In juli 2018 diende de regering, , een wetsvoorstel in voor de realisatie van een experiment met de teelt en verkoop van hennep of hasj voor recreatief gebruik in een gesloten coffeeshopketen. Het wetsvoorstel biedt de mogelijkheid voor gemeenten om te experimenteren met door de overheid gecontroleerde – en dus, binnen de voorwaarden van het experiment, legale – productie van cannabis voor de bevoorrading van coffeeshops. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan het probleem dat het huidige gedoogbeleid met zich meebrengt.
Gedoogbeleid in Nederland
Het Nederlandse gedoogbeleid houdt in dat coffeeshops onder strikte voorwaarden wiet en hasj kunnen verkopen aan consumenten. Zolang de coffeeshops zich aan de gestelde regels houden, zullen zij niet strafrechtelijk worden vervolgd.
Hoewel de verkoop van wiet en hasj onder voorwaarden wordt gedoogd, is de productie van wiet en de levering aan coffeeshops nog altijd verboden. Dit leidt tot een onwenselijke situatie, omdat voor gedoogde verkoop nu eenmaal – illegale – teelt nodig is. Deze teelt vindt op dit moment plaats in het zwarte circuit. Daardoor kan de regering de kwaliteit van wiet en hasj niet controleren. Dit leidt tot risico’s voor de volksgezondheid. Ook de illegale bevoorrading van coffeeshops leidt tot onveilige situaties in en rondom coffeeshops. Het opzetten van een gesloten coffeeshopketen waarbij de teelt van hennep en hasj gelegaliseerd wordt, draagt volgens de regering bij aan de vermindering van de gezondheidsrisico’s en overlast.
Het experiment
De regering wil met het experiment inzicht krijgen in de effecten die optreden indien de teelt en toelevering van hennep aan coffeeshops wordt gereguleerd. Daartoe worden maximaal tien gemeenten aangewezen die deelnemen aan het experiment. Alle coffeeshops in deze gemeenten worden verplicht aan het experiment mee te doen. Tegelijkertijd worden er maximaal tien telers aangewezen aan wie voor de duur van het experiment ontheffing van mogelijke strafvervolging wordt verleend, zodat deze telers de deelnemende coffeeshops op legale wijze kunnen bevoorraden.
Het experiment heeft beginsel een looptijd van vier jaar. Na afloop van deze termijn krijgen de deelnemende gemeenten en telers een half jaar de tijd om de situatie in overeenstemming te brengen met de situatie zoals deze vóór aanvang van het experiment was, zijnde de situatie onder het huidige gedoogbeleid. Indien na afloop van het experiment wordt besloten om het experiment om te zetten in duurzame wetgeving, dan biedt de experimenteerwet de mogelijkheid om het experiment te verlengen. Zo wordt voorkomen dat men na afloop van het experiment tijdelijk terug moet naar de ‘oude’ situatie (lees: huidige gedoogsituatie), om vervolgens weer terug te gaan naar de situatie waarin de teelt en toelevering van cannabis is toegestaan.
Inwerkingtreding
Zoals het er nu naar uitziet zal experimenteerwet niet eerder dan 1 januari 2020 in werking treden. Op dit moment kunnen gemeenten kenbaar maken of zij interesse hebben om deel te nemen aan het experiment. Vooralsnog lijkt er weinig animo te zijn voor deelname aan het experiment, in ieder geval onder de grotere gemeenten. De vijf grootste steden hebben aangegeven onder de huidige voorwaarden niet mee te zullen doen aan het experiment.
Op het moment dat duidelijk is welke gemeenten aan het experiment gaan deelnemen, worden deze gemeenten opgenomen in het wetsvoorstel en krijgt het wetsvoorstel kracht van wet. Op dat moment zal ook worden gestart met de voorbereidingen van het experiment. In de praktijk betekent dit dat het daadwerkelijke experiment op zijn vroegst halverwege 2021 zal aanvangen.
Wij houden u graag op de hoogte van de ontwikkelingen rondom het wetsvoorstel voor de legale teelt en verkoop van wiet voor recreatief gebruik. Heeft u vragen? Neem dan contact op met een van onze specialisten van Team Compliance.