Op 1 oktober 2017 is de Activiteitenregeling milieubeheer (‘Activiteitenregeling’) en de Regeling omgevingsrecht (‘Mor’) gewijzigd.
Hierbij zijn de regelingen aangepast naar aanleiding van de actualisatie van een aantal PGS-richtlijnen en normalisatiedocumenten van het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN-normen). PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen. De Publicatiereeks is een handreiking voor bedrijven die gevaarlijke stoffen produceren, transporteren, opslaan of gebruiken en voor overheden die zijn belast met het toezicht op deze bedrijven. De Publicatiereeks geeft de stand van de techniek weer en waar relevant wordt verwezen naar regelgeving en voorschriften. NEN-normen bevatten afspraken die marktpartijen vrijwillig met elkaar maken over de kwaliteit en veiligheid van producten, diensten en processen. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de toezeggingen van het parlement en het bedrijfsleven om in de regelgeving de verwijzingen naar documenten met betrekking tot de beste beschikbare technieken (BBT) zo actueel mogelijk te houden. Hiernaast wordt in deze regeling een aantal kleine, met name taalkundige, correcties doorgevoerd in de Activiteitenregeling.
De Activiteitenregeling bevat algemene normen waaraan inrichtingen zich moeten houden en verwijst op een aantal plekken voor de invulling van die normen naar PGS-richtlijnen. De bijlage bij de Mor bevat een lijst met documenten die als BBT-documenten worden beschouwd en die bij de verlening van vergunningen in acht moeten worden genomen. PGS-richtlijnen worden opgesteld door deskundige vertegenwoordigers vanuit overheid en bedrijfsleven. De bij een PGS-richtlijn betrokken organisaties zijn vermeld in de richtlijn zelf. Bij de totstandkoming van deze PGS-richtlijnen wordt gestreefd om consensus te bereiken tussen de verschillende partijen. Dit heeft geresulteerd in draagvlak bij de betrokken partijen voor de geactualiseerde PGS-richtlijnen. Met deze regeling worden ten eerste vier geactualiseerde PGS-richtlijnen in de regelgeving opgenomen.
PGS 15 bevat voorschriften voor de veilige opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Deze richtlijn is relevant voor een belangrijk deel van de industrie in Nederland. Ieder bedrijf dat met gevaarlijke stoffen werkt, zoals het midden- en kleinbedrijf, de transportsector en de chemische industrie, heeft met de bepalingen van deze richtlijn te maken. In september 2016 is een nieuwe versie van PGS 15 vastgesteld.
PGS 29 bevat voorschriften voor de veilige bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in verticale cilindrische tanks. Bedrijven met een dergelijke opslag zijn vergunningplichtig. PGS 29 van 2016 betreft een volledige revisie van de voorgaande versie uit 2008. Bij veel voorschriften is nu een toelichting gegeven. In het hoofdstuk veiligheidsmanagement is nu onderscheid gemaakt tussen Brzo-inrichtingen (inrichtingen die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen) en niet Brzo-inrichtingen.
PGS 32 is een nieuwe richtlijn uit 2015 met voorschriften voor de veilige bovengrondse opslag van explosieven voor civiel gebruik. Deze opslag kan plaatsvinden bij de fabrikant, distributeur, eindgebruiker of op de eindlocatie of in het afvalstadium in afwachting van vernietiging. Dit is altijd vergunningplichtig. PGS 32 geeft de stand der techniek voor permanente opslag van explosieven met betrekking tot de constructie, brandveiligheid en beveiliging. Behalve de bepaling van de veiligheidsafstanden, geeft de richtlijn ook voorbeelden van effectbeperkende maatregelen.
PGS 35 is een nieuwe richtlijn uit 2016 met voorschriften voor het afleveren van waterstof aan het wegverkeer. Deze richtlijn bevat voorschriften voor het beperken van de veiligheidsrisico’s en voor de constructie, uitvoering, onderhoud, keuring en het gebruik van waterstofafleverinstallaties op land met bijbehorende hulpapparatuur. Hiermee zijn randvoorwaarden geformuleerd voor de marktintroductie van waterstof als voertuigbrandstof, zodat kennis en ervaring opgedaan kan worden met waterstofprojecten zoals de aanleg van waterstoftankstations.
Daarnaast verwijst de Activiteitenregeling op diverse plekken naar NEN-normen. Zij worden voor organisaties en instanties in onderlinge samenspraak in NEN-commissies ontwikkeld, en door NEN vastgelegd en uitgegeven. Breed draagvlak en waar mogelijk consensus zijn de uitgangpunten in dit proces van normalisatie. De NEN-normen die in deze regeling worden geactualiseerd raken met name aan de werkwijzen van de diverse laboratoria in Nederland. Hen wordt dan ook door middel van een overgangstermijn de tijd geboden de processen aan te passen.
Meer informatie
Wilt u meer informatie over dit onderwerp of heeft u vragen, neem dan contact op met team Bestuursrecht.
November 2017