Skip to main content

Op 11 november 2016 hebben Provinciale Staten van Limburg de ‘Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014’ vastgesteld. De verordening werd op 20 december 2016 gepubliceerd in het Provinciaal Blad (jaargang 2016, nr. 6791). Op is op 21 december 2016 is de verordening in werking getreden. In een verordening kan de provincie algemene of specifieke eisen stellen aan ruimtelijke besluiten van gemeenten of aan de kwaliteit van die beslissingen. Meestal hebben deze eisen betrekking op de inhoud van bestemmingsplannen. Daarnaast kunnen deze betrekking hebben op beheersverordeningen en op omgevingsvergunningen waarbij wordt afgeweken van het geldende bestemmingsplan. Een gemeente is gebonden aan de regels uit de provinciale omgevingsverordening. Hieronder gaan we kort in op de belangrijkste wijzigingen van de Omgevingsverordening Limburg 2014.

Wijzigingen

Kruimelgevallen
Kruimelgevallen zijn onder de werking van de verordening gebracht. Dit is gebeurd door een wijziging van het begrip ‘ruimtelijk plan’. Dat houdt in dat ook omgevingsvergunningen die worden verleend met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in samenhang met artikel 4 Bijlage II Besluit omgevingsrecht moeten voldoen aan de verordening.

Bestuursafspraken en regionale structuurvisie
In de verordening zijn de bestuursafspraken geborgd zoals die met de Limburgse gemeenten zijn gemaakt over de regionale structuurvisies voor de thema’s wonen, detailhandel, kantoren, bedrijventerreinen en vrijetijdseconomie. In de verordening zijn hiervoor bepalingen opgenomen. Deze bepalingen stellen dat een ruimtelijk plan niet mag voorzien in ontwikkelingen die onder genoemde thema’s vallen en die niet voldoen aan die bestuursafspraken en de regionale structuurvisie.

Regeling short-stay arbeidsmigranten
Verder wordt voorzien in een regeling voor short-stay voor arbeidsmigranten op recreatieterreinen. Dit als uitzondering op het generieke verbod in de verordening om wonen op een recreatieterrein mogelijk te maken in een ruimtelijk plan. Short-stay kan onder voorwaarden mogelijk worden gemaakt door gemeenten voor een termijn van maximaal 10 jaar. De voorwaarden zien op het eerst bekijken van mogelijkheden om arbeidsmigranten onder te brengen in bestaande woningen of overige bebouwing in het bestaand gebouwd gebied in de regio, er mag geen combinatie van short-stay en verblijfsrecreatie ontstaan en vooraf moeten duidelijke en bindende afspraken worden gemaakt over sanering of revitalisering van het terrein na afloop van de tijdelijke huisvesting.

Vormverandering bouwvlak intensieve veehouderij
Onder voorwaarden is vormverandering van een bouwvlak van een intensieve veehouderij mogelijk gemaakt die is gelegen in een extensiveringsgebied. De regeling in de verordening is afgestemd op de in mei 2015 door Gedeputeerde Staten vastgestelde beleidsregel hierover.

Overgangsrecht
Uit het overgangsrecht in de nieuwe verordening blijkt dat de bepalingen die zien op de borging van de bestuursafspraken en regionale structuurvisies en de regeling voor short-stay op recreatieterreinen niet van toepassing zijn op ruimtelijke plannen die zijn vastgesteld op uiterlijk 20 december 2016, dan wel uiterlijk op die datum als ontwerp ter inzage zijn gelegd. Voor woningbouwplannen waarbij eerder door Gedeputeerde Staten de hardheidsclausule uit de Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg is toegepast, is voorzien in specifiek overgangsrecht. Voor de overige onderwerpen geldt het overgangsrecht zoals reeds was opgenomen in de Omgevingsverordening 2014.

Meer informatie
Heeft u vragen over dit onderwerp? Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Janske Schrijnemaekers of een van de andere advocaten van team bestuursrecht, zij zijn u graag van dienst.

20 januari 2017