Skip to main content

Door de regering is een wetsvoorstel ingediend met als doel het opheffen van bedingen in het handelsverkeer die ertoe strekken cessie of verpanding van geldvorderingen op naam tegen te gaan. Ik schreef hier al eerder een blog over.

Na een consultatieronde heeft inmiddels ook de Raad van State haar advies gegeven en heeft Minister Dekker op 22 mei 2020 het nadere rapport aan de Tweede Kamer toegezonden.

Naar aanleiding van het advies van de Raad van State is in het wetsvoorstel aangepast dat bij inwerkingtreding verpandings- en cessieverboden direct nietig zijn. De Raad van State vindt dat hierdoor de rechtszekerheid in het gedrang komt als het gaat om bestaande contracten en er een overgangsperiode moet zijn. Minister Dekker heeft dat advies overgenomen en in het aangepaste wetsvoorstel opgenomen dat de nietigheid in geval van bestaande contracten intreedt drie maanden na inwerkingtreding van de wet. Voor nieuwe contracten treedt de nietigheid gelijk in.

De Raad van State heeft verder een aantal verduidelijkingen voorgesteld die zijn overgenomen. In de nieuwe regeling wordt duidelijk opgesomd voor welke zakelijke vorderingen op naam wel nog een cessie- en verpandingsverbod mag worden afgesproken.

Het wetsvoorstel staat nu geagendeerd voor een procedurevergadering van de Tweede kamer op 1 juli 2020.

Meer informatie

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Jeroen Tulfer of één van de andere advocaten van team Insolventie & Herstructurering

Juni 2020