De Wkkgz verplicht zorgaanbieders om zich in het kader van de klachtenregeling aan te sluiten bij een onafhankelijke geschilleninstantie. Op 1 januari 2017, een jaar na de inwerkingtreding van de Wkkgz, moet aan deze verplichting zijn voldaan. Gelet op de ingrijpendheid en de omvang van het hiertoe af te leggen traject (naast de implementatie van het nieuwe interne klachtsysteem, met als spil de klachtenfunctionaris), is het nodig om tijdig de nodige stappen te zetten en keuzes te maken. Inmiddels heeft een aantal brancheorganisaties in de zorg een initiatief genomen en zijn de contouren van enkele geschilleninstanties zichtbaar geworden.
De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) heeft besloten om samen met de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en vertegenwoordigers van de patiëntenorganisaties (Patiëntenfederatie Nederland), cliëntenraden (LSR) en aansprakelijkheidsverzekeraars een geschilleninstantie (GI) voor alle ziekenhuizen in te stellen. Naast ziekenhuizen kunnen ook andere leden van de NVZ die medisch-specialistische zorg aanbieden zich bij deze geschilleninstantie aansluiten, zoals revalidatie-instellingen en epilepsie- en audiologische centra.
De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en InEen (een verband van huisartsenposten, gezondheidscentra, eerstelijns diagnostische centra en zorggroepen) hebben de grootste gezamenlijke klachtencommissie van huisartsen in ons land, de Stichting Klachtenregeling Huisartsenzorg Zuid-Nederland (SKHZN), gevraagd zich om te vormen tot Stichting Geschilleninstantie Huisartsenzorg. De huisartsen zouden dan, evenals de ziekenhuizen, één landelijke geschilleninstantie krijgen. Het is de bedoeling dat onder deze centrale instantie drie regionale geschilleninstanties komen te ressorteren. Er zijn besprekingen gaande om te bezien of de betreffende instantie kan worden uitgebreid met afzonderlijke commissies voor apothekers en fysiotherapeuten.
De keuze voor één landelijke commissie wordt door de LHV en InEen, evenals door andere brancheorganisaties, gemotiveerd met het belang van landelijke uniformiteit: ter waarborging van de kwaliteit van de geschilbeslechting en ten behoeve van de duidelijkheid en gelijkheid voor cliënten (uniforme klachtafhandeling, zowel procedureel als inhoudelijk). Er wordt veel gewicht toegekend aan een deskundige invulling van de voorzittersrol, waarschijnlijk te vervullen door een rechter. Dit dient mede ten goede te komen aan het vertrouwen van aansprakelijkheidsverzekeraars in de kwaliteit van de geschillenbeslechting.
De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) heeft besloten tot het instellen van een Geschilleninstantie Gehandicaptenzorg. De leden van de VGN zijn vrij om zich al dan niet bij deze instantie aan te sluiten; zij kunnen er ook voor kiezen een andere (bijvoorbeeld regionale) weg te bewandelen. Nu er speciaal voor de eigen sector een geschilleninstantie wordt ingesteld, valt evenwel te verwachten dat de gedachten van veel zorgaanbieders al spoedig in de richting van aansluiting bij deze eigen instantie zullen gaan.
Ook GGZ Nederland heeft te kennen gegeven voorkeur te hebben voor één geschilleninstantie, specifiek voor de GGZ, waarbij haar leden zich kunnen aansluiten (als lidmaatschapsverplichting), mits een goede regionale bereikbaarheid, deskundigheid en een acceptabel kostenniveau zijn verzekerd.
Onlangs is door een aantal brancheorganisaties, waaronder de hiervoor genoemde, een kaderstellend ‘Programma van eisen inrichting Wkkgz-geschilleninstanties‘ opgesteld, dan wel onderschreven, dat tot doel heeft om de beoogde landelijke uniformiteit en kwaliteit van geschillenbeslechting op basis van de Wkkgz te bevorderen. Het programma bevat eisen ten aanzien van de behandeling van geschillen door geschilleninstanties, de inrichting van geschilleninstanties en de kosten van geschilbeslechting. Het gaat hierbij om minimum-standaarden die een goede toegang tot de geschilleninstanties moeten verzekeren, evenals een goede beoordeling van de aanhangig gemaakte geschillen. Tot de eisen die betrekking hebben op de inrichting van geschilleninstanties behoort onder meer de eis dat een geschilleninstantie in haar reglement waarborgt dat zij zitting kan houden op locaties die redelijkerwijs bereikbaar en toegankelijk zijn voor de indiener van een te beoordelen klacht. Een zekere regionale gerichtheid is dus ook bij een branchegerichte benadering een punt van aandacht.
Met het ‘Programma van Eisen’ is een duidelijke basis voor de verdere totstandkoming en inrichting van geschilleninstanties gelegd. Er moet echter er nog veel geregeld worden voordat de nieuwe instanties gereed zijn en een aanvraag tot erkenning ervan bij het CIBG (agentschap van het ministerie van VWS) kan worden ingediend, om te worden getoetst aan de eisen die de Wkkgz en de Uitvoeringsregeling Wkkgz stelt. Hierbij is van belang dat voor het CIBG een nogal ruime beslistermijn geldt (binnen acht weken met een verlengingsmogelijkheid tot maximaal zestien weken). Dit betekent dat ook de verdere werkzaamheden voor de vormgeving van de geschilleninstanties door (de brancheorganisaties van) de zorgaanbieders met voortvarendheid zullen moeten worden verricht.
Op 29 september 2016 zullen wij u in een seminar over de Wkkgz verder informeren over de meest recente ontwikkelingen over onder meer de geschilleninstanties en tevens enkele praktische tools meegeven ter verzekering van de compliance van uw zorgorganisatie aan de Wkkgz.
Meer weten?
Wilt u nu reeds meer weten? Neemt u dan contact op met Rankie ten Hoopen.
Publicatie uit de nieuwsbrief zorg juli 2016. Klik hier voor de nieuwsbrief.