Skip to main content

Naar aanleiding van de Europese Richtlijn 2019/1937 (de Richtlijn) is op 2 juni 2021 het wetsvoorstel Wet bescherming klokkenluiders bij de Tweede Kamer ingediend tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders. De Richtlijn waarop de nieuwe Wet bescherming klokkenluiders is gebaseerd biedt een betere bescherming aan klokkenluiders in Europa. In dit artikel worden de belangrijkste wijzigingen inzichtelijk gemaakt.

Wat gaat er veranderen?

De Wet bescherming klokkenluiders (de Wbk) biedt een betere bescherming aan klokkenluiders dan de huidige Wet Huis voor klokkenluiders. Onder de Wbk worden werknemers die vermoedens van (dreigende) misstanden en (dreigende) inbreuken op Europees recht (Unierecht) intern of extern melden of zelfs openbaar maken beschermd.[1] Aan de interne meldingsregeling die veel werkgevers dienen te hebben worden hogere eisen gesteld dan voorheen.

Verplichting tot interne meldingsregeling

Voor verschillende werkgevers bestaat de verplichting om een interne meldingsregeling te hebben, namelijk voor:

  • bedrijven met meer dan 50 werknemers[2];
  • gemeenten met meer dan 10.000 inwoners; en
  • Wwft-plichtige organisaties.[3]

Deze werkgevers dienen naar aanleiding van de Wbk een verhoogde bescherming te bieden aan melders van een vermoeden van een misstand of een inbreuk op Unierecht en de interne meldingsprocedure met meer waarborgen te omkleden.

Nieuwe eisen aan interne meldingsregeling

 Artikel 2 lid 1 Wbk verplicht een werkgever die een intern meldingsregeling dient te hebben om in deze regeling te omschrijven:

  • Op welke wijze met de interne melding wordt omgegaan;
  • wanneer er sprake is van een vermoeden van een misstand en een inbreuk op het Unierecht op basis van de definities van de Wbk;
  • bij welke daartoe aangewezen onafhankelijke functionaris(sen)

gemeld kan worden en welke functionarissen hier zorgvuldige opvolging aan kunnen geven;

  • dat een (potentiële) melder een adviseur in vertrouwen kan raadplegen;
  • en dat een melder binnen zeven dagen na ontvangst van een melding een ontvangstbevestiging krijgt;
  • dat binnen een redelijke termijn van ten hoogste drie maanden na verzending van de ontvangstbevestiging aan de melder informatie wordt verstrekt over de beoordeling en voor zover van toepassing de opvolging van de melding; en
  • algemene en specifieke geheimhoudingsverplichtingen.

De werkgever dient de bij hem werkzame personen schriftelijk of elektronisch te informeren over de interne en de externe meldingsprocedure en hen te wijzen op hun rechtsbescherming bij het doen van een melding. Verder dienen interne meldingen in een daarvoor bestemd register geregistreerd te worden.

 Interne en externe melding en openbaarmaking

Niet enkel een (voormalige) werknemer kan aan de bel trekken. Ook derden die in werkgerelateerde context bij de organisatie zijn betrokken hebben deze mogelijkheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan stagiairs, zzp’ers, leveranciers, aandeelhouders en vrijwilligers.

Het uitgangspunt is dat er eerst melding wordt gedaan bij de werkgever. De werkgever kan op die manier eerst zelf de melding beoordelen, onderzoeken en de nodigde maatregelen nemen.

Als de interne meldingsprocedure (naar redelijke verwachting) niet functioneert, kan de melding rechtstreeks extern bij een bevoegde autoriteit worden gedaan. De bevoegde autoriteit kan dan onafhankelijk onderzoek bij de werkgever doen. In een uiterste geval kan er onder voorwaarden zelfs informatie over het vermoeden van een misstand openbaar of een inbreuk op Unierecht openbaar worden gemaakt.

Bescherming klokkenluider en aan hem verbonden derden

Indien een persoon op de juiste wijze een vermoeden van een misstand of een inbreuk op bepaald Europees recht intern en/of extern meldt of openbaar maakt, wordt deze persoon beschermd. Ter bescherming van de klokkenluider en met hem verbonden derden, zoals zijn vertrouwenspersoon, collega’s en familie, worden aan hen de volgende beschermingsmaatregelen toegekend:

  • verbod op benadeling met omkering van de bewijslast naar de werkgever;
  • recht op ondersteuningsmaatregelen zoals onafhankelijke informatie, kosteloze adviezen, effectieve ondersteuning van bevoegde autoriteiten en rechtsbijstand;
  • vrijwaring van bepaalde procedures met betrekking tot verboden informatieverwerving, laster, schending auteursrechten of bescherming persoonsgegevens; en
  • sancties voor tegenwerken van de melder of het onderzoek.

Tot slot

Het wetsvoorstel Wet bescherming klokkenluiders kent enkele ingrijpende wijzigingen ten opzichte van de huidige Wet Huis voor klokkenluiders. Het is momenteel een wetsvoorstel, waarover de Eerste en Tweede Kamer zich nog over moeten buigen. De Richtlijn verplicht Nederland echter om de bepalingen van de Richtlijn vóór 17 december 2021 te hebben omgezet in nationale wetgeving. Een spoedige inwerkingtreding van de Wet bescherming klokkenluiders wordt daarom verwacht.

Heeft u vragen of wilt u meer informatie over de aanstaande Wet bescherming klokkenluiders, neem dan contact op met Monique Schreurs of een van onze andere leden van het team compliance en toezicht.

 

 

 

September 2021

 

 

[1] Artikel 2 en 3 van de Richtlijn bepalen de reikwijdte van mogelijk te melden inbreuken op Europees recht. Overheidsopdrachten, financiële producten en diensten, voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering, veiligheid, milieu, volksgezondheid, privacy en consumentenbescherming vallen uitdrukkelijk onder de reikwijdte.

[2] Deze grens geldt niet voor bedrijven die zijn uitgezonderd in artikel 2 lid 3 Wbk, met name financiële instellingen.

[3] Wwft-plichtige organisatie: een organisatie die onder het bereik van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme valt. Dit betreft niet enkel financiële organisaties, maar bijvoorbeeld ook organisaties van notarissen, advocaten en makelaars.