Pas als de ouder conform het eigen schoolbeleid is gewaarschuwd en er ook geen redelijke alternatieven meer zijn, mag school een leerling verwijderen vanwege het gedrag van de ouder oordeelt de Geschillencommissie passend onderwijs.
De feiten
Verzoekster in deze zaak is de moeder van een leerling uit groep 4. Deze leerling heeft zich twee keer ongepast gedragen tegenover medewerkers van de school. De eerste keer op 11 april 2019 tegenover de coördinator pedagogisch handelen. Naar aanleiding van het incident heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de moeder, haar zus en de school. Achteraf heeft de moeder een verslag van het incident opgevraagd. Zij was het oneens met dit verslag en via een e-mailwisseling bracht ze haar zienswijze naar voren, waarbij de school vervolgens haar zienswijze aan het verslag heeft toegevoegd. De school nodigde de moeder uit om in gesprek te gaan over de handelwijze van medewerkers van de school bij impulsief en oncontroleerbaar gedrag van haar zoon, dit heeft ze geweigerd. Verder dreigde zij meerdere malen om een klacht in te dienen.
Naar aanleiding van haar klacht werd geadviseerd in gesprek te gaan met een externe vertrouwenspersoon, maar dit gesprek is niet tot stand gekomen. De reden hiervoor is omdat er geen overeenstemming kwam tussen partijen over het al dan niet opnemen van het gesprek. De brief waarin geweigerd werd het gesprek op te nemen, is door verzoekster op social media geplaatst. Toen is er gekeken of mediation een oplossing zou bieden, maar ook daarvan is niets gekomen.
Vervolg
In juni 2019 heeft de verzoekster zich meerdere malen uitgelaten over de school op social media. De school heeft in juni 2019 meegedeeld dat de leerling geen groei meer toont en aangegeven zijn situatie in het multidisciplinair overleg in het nieuwe schooljaar te willen bespreken. Moeder stemde in, mits ze aanwezig mocht zijn. Later trok ze haar instemming alsnog in. Toen heeft zich, medio juni 2019, het tweede incident voorgedaan, waarbij de leerling de dansleraar heeft geknepen. Hij kreeg een schorsing voor één dag. Kort na het nieuwe schooljaar kreeg hij een time-out voor een gymles. Moeder was het niet eens met deze beslissing. Zij ging de gymzaal binnen en probeerde haar zoon alsnog mee te laten doen.
Verder trok zij via een e-mailbericht op 24 september 2019 de professionaliteit van de leerkracht in twijfel. De school verstuurde dezelfde dag een brief aan verzoekster met de mededeling de leerling te gaan verwijderen wegens het ontbreken van wederzijds vertrouwen tussen moeder en school. In afwachting van de verwijdering werd de leerling geschorst, waarna de moeder hem op een andere school inschreef.
Standpunten en verweer
De moeder geeft aan zich niet zodanig ernstig te hebben gedragen dat een verwijdering gerechtvaardigd is. Zij stelt enkel haar ontevredenheid te hebben geuit over hoe de school met haar kind omging. De ontevredenheid zou zijn ontstaan door onprofessionele bejegening, onvoldoende ondersteuning en doordat de school geen gehoor gaf aan de klachten over pestgedrag jegens haar zoon. Verder geeft ze aan dat de school met schorsing dreigde en de situatie na elk gesprek juist verslechterde, waarbij haar zoon steeds om kleine dingen werd bestraft. Ook haar berichten op social media waren niet dusdanig negatief dat dit verwijdering van haar zoon rechtvaardigt. Moeder sluit niet uit dat zij haar zoon naar school wil laten terugkeren.
De school voert in de eerste plaats aan dat moeder geen belang meer heeft bij deze procedure nu haar zoon op een andere school is ingeschreven. Mocht er wel een inhoudelijk oordeel volgen, dan voert de school aan dat het gedrag van moeder ertoe heeft geleid dat een samenwerking niet meer mogelijk is. Er wordt aangegeven dat er sprake is van een onherstelbare vertrouwensbreuk. Dit is onder meer ontstaan doordat moeder alleen per e-mail wenst te communiceren over het gedrag van haar zoon op school, gesprekken opneemt en zich negatief heeft uitgelaten op social media. Doordat zij medewerkers schoffeert en voortdurend dreigt met (klacht)procedures ervaart het personeel een oplopend gevoel van onveiligheid en stress.
Overweging commissie
De commissie acht zich bevoegd om het geschil in behandeling te nemen. Er is sprake van een voorgenomen verwijdering en moeder heeft haar zoon op een andere school ingeschreven om thuiszitten te voorkomen. Een verwijdering is de meest vérgaande maatregel die een schoolbestuur tegenover een leerling kan treffen, stelt de commissie, en de feiten moeten zodanig ernstig zijn dat de verwijdering daarop een passende reactie is. Verder moeten bij het besluit alle betrokken belangen en relevante omstandigheden afgewogen worden, waarbij tot deze belangen nadrukkelijk het belang van de leerling kind hoort. In dit geval zouden de feiten in beginsel voldoende zijn om tot verwijdering over te gaan.
De commissie constateert dat het gedrag van moeder heeft gezorgd voor een toenemend gevoel van onveiligheid onder de leerkrachten. Dat de school het gedrag van moeder wilde stoppen is daarom begrijpelijk. Echter, in de schoolgids is het schoolbeleid opgenomen waarin staat dat eerst een waarschuwing plaatsvindt voorafgaand aan verwijdering. Verder is er niet gekeken naar alternatieve mogelijkheden, zoals een plein- en/of schoolverbod. Dit allemaal maakt dat de commissie van oordeel is dat het verzoek van de moeder gegrond is.
Conclusie
Wanneer op grond van het schoolbeleid een leerling niet kan worden verwijderd voordat er een waarschuwing is geweest, dan moet deze regel in acht worden genomen. Verder wordt verwijdering als meest vergaande maatregel gezien en dienen daarom alternatieven te worden onderzocht voordat er gekozen wordt voor een verwijdering. Dit geldt ook als de vertrouwensbreuk onherstelbaar is en de ouder daarin een groot aandeel heeft gehad, zoals in deze zaak naar het oordeel van de commissie is komen vast te staan.
Meer informatie
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met een van onze specialisten van Team Onderwijsrecht. Wij helpen u graag!
April 2020