Skip to main content

Indien iemand een bouwwerk wil (ver)bouwen, dan is daar in beginsel een omgevingsvergunning voor vereist (zie artikel 2.1 lid 1 sub a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, hierna: “Wabo”). Bij een aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen wordt nu nog getoetst aan het Bouwbesluit 2012 (zie artikel 2.10 lid 1 sub a Wabo). Het Bouwbesluit 2012 bevat technische voorschriften die betrekking hebbend op het bouwen van een bouwwerk, uit oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Als het bevoegd gezag niet aannemelijk vindt dat een te bouwen bouwwerk zal voldoen aan de technische eisen uit het Bouwbesluit 2012, moet de vergunning worden geweigerd.

Het uitgangspunt van het met dit wetsvoorstel voorgenomen stelsel, is dat de markt zelf de verantwoordelijkheid gaat dragen voor de kwaliteitsborging in de bouw binnen door de overheid gestelde kaders. De huidige minimumeisen voor bouwkwaliteit (de bouwtechnische voorschriften) wijzigen daarbij niet. De verschuiving van verantwoordelijkheid leidt wel tot een andere benadering. Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning zal het bevoegd gezag een bouwplan namelijk niet meer toetsen aan de bouwtechnische voorschriften zoals volgen uit het Bouwbesluit 2012. Het bevoegd gezag zal toetsen of gebruik wordt gemaakt van een toegelaten instrument dat geschikt is voor het type bouwwerk en of deze met toestemming van de instrumentaanbieder door een kwaliteitsborger wordt toegepast. Bij de oplevering van het bouwwerk is het vervolgens de aannemer die moet aantonen dat aan het Bouwbesluit 2012 wordt voldaan.

Het wetsvoorstel is op dit moment in behandeling bij de Eerste Kamer.

Meer informatie
Heeft u vragen over dit onderwerp? Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Nina Rijsterborgh of een van de andere advocaten van team Bestuursrecht. Zij zijn u graag van dienst.

Maart 2017