaar over mocht doen onder de voorwaarde dat hij hulp zou aanvaarden bij het plannen en het omgaan met een (inmiddels ontstane) problematische thuissituatie.
Ondanks de hulp maakt de student weinig vorderingen. In januari 2016 geeft de school een negatief studieadvies af voor de student, maar de mentor maakt dit niet aan hem kenbaar. Pas in mei 2016 heeft de school het (eerste) negatief studieadvies aan de student medegedeeld. Op 15 juli 2016 geeft de school een tweede bindend negatief studieadvies, waardoor de student zijn opleiding niet kan vervolgen.
De vraag die de Commissie dient te beantwoorden is of de school zich voor de student voldoende heeft ingespannen.
Voldoende ondersteuning?
De student heeft tijdens het intakegesprek aangegeven dat hij zonder extra begeleiding de opleiding wil volgen. De middelbare school heeft niet vermeld dat de student een zorgleerling is. Daardoor heeft de mbo school geen aanleiding gezien voor een verlengde intake of om contact te leggen met de middelbare school.
In het tweede studiejaar verslechteren de resultaten van de student. Aan het einde van dat jaar is hem aangeboden om het jaar opnieuw te doen op voorwaarde dat hij hulp zou accepteren. In eerste instantie wil de student met school alleen aan zijn planningsvaardigheden werken. Overige hulp wil hij zelf inschakelen, maar laat dit liggen. Als hij later toch (meer) hulp wil accepteren schakelt de school een begeleidster van het Bureau Studentenbegeleiding in. Vanwege deze ontwikkeling deelt de mentor het eerste negatieve studieadvies niet gelijk aan hem mee.
Naast het inschakelen van de begeleidster heeft de mentor de studieproblemen van de student en de ondersteuning die daarbij van de docenten wordt verwacht in het docententeam besproken. De docenten zijn niet door de begeleidster op de hoogte gesteld van de thuissituatie van de student, omdat hij daar geen toestemming voor geeft. Ook is de begeleidster niet aanwezig bij de teamvergaderingen. De school heeft ter zitting aangegeven dat de student de afspraken met de begeleidster zeer beperkt is nagekomen.
Overwegingen van de Commissie
De Commissie stelt dat er bij de start van de opleiding geen aanleiding was om ondersteuning in te zetten. Dat was immers ook de wens van de student. De informatie uit de aanmelding en de intake had echter wel aanleiding moeten zijn om op het moment dat de student in het tweede studiejaar vastliep met hem in gesprek te gaan over ondersteuning en begeleiding, en deze ook ter hand te nemen. Dit gebeurde pas aan het einde van het tweede studiejaar, toen de student mocht doubleren onder de voorwaarde dat hij hulp zou accepteren.
De school is niet nagegaan of deze hulp ook daadwerkelijk werd ingezet en of de student dus werd ondersteund. De externe ondersteuning is pas ruim een half jaar ná de start van dat schooljaar opgestart.
De school had andere acties kunnen ondernemen, aldus de Commissie. Zo had het zorgadviesteam anoniem kunnen adviseren over de situatie van de student. Ook had moeten worden nagegaan of de docenten voldoende begeleiding boden. Het eerste negatieve studieadvies is met de beste bedoelingen achtergehouden, maar dit had wel moeten worden verstrekt. Dit had de ernst van de situatie voor de student duidelijker gemaakt.
De Commissie is van oordeel dat van een mbo student van een niveau 4 opleiding en die bovendien meerderjarig is een bepaalde mate van zelfstandigheid mag worden verwacht. Dit mede met het oog op de van hem in het beroepsperspectief te verwachten volwassenheid. De school had gelet op de problemen van de student echter meer de regie moeten nemen in de ondersteuning en het structureren daarvan.
Conclusie en advies
Uit de uitspraak van de Commissie volgt dat de mbo school een te grote rol heeft toegedicht aan het zelfinzicht en de verantwoordelijkheid van de (meerderjarige) student. Met het oog op de regie die scholen moeten nemen bij het bieden van ondersteuning aan studenten, adviseren wij scholen om het signaleren en oppakken van zorgvragen goed te borgen binnen de organisatie. Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met de advocaten van ons team Onderwijs.
September 2017