De Wet Normering Topinkomens (WNT) is onder meer van toepassing op instellingen die een toelating hebben op grond van de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi). Op rechtspersonen die als onderaannemer zorg leveren aan de zogenaamde Wtzi-instelling is de WNT niet van toepassing. In het afgelopen jaar is met de Evaluatiewet WNT geprobeerd dit gat te dichten door onderaannemers in de zorg onder de reikwijdte van de WNT te brengen. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel inzake de Evaluatiewet is echter besloten de betreffende bepaling uit het wetsvoorstel te schrappen. De Minister onderzoekt momenteel op welke wijze dergelijke constructies op de meest effectieve wijze alsnog kunnen worden tegengegaan. De Minister is voornemens om nog eind 2018 een nieuw wetsvoorstel in te dienen met aanscherping van de WNT op de volgende twee punten:
1) Onderaannemersconstructies in de zorg
Onderaannemers in de zorg waarop de WNT niet van toepassing is, terwijl deze evengoed zorg verlenen bekostigd via publieke middelen, zullen onder de nieuwe wet wel onder de WNT vallen door de koppeling tussen de WNT en de WTZi los te laten. De WNT wordt dan van toepassing op rechtspersonen die zorg als bedoeld bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Wet langdurige zorg (Wlz) (laten) leveren, waarbij het niet van belang is of deze zorg via uitbesteding/ onderaanneming of zelf wordt verleend.
Bezien vanuit de publieke aard van de financiering van de zorg («geld voor de zorg moet voor de zorg blijven») acht het kabinet het wenselijk om de bezoldiging van topfunctionarissen van onderaannemers in de zorg ondanks de opmerkingen van de Raad van State te normeren. De Raad van State had over de voorgenomen maatregel negatief geadviseerd. Dit vanwege de veronderstelde te brede werking van de maatregel. Volgens het kabinet moet het niet uitmaken via welke constructie die zorg wordt verleend. Om tegemoet te komen aan de eerder geuite zorgen van de Raad van State en om te zorgen dat de maatregel proportioneel is, zal tijdens de voorbereiding van het wetgevingstraject worden onderzocht of er aanleiding is om deze maatregel niet van toepassing te laten zijn op instellingen die bepaalde vormen van zorg verlenen en daarbij voor het overgrote deel in het private domein opereren.
2) Aanpassing begrip gelieerde rechtspersoon
De WNT merkt rechtspersonen aan als gelieerde instelling indien deze zijn opgericht door een WNT-instelling. Deze gelieerde instellingen vallen zelf als zodanig niet onder de WNT, maar hebben wel een bestuurlijke of financiële relatie met een WNT-instelling. Het kabinet is voornemens het begrip gelieerde rechtspersoon in de WNT zodanig aan te passen dat het gelieerde verband niet slechts naar «beneden» werking heeft (de dochtermaatschappijen van een WNT-instelling), maar ook naar «boven» (de moedermaatschappij waar de WNT-instelling onder valt). De bedoeling van het huidige begrip gelieerde instelling is dat wordt voorkomen dat de WNT kan worden ontweken door de topfunctionaris gedeeltelijk aan te stellen bij bijvoorbeeld een holding vennootschap, die niet onder de WNT valt. De voorgestelde aanpassing leidt ertoe dat ook het geheel of gedeeltelijk aanstellen van de topfunctionaris bij de moederorganisatie van de WNT-instelling, hetgeen in de praktijk voorkomt, niet langer kan resulteren in ontwijking van het bezoldigingsmaximum.
De afdeling Advisering van de Raad van State was begin 2017 bevreesd voor uitbreiding van de reikwijdte van de WNT naar organisaties die niet tot de (semi)publieke sector behoren. Dat is niet de bedoeling van de wetgever. De uitbreiding heeft alleen betrekking op de bezoldiging van de topfunctionaris. De gelieerde rechtspersoon als zodanig wordt geen WNT-instelling.
Ook als de WNT-instelling en de bovenliggende moederorganisatie eigen besturen met verschillende topfunctionarissen hebben, heeft de bepaling materieel geen gevolgen. Anders dan verplichtingen met betrekking tot de bezoldiging van de top functionaris legt de aan te passen WNT geen verdere verplichtingen aan deze gelieerde rechtspersoon op.
Nu gelden de beperkingen van de WNT dus nog niet voor onderaannemers in de zorg noch voor topfunctionarissen bij moederorganisaties van de WNT-instelling. Maar in 2019 kan dat volledig anders zijn. Wij adviseren u ook nu al rekening te houden met deze voorgenomen wijzigingen en zullen u op de hoogte houden van de stand van zaken.
Voor vragen over de WNT kunt u contact opnemen met Maruca Overdijk.
Mei 2018