Skip to main content

De Nederlandse overheid is druk bezig om roken, zowel privé als in werksituaties, te ontmoedigen. Niet roken moet de (nieuwe) norm worden. Hiervoor zijn al verschillende maatregelen genomen. Zo is de afgelopen jaren onder meer het aantal plaatsen waar gerookt mag worden, steeds verder beperkt. Voor roken in werksituaties is door de wetgever nu een volgende stap gezet. De wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit heeft tot gevolg dat roken in de ruimten, gebouwen en inrichtingen waar werknemers hun werkzaamheden verrichten of plegen te verrichten, niet langer is toegestaan.

Rookruimtes in het bedrijfsleven

Door deze wetswijziging zijn sinds 1 juli 2021 rookruimtes in (semi) publieke en openbare gebouwen, zoals zorginstellingen, het onderwijs, overheidsgebouwen en gebouwen in de cultuur- en sportsector, niet langer toegestaan. Vanaf 1 januari 2022 is ook het bedrijfsleven aan de beurt en zijn rookruimtes op het werk niet langer toegestaan.

Handhaving

Voor werknemers bestond al langer het recht op een rookvrije werkplek. Voorheen mochten werkgevers echter een rookruimte inrichten waar werknemers mochten roken. Per 1 januari 2022 is dit dus niet langer toegestaan. Het rookverbod in het bedrijfsleven geldt vooralsnog in principe allen voor binnen. Roken op het bedrijfsterrein in de open lucht is nog wel toegestaan, waarbij overigens wel geldt dat roken onder een afdak of overkapping niet als roken in de open lucht wordt beschouwd. Ook de bedrijfsauto wordt aangemerkt als werkplek, waardoor ook hier het rookverbod geldt. Het rookverbod geldt bovendien niet alleen voor ‘gewone’ sigaretten, maar ook voor e-sigaretten en andere tabaksverhittingsapparaten. Het rookverbod moet door werkgevers strikt worden gehandhaafd. Een boete voor overtreding van het rookverbod kan namelijk oplopen tot een maximum van EUR 4.500,- bij meerdere overtredingen. Voor een eerste overtreding geldt een boete van EUR 600,-.

Rookvrije Generatie

Voor veel werkgevers zal deze wetswijziging aanleiding vormen (opnieuw) kritisch naar het rookbeleid binnen de organisatie te kijken of een rookbeleid in te stellen waarin ook sancties kunnen worden opgenomen in het geval van overtreding. Ook in het kader van het streven naar een ‘Rookvrije Generatie’ wordt het aangeraden aan werkgevers om een rookbeleid in te stellen om zo een (volledig) rookvrije werkomgeving te creëren. Een werkgever kan op basis van het instructierecht een beleid opstellen omtrent het roken op de werkvloer. Hiermee kan de werkgever dus – los van het wettelijke rookverbod – werknemers verbieden om in de open lucht van het bedrijfsterrein, bijvoorbeeld bij in- en uitgangen van het bedrijfsgebouw, te roken. Mocht een werkgever wel de mogelijkheid willen bieden voor werknemers om op het bedrijfsterrein in de open lucht te roken, kan middels een rookbeleid hiervoor een plek worden aangewezen. Deze plek dient los te staan van het bedrijfsgebouw, mag niet overkapt zijn en mag geen overlast geven aan personen die het gebouw willen betreden. Zorg er dus voor dat deze zich niet direct naast de in-/uitgang bevindt. Ook mag de voorziening geen andere functie hebben (zoals bijvoorbeeld een fietsenhok), zodat niet-rokers de voorziening niet hoeven de betreden.

Daarnaast kan een werkgever in een rookbeleid ook rookpauzes binnen de werktijd van een werknemer verbieden en/of beperken. Beleid omtrent het roken tijdens werktijden valt namelijk ook onder het instructierecht van een werkgever. Het instellen en/of wijzigen van een rookbeleid behoeft echter wel voorafgaande instemming van de ondernemingsraad, omdat het een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden betreft.

Wilt u meer informatie?

Heeft u vragen of wilt u meer informatie over het rookverbod of een rookbeleid? Neem dan contact op met een van de advocaten van team Arbeidsrecht. Wij houden u hier op de hoogte van alle ontwikkelingen in het Arbeidsrecht en via onze Arbeidsrecht LinkedIn pagina.

 

 

 

Oktober 2021